ik
PAD/TUNS
ik
beoordeling. We vonden het in ieder Satu dua tiga empat,
geval van deze jongelui een aardige Lima enam tujuh setèngah
bijdrage aan dit "ouder-nummer" t,
Berapa tinggi tupai melompat,
Sekali-sekali jatuh ke tanah.
Angela Rookmaker en Alfred van der
Helm studeren in Leiden o.a. Indone-
sië-kunde en behalve de meest beken
de cultuur uitingen zoals batik, wayang,
het eten, ontdekten zij de bekoring
van de literatuur in de vorm van de
pantun. De pantun, het eenvoudige,
vierregelige volksgedichtje oorspron
kelijk door Maleiers gebezigd om ui
ting te geven aan amoureuze gedach
ten wordt bij alle Archipelvolken ge
vonden. In afwijkende vorm ook, want
in de pantun worden vaak de diepste
gevoelens en filosofiën uitgedrukt,
evenals humoristische speelse inval
len. Het is literatuur en poëzie in haar
zuiverste vorm en voor wie óf de taal
kent of het geluk heeft een goede
vertaling van de pantun te vinden,
fascinerende lectuur.
Beide studenten voornoemd houden
zich met deze vertaling bezig en hun
eerste bundel "Pantuns uit het Ma
leis" verscheen kortgeleden bij het
Zeeuwse Kunstenaars Centrum in
Middelburg.
Angela en Alfred waren zo vriendelijk
voor Moesson een viertal pantuns met
de vertaling af te staan. Aan u ter
Kalau tuan mudik ke hulu
Carikan saya bunga kemboja
Kalau tuan mati dahulu
Nantikan saya di pintu sorga
Vertaling:
Ga je de rivier op de bergen in,
zoek mij dan een kambodja-bloem.
Als jij de eerste bent die sterft,
wacht mij dan op aan de hemelpoort.
Vertaling:
Van je ene, tweeë, drieë, viere,
vijf, zes, zeven en een half.
Hoe hoog de eekhoorn ook wil
springen,
vroeg of laat dan valt-ie toch.
Di mana tempat murai berbunyi
Pokok kekabu di tepi kolam!
Di mana tempat kita berjanji
Di dalam kelambu di atas tilam
Vertaling:
Vanwaar o waar klinkt het ekstertje
De kapokboom aan de vijverrand.
Waar o waar hebben wij ons
afspraakje
In de klamboe, op het matras.
INKEER
Tot inkeer komen wij eerst als wij
onze gedachten over wat achter ons
ligt, rustig kunnen overdenken en alle
door ons toen bedachte argumenten
of onuitgesproken z.g. verklarende
tegenwerpingen (uitvluchten), opzij
schuiven. Vaak waren er momenten in
onze jeugd, waarop wij met gebogen
hoofd moesten aanhoren, Wat wij ver
keerd gezegd of gedaan hadden.
Er zullen wel verschillende meningen
en opvattingen zijn over de houding
van onze ouders tegenover ons, hun
kinderen, en omgekeerd, in verband
met het verschil in milieu en achter
grond. Maar één ding hadden wij ge
meen in Indië: het heerlijke klimaat
en de ruimte. De aankomst in Holland
in de winter liet mij dadelijk het ge
mis daarvan voelen.
Alles had ik voorheen als vanzelfspre
kend aangenomen, alle dagen was er
de zon. Warmte was er altijd, niet
alleen buiten, maar ook binnen in de
koelte van ons huis was er de veilige,
beschermende, koesterende warmte
van onze ouders en grootouders.
Met straffe hand en voor anderen mis
schien te streng, werd ons van jongs
af aan bijgebracht wat wij doen of
laten moesten. De sapoe lidi of slof
werd niet gespaard als er niet ge
luisterd werd naar vermaningen, maar
ondanks de pijn, die ik daarbij voelde
en de naar mijn oordeel soms onver
diende beschuldigingen, moesten wij
kinderen deze pijnlijke behandelingen
toch zonder tegenspraak ondergaan.
Eigenlijk was het, althans voor mij,
meer de angst dat iets hard zou aan
komen op je benen of iets hogerop,
dat ik al een keel opzette vóór de klap
viel.
Nu ik tot de bejaarden behoor en het
in huis wat rustiger is na de uittocht
van onze kinderen, kan ik vaak her
inneringen ophalen over mijn ouders,
grootouders en aanverwante familie
leden, want ook deze laatsten speel
den stellig een rol in de opvoeding
van de jeugd, ledereen deed haar of
zijn best om de kinderen met wijze
raad bij te staan, ook als die kinderen
al groot waren en zelf al in het volle
leven stonden, vonden zij bij de ou
deren een gewillig oor voor hun moei
lijkheden of twijfels.
De rust en zichtbare interesse, die
ons daarbij omringden, konden meest
al verhelderend en moedgevend wer
ken t.o.v. de oplossing van vraagstuk
ken, die een ieder van ons wel eens
voorgelegd kreeg
Het geduld, dat onze ouders hadden
om naar ons te luisteren en vragen
volgens hun eigen ervaringen te be
antwoorden, kunnen wij tegenover
onze kinderen, in deze jachtige tijd,
haast niet meer opbrengen, trouwens
de afstand tussen het ouderhuis en
hun eigen gezin is nu zo groot. Zij
kunnen niet meer "even" aanwippen
bij Pa en Ma om hun hart uit te stor
ten en per telefoon missen zij ons
zichtbaar meeleven: een arm om hun
schouders of een ander liefdevol ge
baar.
Dit gemis ervaar ik bij het contact met
onze kinderen en kleinkinderen, die
wij maar zelden zien. Als zij dan bij
ons zijn voor een kort bezoek, is de
vreugde van het weerzien 20 groot,
dat er niet veel tijd is voor een diep
zinnig gesprek.
Die momenten in mijn leven, waarop
Ma, in mijn kinderogen, mij te streng
strafte, heb ik ettelijke malen als in
een film teruggezien en mijn conclusie
is, dat Ma gelijk had, toen zij eens zei:
"straks als je zelf kinderen hebt, zal
je beseffen hoeveel pijn je zelf voelt,
als je je kind hardhandig tot de orde
moet roepen."
Ma is er niet meer; ik heb haar na de
oorlog niet meer teruggezien, maar
haar wijze lessen tracht ik door te
geven aan mijn kinderen en kleinkin
deren, in de hoop dat zij vroeg of laat
daaruit lering zullen trekken.
INKEER
Je stond steeds klaar
bij mijn eerste hapje
bij mijn eerste stapje
je stond steeds klaar
bij pijn van mijn eerste tandje
met begrip, bij mijn eerste standje
je stond steeds klaar
bij mijn ziekbed, in de nacht
om te waken, zonder klacht
je stond steeds klaar
om jezelf te geven
als het gaan zou om mijn leven
je stond steeds klaar
Vergeef 't me Ma
dat ik niet naast je kon staan
toen je klaar stond,
om van ons heen te gaan,
A. WIELINGA-LEFRANDT
9