Het nederlands-koloniale meubel BOEKBESPREKING Neen, het is niet de Esso-tijger die uit de tank is ontsnapt, ook geen promotie foto van het Wereld Natuur Fonds, het is zelfs geen illustratie uit het sprookjesboek van Prof. L. de Jong. Een echte ouderwetse foto uit een familie-album die we zomaar kregen van de heer Van Dijk. Zonder enige commentaar of informatie over wie, wat en waar. Unieke plaatjes om de rustige huiselijkheid die ze uitstralen, hoewel een beetje krankiorum ook, welke tijger ligt er nu in zo'n koloniaal meu bel als de korsi males (luie stoel) Bij zulke plaatsjes hoort een verhaal, echt gebeurd of niet echt gebeurd. We maken er een wedstrijd van, ajo wie schrijft het aardigste verhaal of sprookje bij deze illustratie. Mag niet langer worden dan plm. 400 woorden. Inzend(st)er van het aardigste verhaal mag Moesson 1 JAAR GRATIS LEZEN, de tweede en derde prijswinnaars ontvan gen een kleine verrassing. Inzenden uiterlijk tot 15 augustus aan redactie Moesson. Het Museum voor Volkenkunde in Leiden verkeert al jaren in doorlopende staat van afbraak en opbouw en van iedere bezoeker die het pand verlaat is de wens dat de "opbouw" het uiteindelijk van de afbraak zal winnen, van het gezicht af te lezen. Het valt niet mee onder vallend puin, wegomleggingen en bouwputten de interesse waarvoor men gekomen is, te behouden. Toch valt er in dit Museum bij tijd en wijlen genoeg te zien en te horen dat een kruistocht waard is. In de sfeer van oudheidkunde en ge schiedenis paste de presentatie van het bij uitgeverij Wever kortgeleden verschenen boek "Het Nederlands- koloniale meubel" in dit museum, al ontbrak in de ruimte elk spoor van koloniale zitgelegenheid en lukte het een paar luidruchtige kantinemeisjes die voor de drankjes zorgden, met ge mak ons te doen vergeten dat de ko loniale tijd voorgoed tot het verleden behoort. Uit de inleidende toespraken van de directeur prof. dr. P. H. Pott van het Museum en de echtgenoot van de schrijfster Jeanne Terwen-de Loos spraken vreugde en waardering voor de uiteindelijke verschijning van het werk dat in 1970 reeds voltooid werd. Omstandigheden verhinderden de uit gave die nu met subsidie van de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting en de Stichting Dr. Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds toch een feit werd. Saillante bijzonderheden over de in 1973 overleden schrijfster wezen op haar perfectionisme en accuraatheid. Zij heeft voor dit werk zeer veel his torische research moeten verrichten en deed dit op voortreffelijke wijze. Zeker jammer dat "Peu" zoals zij door familie en intimici genoemd werd haar werk niet in druk heeft mogen beleven, het is zeker niet "petit peu" geweest dat zij bijeen heeft gebracht. Het fraai uitgevoerde boek bevat be halve veel tekst een groot aantal foto's van de 17e en 18e eeuwse gebruiks- meubelen. Schitterende stoelen, ban ken, tafels, bedden etc. van ebbehout, sono- en djatihout. Naast historische en architectonische bijzonderheden over de herkomst van de meubels ont vouwt de schrijfster ook op boeiende wijze de koloniale geschiedenis in Azië. De boekenkast van de Raad van Justitie in 1748, een ronde kinderstoel met medaillonmotief, de sober-deftige Raffles stoel van sonohout met ivoor uit 1850, u vindt ze in dit boek met tientallen andere meubelstukken uit tijdperken die zich kenmerkten door voorname chique en waardigheid. De historische chronologie op de laat ste pagina's is een belangrijk toevoeg sel. Toch moet me één ding van het hart. Waarom is in de 12 jaar dat dit manus cript "gelegen" heeft geen poging ge daan om het bij te werken op ontbre kende aspecten van het onderwerp? Zo mis ik een afbeelding van de korsi males, de luie stoel, al dan niet uit- schuifbaar die in geen enkel Indisch huis ontbrak. Evenals het "stilletje" (nachtspiegel) en de kleding "rantang" (er is misschien nog een ander woord voor, ben de naam vergeten) in elke slaapkamer aanwezig, voornamelijk voor ondergoed, handdoeken e.d. En last but not least: het bordenrek, het "afdruiprek" onmisbaar bij de was plaats in de overloop. Het rek stond dan in de tuin en de zon, die potten en pannen en glaswerk droogde. Er was tijd genoeg om voor een supplement te zorgen, waarin afbeel dingen van het koloniale meubilair dat nagemaakt werd door knappe Chinese meubelmakers, maar ook door Indo nesische houtkunstenaars die het met kwaliteit en afwerking niet al te nauw namen. Iemand merkte op: een paar exempla ren van dit boek in Indonesië en bin nen een jaar is de hele archipel van deze meubelen voorzien. Nagemaakt van waroe-hout misschien maar van Sabang tot Merauke kan men zittend en liggend het koloniale tijdperk her beleven. A thing of beauty is a joy forever, wat is daar op tegen? q "Het Nederlands-koloniale meubel" - door J. Terwen-de Loos Prijs 39,50, porto 4,25. 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 27