ra
GUESTHOUSE "BELRUVYA
BIBIK DINGKUK
£-'ï vü: v
i
wee van de bedienden kwamen onder
haar zorgen. Daartoe had zij eenmaal
in de week een soort ziekendag. Dan
kwamen de mensen van de fabriek
naar haar toe: een koortsig kind, een
vrouw die hoestte. Zij gaf dan obat,
verbond wonden, gaf raad. Het tijd
schrift boeide haar niet en zij pieker
de over de zieke. Er was iets bekends
in dat vreemd opgeblazen gezicht, iets
dat zij moest weten en meer had ge
zien, maar zij kon er niet opkomen.
Wachten tot de mantri langs kwam
Die kwam elke week informeren naar
zieken in de kampong. Dat werd weer
gemeld bij de Geneeskundige Dienst
en aan de controleur, die verantwoor
delijk was voor de bevolking. De man
tri zou het wel weten.
Dochterlief was uitgestept en kreeg
wat tekenspulletjes. Haar man kwam
thuis voor zijn late ontbijt. Koffie en
gebakken ei. Is baboe ziek? Hij maak
te zich daarover niet ongerust. Het
riet was nog niet zover, dat het gekapt
kon worden. Hij verdween weer schie
lijk naar de fabriek.
Waar had zij die zwelling meer ge
zien? Het liet haar niet los. Opnieuw
spoedde zij zich naar de blakan. Zij
nam ijswater mee. Het donkere smalle
kamertje rook naar zweet en koorts
en ziekte. De Javaanse zag er nog er
ger uit. Het gezicht was zozeer ge
zwollen, dat de ogen nu waren samen
geknepen tot twee spleetjes. Een hij
gende mond, gebarsten lippen, ogen,
die haar niet zagen. De huid van het
gezicht was ruwer dan zij die ochtend
had bemerkt, geplooiderOp één
van de rode wangen tekende zich een
kleine ronding af en in een flits
wist zij waar zij dit meer had gezien
...een plaatje ...in een boek... dat zij
had moeten bestuderen voordat zij
uitkwam naar Indië.
Mijn hemel Als dét waar was Uiter
lijk kalm gaf zij Isa een slok water en
dekte de doodzieke vrouw met een
gestreepte soldatendeken toe. Dan
haastte zij zich naar de middengang.
Daar hing de telefoon aan de muur.
De dokter in Djokja zat drie uur rijden
van de onderneming af en werd niet
voor elk wissewasje geroepen. Nu pak
te de jonge vrouw resoluut de ebonie
ten hoorn van de ijzeren haken en
hoorde het zoemen.
Na veel getingel hoorde zij de man
doer uit de fabriekscentrale, die zij
vroeg haar met Dr. Damsté in Djocja
te verbinden. Na wat wachten en ge
zoem kwam de verbinding tot stand.
"Damsté".
"Mevrouw Ik geloof dat U naar
de onderneming moet komen, dokter.
Er is een ernstig ziektegeval op mijn
erf. Eén van mijn bediendenen
zij beschreef de ziekte, het gezwollen
gezicht. Na een korte pauze vroeg de
gedempte stem aan de andere kant
van de lijn: "Wat vermoedt U dat het
is, mevrouw? Zij aarzelde een moment
en antwoordde toen ferm: "Pokken
Zij hoorde door het telefoongeruis
heen hoe de dokter zijn adem inhield.
Het gordijn bij de deur naar de voor
galerij waaide loom op in de tocht.
Duidelijk zag zij de glimmende tegels
van de gang.
"Maar dat kan niet!" sputterde dr.
Damsté. "Geen twee maanden geleden
heb ik dat hele ressort ingeënt
Ja, dat herinnerde de jonge vrouw
zich best. Zij droeg nog de lelijke
moeten ervan op haar armen. Ook
haar kinderen waren - gode zij dank -
ingeënt. Dokter zuchtte hoorbaar
"Goed, ik vertrouw op uw gezonde
verstand, ik kom kijken."
Hij kwam, de dokter, 's Middags na
theetijd, na een tocht van drie uur in
zijn Fordje over stoffige wegen in de
brandende zon. Zijn forse figuur in
djas toetoep met gouden boorden-
knoopjes stapte de lage treden van de
voorgalerij op. Grijze ogen achter een
brilletje in een breed gezicht keken
wat sceptisch.
Zijn voetstappen klonken hard op de
tegels van de blakan. Hij hoefde
slechts één blik te werpen op de dood
zieke Javaanse vrouw, keek over zijn
brilletje heen en knikte: "U hebt he
laas gelijk. Quarantaine, hè! Wie zijn
er bij deze vrouw geweest? U kent de
consequenties I"
Die wist de jonge vrouw. Alles wat
kokki Sastró gedragen had, werd ver
brand, ook de kleren van Amat, de
djongos en de kebon. Er was groot
gejammer. Zelfs de belofte dat zij alles
nieuw zouden krijgen kon het geklaag
niet bedaren. Sarongs, badjoes (blou
se), katoks (broeken), alles werd op
de stapel gegooid. Eigenhandig con
troleerde de jonge vrouw de kleren
die Sastró uittrok bij de put achter
in de tuin: slendang, oedet (gordel),
badjoe. Natuurlijk hield kokki een sa
rong achter, die de jonge vrouw onder
haar beleh baleh vandaan viste. Het
was er een met een beeldig vogel
motief, haar uitgaans sarong. De jonge
vrouw was onverbiddelijk.
Haar man controleerde Amat en de
kebon, wiens lendedoeken, hoofddoe
ken en kains weldra op de brandsta
pel werden gelegd. Die werd in de
achtertuin aangestoken en verteerde
alles wat zij hadden gedragen, ook de
baleh baleh en soldatendekens. Zelfs
de jurk, die de jonge vrouw die och
tend had gedragen werd aan het rei
nigende vuur prijsgegeven.
De Javaanse stierf diezelfde nacht.
Ook haar kleren werden verbrand.
Twee dagen later werd Amat ziek, hij
overleefde het. In de kampong kwam
nog een dozijn gevallen voor, waarvan
de helft stierf, waaronder vier anaks
(kinderen). Zij waren niet ingeënt, had
den zich verscholen voor de mantri
tjatjar (inënt-mantri).
De quarantaine werd streng gehand
haafd, controleur en Assistent-Resi
dent gewaarschuwd, het ressort her
metisch afgesloten. Dat duurde vier
weken. Een geluk, dat de suiker-cam
pagne nog niet was begonnen.
Sastró, Amat en de kebon kregen al
les nieuw. Sastró zelfs een extra
mooie gebatikte sarong met hetzelfde
vogel-motief. Later waren zij er dik
tevreden mee.
Het sterfkamertje werd met met carbol
uitgeboend. Het zou nog maanden on
bewoond blijven. Pas toen de geeste
lijke het met wierook en gebeden had
gezuiverd, werd het weer in gebruik
genomen, niet als bediendenkamer,
wel als strijk-kamer.
Het was aan het kordate optreden van
de jonge vrouw te danken, dat de
pokken-gevallen zich slechts tot de
suikerfabriek hadden beperkt en zich
niet over een groter deel van Midden
Java hadden verspreid.
Jalan Cempaka Putih Tengah 1/19,
JAKARTA. Tel. 021 -415283.
8 2-pers. kamers, met ontbijt en kl.
was. Alle kamers voorz. van AC.
Ligging in centrum. VW-Combi/bus
voor overland tours aanw.
ATTENTIE
Tot nieuwe regeling genoodzaakt.
EENMALIG GRATIS AFHALEN
SLECHTS VAN CENGKARENG
Airport mits vooraf aangekondigd.
Geldt niet voor plotselinge call's
vanuit Airport.
Inl.: dhr. E. STEEN, Freesiastr. 60,
4904 CS Oosterhout, tel. 01620-56031
"Zie je wel, Sugimin krijgt een lintje
vanwege die 200 parkeerbonnen in
1983.