HET HUIS UIT MIJN JEUGD "Onder de liedjes die ik op de laatste Mr. Cornelis-reünie met Jos aan de piano zong, was ook "Het huis uit mijn jeugd". Het was ook hier Tjalie die mij tot de tekst aanzette. Het was geen gemakkelijke opdracht. Ik had thuis een foto boek van het oude Batavia en daarin was ook een plattegrond van het oude Batavia. Op het plattegrondje zette ik kruisjes op alle plaatsen waar we gewoond hebben. Het zijn er totaal 40 geweest Het huis uit mijn jeugd moet een totaal beeld geven van al die verschillende huizen, maar toch weer herkenbaar zijn voor een bepaald huis. In het liedje schreef ik over het huis op Boekit Doeri. De brede rivier en het erf vol bomen en het snorrende gaslicht. Wat alle huizen gemeen hadden ligt in het refrein opgesloten. 'Dat huis met die tuin vol van bloemen, Met zijn planten, zijn palmen, zijn bomen, Dat huis oud maar dierbaar, dat zo koel was en tóch licht, Waar de zon door de krees toch kon komen." Wat waren die krees toch doelmatiger, maar vooral goedkoper dan de markiezen, die we hier kennen Het huis op deze foto was het huis in Gang Kernolong. Ik heb bijna mijn hele jeugd in een gang gewoond (Gang steeg), in of aan de rand van de kampong, variërend van Gang Rijksman (let op de naam) tot Gang Arab (let op de naam, alweer). Gek dat ik me toen schaamde als ik bij de directeur of amanuensis van de middelbare school, waar ik op geweest ben, mijn adres moest opgeven. Ook kreeg ik last als Pa mij van de grote weg een sado of taxi liet halen; want als je ze vertelde waar ze heen moesten rijden, mopperden de chauffeurs en koetsiers al, vanwege de vele diepe kuilen en gaten (in de regentijd vol water), die fnuikend konden zijn voor de veren van hun voertuigen. Het huis op deze foto was het betere huis. De straat was voor de helft geasfalteerd, het was een groot huis met een prachtige tegelvloer en een heerlijk erf voor ons lievelingsspel "Goal ganti", alleen verwachtte ik van mijn vriendjes pesterijen wat de naam betreft. Dat is ook uitgekomen. Ze noemden mijn straat al gauw Gang Tjolong (stelen), maar bij hun eerste bezoek kwamen ze toch onder de indruk. De grootste troef was wel: we hadden voor het eerst "lam- poe listrik" (electrisch licht). Bij het bekijken van een nieuw huis keken Pong (mijn jongeret broer) en ik het eerst naar de bomen, want we waren echte monjets. Voor het klimmen èn de vruchten waren de mangga, ramboetan djamboebol en de sawo-boom. De tja- gaks voor je katapult waren die van de sawoboom. Het huis had niets daarvan. Ja, een kapokboom, een arenpalm, pi sangbomen en een klapper boom. Mama Soekinah besliste het huis te nemen omdat het gemis aan vruchtbomen ver goed werd door die andere, maar vooral omdat er djeroekbomen (limo en nipis) en geweldige struiken waren met lombok (merah, idjo en rawit). 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 4