Comité Geschiedkundig Eerherstel
Nederlands-Indië
INDISCHE SPEKKOEKEN
"Het kwam er alles tezamen op neer dat in de Nederlands-Indische samenleving
waar het denken van veel Europeanen toch al werd beheersd door tegen het
autoritaire aanleunende superioriteitsbegrippen, door de overheid met steeds
talrijker autoritaire middelen tegen tegenstanders werd opgetreden; aannemelijk
dunkt ons dat die onwikkeling bevorderde dat menige Europeaan in Indië zich
ging afvragen of het niet wenselijk was dat ook het moederland autoritair, zo
niet fascistisch, zou worden bestuurd".
(Dr. L. de Jong in deel 11a, blz. 366, van Het Koninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog.)
Na deze opmerking gaat dr. De Jong
over tot de behandeling van de In
dische N.S.B., want een schrijver
streeft nu eenmaal naar een logische
opbouw van zijn verhaal. Het blijkt
echter, maar dat was allang bekend,
dat het nogal meeviel met de Indische
N.S.B.. De aanhang was bepaald niet
groot en ook overeenkomsten met de
doelstellingen van de Nederlandse
N.S.B. waren niet groot. Niettemin is
het een "aardige" poging van De Jong
om zijn veronderstelling omtrent in
Indië levende fascistische ideeën te
bewijzen. En die veronderstelling is
niet niets. Ontdaan van alle franje
zegt De Jong niets minder dan dat in
Indië menige Europeaan rondliep met
dezelfde gedachten en gevoelens als
vele Jappen, Duitsers en Italianen in
de jaren 30 en 40. Nu kan men over
zo'n passage heenlezen, maar men
kan ook rectificatie eisen van een der
gelijk kwaadaardig gedeelte in de of
ficiële Nederlandse geschiedschrijving
van de jaren voor en tijdens de Twee
de Wereldoorlog. Zoals bekend be
ijveren het Comité G.E.N.I. en vele
mede-eisers via een inmiddels in gang
gezette civiele procedure voor her
schrijving van deze passage en ande
re gedeelten van deel 11a, welke on
juist, onvolledig, grievend enz. zijn
voor met name Indische Nederlanders.
De dagvaarding, waarin de grieven en
de eis van het comité c.s. zijn ver
woord, is uitgebracht en medio juni
a.s. wordt het (eerste) antwoord van
De Staat verwacht. Hieronder wordt
voortgegaan met de publikatie van de
verschillende punten uit de dagvaar
ding.
De dagvaarding (vervolg)
15. Uit het voorwoord tot deel 11 wordt
het volgende geciteerd:
"Ik (Dr. L. de Jong) voeg hier, op
hun verzoek, aan toe dat twee van
mijn adviseurs, prof. dr. I. J. Brug-
mans en drs. R. C. Kwantes, mij
hebben doen weten van mening te
zijn, dat de gekozen methode bij
de verwerking van de grote hoe
veelheid gegevens het de lezer
moeilijk maakt zich een samenhan
gend beeld te vormen van de com
plexe Indische werkelijkheid, zoals
deze bij het uitbreken van de oor
log met Japan bestond.
Die beeldvorming, welke essen
tieel is voor de oordeelsvorming
over hetgeen na dat tijdstip volgde,
wordt voorts belemmerd door een
onevenwichtige verdeling van de
aandacht voor de onderscheiden
facetten van die werkelijkheid, wel
ke in deel 11a aan de orde komen.
Terwijl bijv. de auteur uitvoerig in
gaat op de botsende inzichten en
doelstellingen van (vooral) de ra
dicale Indonesische nationalisten
enerzijds en de koloniale macht
anderzijds, worden andere, a-poli
tieke aspecten van het maatschap
pelijke bestel en het koloniale be
leid stiefmoederlijk bedeeld.
De door de auteur gekozen bena
dering leidt onzes inziens tot een
onvolledig, in hoofdzaak tot het
politieke vlak gereduceerd, beeld
van het vooroorlogse Neder-
landsch-lndië. Die onvolledigheid
is, naar ons oordeel, mede toe te
schrijven aan het feit, dat in het
bijzonder de negatieve kanten van
de Nederlandse aanwezigheid in
de Indische archipel worden be
licht, terwijl daartegenover gunsti
ge resultaten van de door de over
heid en het bedrijfsleven (mede
ten gunste van de autochtone be
volking) ontplooide activiteiten
slechts summier aandacht krijgen.'
Mijn opinie (van De Jong) ter
zake is dat deel 11a als ge
heel de lezer inzake de gecom
pliceerde Indische samenleving
alle informatie biedt die hij nodig
heeft, dat ik in de hoofstukken 4 en
5 over wat men de positieve kan
ten van het beleid van overheid
en bedrijfsleven zou kunnen noe
men, voldoende duidelijk ben ge
weest en dat ik, gezien wat tijdens
en na de Tweede Wereldoorlog is
geschied, de politieke worseling
tussen het gouvernement en de
Indonesische nationalisten terecht
centraal heb gesteld."
16. De mening van de boven geciteer
de deskundigen, de heren Brug-
mans en Kwantes, maken de eisers
tot de hunne.
Wat in de hoofdstukken 4 en 5
werkelijk is geschreven, vermag
de bezwaren der deskundigen niet
weg te nemen. Juist en vooral te
gen die hoofdstukken richten zich
de bezwaren vanwege de ondes
kundigheid, eenzijdigheid, voorin
genomenheid en in enkele opzich
ten onaanvaardbare boosaardig
heid, welke zich op vele plaatsen
in het boek herhaalt.
17. Zo wordt op blz. 169 van deel 11a
o.m. het volgende opgemerkt on
der het hoofd 'Gezondheidszorg':
"Wij denken dan in de eerste plaats
aan de gezondheidszorg: van be
lang, stellig, voor de in Indië aan
wezige blanken (epidemieën ken
nen geen verschil in huidskleur),
maar ook en misschien wel in de
eerste plaats voor de inheem
sen", van welke mededeling on
vermijdelijk de suggestie uitgaat
als zou het Nederlandse bestuur
uitsluitend en alleen de gezond
heidszorg van overheidswege ook
over de zgn. Inlanders hebben uit
gestrekt om de in Indië wonende
blanken voor epidemieën te behoe
den.
18. Het tegendeel is waar. Het Neder
landse Bestuur heeft in de toen
malige koloniën in Nederlands-ln-
dië een zeer vooruitstrevend be
leid ten aanzien van de gezond
heidszorg gevoerd. De genees
kunde met betrekking tot de Topen
over de gehele wereld is in vele
opzichten vooruitgeholpen dank zij
het onderzoekingswerk van medici
en andere deskundigen juist in Ne
derland Indië, veelal met steun van
het toenmalige Gouvernement, uit
sluitend althans voornamelijk, al
thans mede voor de autochtone
bevolking.
(wordt vervolgd)
STEUN OOK FINANCIEEL
Op giro 50 18 169 t.n.v. Comité
Geschiedkundig Eerherstel te
Den Haag kunt u uw grote en
kleine bijdragen overmaken t.b.v.
procesvoering.
Op giro 6685 t.n.v. Tjalie Robin
son B.V. te Den Haag kunt u
11,overmaken. U ontvangt
dan de volledige dagvaarding
thuis.
Bij toko Moesson kunt u stickers
en sluitzegels bestellen met de
tekst "Ons leven is de waarheid
waard". De sticker kost f 2,20,
de sluitzegels f 1,10 per vel.
TANTE NON's
Franco thuis in speciale verpakking.
Min. 500 gram f 20,
Min. 750 gram f 25,
stort op giro 38 92 616
Mevr. F. Y. Robert-Flamand
Mozartlaan 629
5011 SP TILBURG, tel. 013 - 56 08 35
5