Herdenken, na 40 jaar?
5 Mei 1946, Soerabaja
"Ma, weet je wat voor dag het vandaag is?"
"Ja, 5 mei. En vandaag is de kleine Ronald (buurjongetje) jarig. Vier jaar! En de
eerste verjaardag die hij met zijn vader viert, zo blij ben ik voor ze. Kijk ik heb
dit pakje voor hem gemaakt, nog even de knopen aanzetten. Je gaat toch even
mee straks feliciteren? Lydia wil natuurlijk dat je daar ook komt eten
"Ma, ma, hoor nou even. Het is vandaag 5 mei, bevrijdingsdag van Nederland,
een nationale feestdag Ma I"
"Zo, daar had ik niet aan gedacht. Was dat niet 10 mei dan?"
"Neen, dat is een nationale rouwdag Ma, toen kwamen de Duitsers in 1940
Nederland binnen. Op 5 mei 1945 gingen ze er uit, dat is vandaag dus een jaar
geleden
"Binatangs", zei Ma, "ach, nu valt er een knoop, daar, daar, help even kind I"
"Ma, ik moet dadelijk naar een radio-repetitie, ik moet met Jos en Dolly en nog
een paar anderen Nederlandse liedjes zingen vanavond. Vanwege die 5 mei."
"Nederlandse liedjes? Waarom niet dat nieuwe lied Besame Mucho, zo beeldig
zing je dat."
"Niks geen besame mucho Ma, ik zing "Eens groeit op Walcheren weer goudgeel
graan, nog schoner en voller dan voorheen I"
"Wat is er dan met Walcheren aan de hand geweest?"
"Dat hebben de Duitsers onder laten lopen, omdat ze dachten aan invasie gevaar
van die kant. Nou, voor al dat zout uit de bodem van Walcheren is weggeschraapt
en gespoeld, zolang groeit er geen goudgeel graan."
"Binatangs," zei Ma weer, "sorry hoor dat ik het vergeten was van die 5 mei.
Ja, maar toen zaten wij toch nog met de Jap? Wat zouden ze in Holland van ons
af weten?"
"Geen klap," zei ik, "maar wat doet dat er toe, dat komt allemaal wel, later.
Trouwens zo vrij zijn we toch ook niet, je kunt je kop na donker niet buiten de
deur steken of je hebt kans op een kogel I"
"Ik weet niet vanwaar je zo gauw die soldatentaal hebt geleerd," zuchtte Ma.
De knopen waren aangezet, het pakje voor 4-jarige Ronald, geboren op 5 mei
1942, terwijl zijn vader krijgsgevangen zat, was af. Ma vertrok naar de nasi koe-
ning bij de buren en ik ging naar het goudgeel graan op Walcheren. En buiten
stikte het van de militairen die alleen soldatentaal gebruikten. 5 Mei 1946.
5 Mei 1985, Den Haag
Ronald is 43 jaar nu. Geëmigreerd, ge
trouwd, kinderen. Lydia en haar eens
krijgsgevangen echtgenoot zijn over
leden. Mijn ouders overleden in 1948
in een bevrijd Nederlands-lndië welis
waar, maar nog niet in een vrij Indo
nesië. Ik geloof dat ze daar geen
hoofdbrekens over hebben gehad er
was zoveel in ons overhaaste, volle
leven dat ons afwisselend zorgen en
vreugde bezorgde. Als er ooit sprake
is geweest van "never a dull day" dan
was het in die tijd. Het maakte ons
weerbaar, onze geest elastisch, onze
energiebron onuitputtelijk. Na 31/2 jaar
oorlog en nog een paar jaar gevaarlijk
geharrewar, de totale showdown, de
aftocht, het afscheid voorgoed van
alles wat eens goed was. Have en
goed, vrede, geluk, geborgenheid in
eigen omgeving. Fini. The End. We
verloren, niet verslagen en op de knie-
en, maar rechtop, niet jankend, kla
gend, smekend. Verdorie, maar zo is
het nu eenmaal.
De jaren die in Nederland volgden
deden ons niet veranderen. We bleven
dezelfde Indische mensen van de Ol-
denbarneveldt, Maasdam, Ruys. Mop
peren oké, maar niet blijven jammeren,
zeuren en verongelijkt doen.
De jaren gaan voorbij, 1955, 1960, 1970.
15 Augustus 1970 de grote Herden
kingsdag, voor de eerste maal, voor
de laatste maal. Groots, waardig, zin
vol en zelfs vrolijk. Voor de laatste
maal, daarna niet meer denken aan
25 jaar geleden. Ik zie me zelf nog met
duizenden anderen zitten op het grote
parkeerterrein van het Congresgebouw
in Den Haag, op een rij met H.M. Ko
ningin Juliana, Prinses Beatrix en Prins
Claus. Annie Cherie die het Onze Va
der zong, Prof, Dr. I. J. Brugmans die
zo'n schitterende toespraak hield en
Ir. Vrijburg die vol overgave de hele
wonderlijke happening leidde. En daar
na ook de Beschermer van ons Recht
werd. Achterstallige soldij, uitkeringen
aan burgerslachtoffers, een stortvloed
van onrecht-met-terugwerkende kracht
overspoelde de Indische gemeenschap.
Eindelijk werd ook onze (klaag)stem
gehoord, eindelijk, eindelijk na 25 jaar
van tevreden burgerschap speelden
we ook mee als oorlogsslachtoffer.
Er kwamen kamp- en oorlogsboeken,
iedereen had ineens een dagboek dat
het publiceren waard was. En als ze
er geen hadden dan schreven ze er
meteen een. Dat is volgens de cyclus
van de menselijke psyche een dood
normale behoefte. Na 40 jaar komen
alle herinneringen aan ellende en angst
vrij en wie die stroom probeert af te
dammen pleegt geestelijke moord.
Daar komen ook de syndromen, wie
het woord het eerst genoemd heeft
weet ik niet, maar hij heeft beslist de
gevolgen onderschat. Kamp-, angst-,
dag- en nachtsyndromen. Anderen zei
den weer: zij een syndroom? ze was
voor de oorlog ook al vreemd.
Een jonge vrouw ontmoette ik laatst,
die ik zo'n jaar geleden als een spran
kelend, pientere bakvis kende. Niet erg
gelukkig getrouwd. Ze dacht dat ze
ook een kampsyndroom had. "Lieve
kind, je was nauwelijks een jaar toen
je het kamp inging met je moeder, hoe
kan je je iets herinneren?" Ja, maar
tochtwijfelde ze. Terwijl ze diep
in haar hart wist dat haar syndroom
dagelijks op de divan ligt en haar ha
telijke dingen naar het hoofd slingert.
Waar onze oorlog al niet goed voor is.
Ineens waren er ook verzetstrijders.
Ik zweer het u, niemand in Indië had
het over verzet of noemde zich ver
zetstrijder. Kan best zijn dat er lui
waren die de Jap een loer hebben ge
draaid, die overleefden de Kempetai
of niet. Pech. Ik weet een jongen die
werkelijk iets gedaan heeft dat als
verzet genoemd kan worden. Ik weet
ook dat hij me zou vermoorden als ik
er ooit over gesproken zou hebben.
Laat staan dat hij nu om een verzets-
lintje zou bedelen.
In Nederland blijkt het gestikt te heb
ben van de verzetstrijd(st)ers. Welk
daadwerkelijk en tastbaar nut ze ooit
hebben uitgericht daarvan heeft geen
boek of film mijn kunnen overtuigen.
Maar het ging ook niet om het succes,
het ging om de Daad, hoorde ik eens.
Duitsers pesten, verzet moest er zijn,
ook al moesten onschuldigen daarvoor
boeten. Het ligt aan mijn onnozele
mentaliteit, maar nog steeds ontgaat
me de zin van dit soort heldhaftig
heid. Verzetskruisen, verzetspensioe-
nen, mijn hemel moet een mens in
Nederland dan voor alles betaald, be
loond en geknuffeld worden. Zouden
ze hier ooit iets presteren zonder dat
krant en tv het moeten weten en een
lintje moet worden versierd? Ja, er zijn
legio mensen die gewoon en stilletjes
prachtige dingen doen, genoeg van
zulke mensen, maar die hoor je niet
en zie je niet.
Herdenken, na 40 jaar? Wat valt er te
herdenken? In die 40 jaar na 1945 zijn
miljoenen andere geliefden heenge
gaan, zijn er dingen gebeurd die voor
ieder persoonlijk vaak nog ingrijpen
der waren dan de oorlog. Dood aan de
Duitsers, dood aan de Japanners nu
nog, er wordt een vlag gehesen, een
trompet speelt een ijle melodie, twee
minuten stilte. Mijn hemel wat duren
2 minuten lang, je perst je gedachten
in het kanaal van de herinnering.
Zij die voor ons vielen, in je hart weet
je dat het quatsch is, mensen sneuve
len omdat een oorlog een dwangneu-
rose is van vergeldings- en vernieti
gingsdrang. 120 Seconden om te ge
denken terwijl in die afgelopen 40 jaar
duizenden malen in spontane momen
ten geliefden in herinnering kwamen,
in liefde, geluk en dankbaarheid. Ik
hou het geen minuut uit, ik zou willen
weglopen, mijn gas heb ik aangelaten,
de huisdeur heb ik niet in het slot
horen vallen, zou die inbreker gepakt
zijn die vannacht bij de buren heeft
ingebroken en de heer des huizes in
elkaar heeft geramd? O mijn hemel,
nu weet ik het bijna zeker, ik heb een
syndroom, een syndroom van de totale
gevoelloosheid. Professor Bastiaans
moet nog even blijven. L.D.
12