poirrié itotel ü>toEdmcfe Een gerenommeerd hotel. Voorouders Zo n oproep in Moesson om iets te vertellen over je voorouders of ouders doet je weer eens realiseren, dat je die inderdaad hebt, anders was jij er niet. Van vaders kant liggen de wortels ergens bij de Hugenoten, gezien mijn beminnelijke naam. Dat is óók wel interessant, vooral in dit jaar, waarin de afstammelingen van die Hugenoten over de hele wereld verspreid, het feit herdenken, dat 300 jaar geleden het Edict van Nantes werd herroepen, hetgeen de uittocht naar verschil lende landen tot gevolg had. Maar voor het artikel in Moesson zal het natuurlijk wel gaan om voorouders, die iets met ons Indië te maken hebben gehad. En die heb ik van moeders kant. Reeds in de 2e helft van de 17e eeuw moet een voorouder Keuchenius als scheepsarts meegevaren zijn naar de Oost op een Oostindiëvaarder. Hij is er niet gebleven. De eerste van dat geslacht, die er zich wel vestigde, was ook een arts. Hij was stadsdokter van Schiedam en bekleedde aldaar ook de functie van schepen. Hij was tevens opperkoopman van de V.O.C., advi seur van Prins Willem V, lid van de Staten van Holland en tresaurier van Oorlog. Hij vertrok na de Franse inval met zijn familie en aanhang naar En geland. In Raffles tijd maakte hij met zijn familie de overtocht naar het verre Oosten. Hij is in 1812 in Batavia over leden. Zijn zoon, nog in Schiedam ge boren, was meester in de rechten en werd in Batavia Raadslid van de Justi tiële Hoge Raad. Diens zoon, ook nog in Schiedam geboren, werd resident van Rembang. Zijn kinderen zijn dus de eersten van mijn voorouders, die sindsdien onafgebroken tot en met de oudste zoon van mijn zuster in dat mooie land geboren zijn. Toen werd dat de "Republiek Indonesia". Doorslaggevend voor Soekinah was ook de toestand van de put, wat na tuurlijk voor de huisvrouw normaal is. Ondanks de hoge huur werd besloten na het afwegen van alle voors en te- gens, het huis te nemen. De salarissen van de familieleden wer den opgeteld en het aandeel van de huur geregeld. Zonder meer I Pa, commies BB 280,p.m Francine (oudste zus) adj. Comm. BB 175,p.m Frits, man van Do mijn zus (employe NIGM) 325,p.m. Tjang, moeder van Pa wed. pensioen sergt. Maj. KNIL f 15,p.m. Totaal 795,p.m. De huur van f 100,was dus makke lijk te halen. Mocht om de een of an dere reden de salarissen verminde ren, geen nood, dan zochten wij weer een goedkopere woning". BEN SNIJDERS Aldus Ben Snijders die als onderschrift van zijn familie-foto summier, maar bij zonder levendig een stukje sociale geschiedenis van een doorsnee Indisch gezin weggaf. Herkenbaar voor de tienduizenden Indische families die in Indië gewoond hebben en voor wie de "huizen uit hun jeugd" onverbleekte herinneringen zijn. De meest bekende zoon van deze re sident was wel mijn overgrootvader mr. Keuchenius. Hij was op 19 jarige leeftijd afgestudeerd aan de Leidse Universiteit als meester in de rechten. Op 23 jarige leeftijd werd hij benoemd bij rechterlijke macht in Nederlands- Indië en op 39 jarige leeftijd werd hij Raadsheer bij het Hooggerechtshof aldaar. In 1845 werd hij benoemd tot secretaris-generaal van de Minis ter van Koloniën in Holland, maar door zijn benoeming tot lid van de Raad van Ned. Indië keert hij naar Java terug. Op 44 jarige leeftijd werd hij gekozen tot lid van de 2e Kamer hier voor de Anti-Revolutionaire partij, waar hij de leiding nam van de groep, die tegen de benoeming was van de toenmalige Minister van Koloniën Myer tot G.G. Dit was de bekende "motie Keuchenius", die leidde tot kameront binding en hem ontslag berokkende uit de Raad van N.-l. Hij bleef echter lid van de 2e Kamer. In het Kabinet Mackay was hij Minister van Koloniën. Maar door zijn inzet voor verandering van het cultuurstelsel, bevordering van "Als ie uitgedanst is, kunnen we dan ver der gaan met boksen?" de Zending en zijn tolerante houding tegenover de Islam en de nieuwe so cialistische partij, verwierp de Eerste Kamer zijn begroting, waardoor zij hem tot aftreden noopte. Hij stierf in 1893 te 's-Gravenhage en bleef tot zijn dood lid van de 2e Kamer. Alles over hem heb ik na de dood van mijn moeder, zijn kleindochter, aan het Rijksarchief gegeven. De broer van de minister was resident van Soerakarta. Hij werd in Batavia geboren, evenals zijn kinderen en na geslacht. Ook al deze nakomelingen hebben posten bekleed bij het Gou vernement. De zoon van de minister was ook meester in de rechten te Ba tavia, evenals zijn zoon, die eerst werkzaam was als B.B.-ambtenaar, maar later evenals zijn broer, die fyto- patoloog was, in de cultures ging. Ook zijn zoon was meester in de rech ten, maar in Holland. Hun zuster, mijn moeder, is ook op Java geboren. Wij, haar kinderen, zijn echter boven de Moesi (letterlijk) op de wereld geko men. De oudste zoon van mijn zus werd nog te Hollandia, Nw. Guinea, geboren, waar haar man, dr. Wester kamp, territoriaal 1ste aanwezend of ficier van gezondheid was, zoals dat gewoonlijk "teog" in de volksmond genoemd werd. En toen habis perkara - geen koloniën meer. Dus de rest werd op Hollandse bodem geboren. Zo was dus de familie van moeders zijde meer dan een eeuw verweven met de geschiedenis van de "gordel van smaragd." E. C. AMIABEL BOKSWINNAAR MET f 120.000,- Ik heb de afgelopen week, begin mei, in Jakarta de bokswedstrijd om het wereldkampioenschap licht bantamge- wicht tussen de Zuid Koreaan, Judo Chung en zijn Indonesische (Ambon- nese) uitdager Elias Pical gezien. Toen Elly (roepnaam) Pical de Zuid Koreaan in de 8e ronde K.O. sloeg, waren alle toeschouwers (8000 man) door het dol le heen. Vooral de Ambonnezen waren niet te houden, ledereen feliciteerde iedereen, het was volmaakt een gek kenhuis I De gelukkige winnaar incas seerde een bedrag van 36 miljoen roe- piah, ongeveer f 120.000,Een fan tastisch bedrag voor een Ambonse jongen van 25 jaar uit Saparua J. DE CEUNINCK VAN CAPELLE Rustig gelegen, dichtbij centrum en Scheveningen. Ruime 1 en 2 per- soons kamers. Uitstekende service. Een hotel waar u zich thuis voelt. Mevrouw J. C. C. M. van Duijvenbode. Sweelinckplein 78 - 2517 GL Den Haag - Telefoon 070-60 80 58 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 5