>fN-%
Ivoor indische
(gouden sieraden i
C.MERXLE
JUWELIER.
I SPUI 167a - DEN HAAG I
TELEFOON 070-604885
INKWARTIERING
een klein dorpje in Zuid-West Frankrijk,
bij Bergerac. Mijn moeder en mijn twee
dochters bleven in Holland achter en
dat was een hard gelag. Dat ik ze zo
ongelooflijk zou missen had ik niet
bevroed. Om mijn eenzaamheid en ver
langen te verdrijven probeerde ik mij
zo positief mogelijk open te stellen
voor alles wat nieuw was en verraste.
Op een goede dag stond de grote
mimosaboom naast het huis helemaal
in bloei. Eén enorme gele bloemen
pracht en het werd mijn meest gelief
koosde plekje. In de schaduw van de
boom schreef ik vele brieven aan fa
milie en vrienden en moegeschreven
zat ik te mijmeren. Er zijn zoveel her
inneringen I
Toen viel de winter en ook hier wer
den de temperaturen abnormaal laag.
Mijn mooie mimosaboom is één dode
massa hout geworden. Daarom vraag
ik mij af: "Een boom als symbool ter
herinnering", ik weet het niet I
KLAASJE SCHUT
Een redenering die eerlijk gezegd geen
hout snijdt. Een uitgesproken subtro
pische mimosa sneuvelt natuurlijk bij
een onverwachte strenge winter, maar
de Nederlandse bomen en alle soor
ten die in zee- en landklimaat (strenge
winters) groeien, zijn winterhard. Beu
ken, kastanjes, olmen kunnen tegen
een stootje sneeuw en vorst.
Red. Moesson
jilllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllliiliHi
Gespecialiseerd in het groeibriljant
I systeem. Eigen atelier voor het ver-
1 vaardigen van briljanten sieraden.
22 krt. en 24 krt. gouden schakel-
armbanden, slangarmbanden, colliers,
trouwringen, hangers, haarspelden,
oorknopjes en vele andere sieraden, i
GEOPEND VAN:
9.30 UUR TOT 17.00 UUR
ZATERDAGS GEOPEND
TOT 16.30 UUR
's WOENSDAGS de gehele dag
GESLOTEN
iiiiiiiiiiiiiiiniillllliiilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiili
Wat is er tussen de lezers van Moes
son toch een hartelijke en meelevende
band. Echt een blad van de grote
Indische familie Nauwelijks was in
het nummer van 15 maart hét gedicht
"Inkwartiering" afgedrukt met de ne
gen ontbrekende regels, of ik kreeg
van een lezeres uit Utrecht (helaas
zonder adres zodat ik haar niet heb
kunnen bedanken) feilloos de ontbre
kende regels plus nog een ander ge
dicht dat ik hieronder zal vermelden.
Verder waren er reacties van lezeres
sen uit Amsterdam, Heerde, Utrecht en
Den Haag, één ook zelfs uit Lamonzië
St. Martin in Frankrijk. En allen had
den ontroerende herinneringen aan het
gedicht, zoals: "Doet U de groeten
aan de regent in Magelang, het garni
zoensstadje waar ik zoveel jaren met
plezier heb gewoond" en "ik leerde
het gedicht (op muziek) in het Jappen
kamp in Brastagi en waarschijnlijk
heeft het toen (ik was ca. 11 jaar) een
onvergetelijke indruk op mij gemaakt".
De lezeres uit Heerde gaf bij het ge
dicht zelfs nog een verhandeling van
acht bladzijden, die ook aan de regent
zijn verstuurd.
Tenslotte schreef een lezeres uit Den
Haag dat het gedicht een vertaling is
van een oorspronkelijk Frans gedicht.
Zij kreeg het op haar examen dat zij
in juli 1940 moest afleggen. Ze schreef:
"Het gedicht gaat over een Duitse
soldaat in de 1e wereldoorlog die op
kennelijk bezet/veroverd Frans gebied
wordt ingekwartierd bij het oude Fran
se vrouwtje. Hij is verlegen met de
verwennerij en hoort bij z'n vertrek
waarom iemand van de vijandelijke
bevolking zo lief voor hem was. Zij
hoopt, dat als haar zoon in Duitse
handen zou komen, hem gelijkerwijs
zou geschieden. Het wrange was, dat
toen ik in juli 1940 examen deed, wij
net ca. 2 maanden bezet waren door
de Duitsers Het gedicht is niet meer
ter sprake gekomen."
Dus hieronder het complete gedicht
en de oorspronkelijke Franse tekst.
A.B.v.R.
INKWARTIERING
Goede vrouw, wat stook je toch
't Haardvuur vlamt zo vrolijk nog.
Kijk nu zo'n verkwistend vrouwtje
Spaar je hout toch, vriend'lijk oudje
Luister toch naar goede raad
't Rimp'lig vrouwtje wil niet luist'ren
En ze zegt met vriend'lijk fluist'ren:
"Warm je, warm je toch, soldaat
Goede vrouw, bewaar je ham,
Meen niet dat ik daarom kwam.
'k Heb zoeven, moet je weten,
In de herberg al gegeten.
Op mijn woord, ik ben verzaad,
't Rimp'lig vrouwtje wil niet luist'ren
En ze zegt met vriend'lijk fluist'ren:
"Eet nu, eet nu toch, soldaat
Goede vrouw, wat zotternij,
't Beste bed en dat voor mij
Neen, maar dat is overdreven,
Wijs mij maar de hooischuur even.
In het hooi slaap je ook niet kwaad,
't Rimp'lig vrouwtje wil niet luist'ren
En ze zegt met vriend'lijk fluist'ren:
"Neen, niet in het hooi, soldaat
Het is ochtend, hij moet heen
'k Groet U, moedertje. Maar, neen
Voel die zak, hoe zwaar vanmorgen!
'k Ben verlegen met de zorgen
Waar ge mij mee overlaadt.
't Rimp'lig vrouwtje schreiend luistert,
't Rimp'lig vrouwtje zachtkens fluistert:
"Ach, mijn zoon is ook soldaat."
LE BON GÏTE
"Bonne vieille, que fais-tu la?
II fait assez chaud sans cela,
Tu peux laisser tomber la flamme,
Ménage ton bois, pauvre femme,
Je suis séché, je n'ai plus froid."
Mais elle, qui ne veut m'entendre,
Jette un fagot, range la cendre:
"Chauffe-toi, soldat, chauffe-toi."
"Bonne vieille, je n'ai pas faim;
Garde ton jambon et ton vin,
J'ai mangé la soupe a l'étappe;
Veux-tu bien m'öter cette nappe
C'est trop bon et beau pour moi."
Mais elle, qui n'en veut rien faire,
Taille mon pain, remplit mon verre:
"Refais-toi, soldat, refais-toi."
"Bonne vieille, pour qui ses draps?
Par ma foi, tu n'y penses pas!
Et ton étable? et cette paille
Oü Ton fait son lit a sa taille?
]e dormirai la comme un roi.
Mais elle, qui n'en veut démordre,
Place les draps, met tout en ordre:
"Couche-toi, soldat, couche-toi."
Le jour vient, le départ aussi -
"Allons! adieu... Mais qu'est ceci
Mon sac est plus lourd que la veille...
Ah bonne hotesseahchère vieille.
Pourquoi tant me gater, pourquoi?
Et la bonne vieille de dire,
Moitié larme, moitié sourire:
"J'ai mon gars soldat comme toi!"
Paul Déroulède
19