Brand op de Pasar Gambir
tot de Andrew Sisters, laten we voor
al niet de Temesias Sisters vergeten.
Wie herinnert ze zich nu nog? Ikke,
that's who, maar niet hun namen
Enfin, over de nu volgende periode
('41 -'45) zal ik maar in honderd talen
zwijgen. Het was ietwat minder leuk.
De gezonde ex-POW'ers uit Borneo
werden al spoedig weer gereorgani
seerd en ingedeeld bij het L.O.C. en
zelfs al in november 1945 was orde en
rust weergekeerd in Z O. Borneo. Het
enige vermaak in Bandjermasin toen,
lag in de plaatselijke Stamboel en de
Hitparade bestond uit de volgende
nummers:
"Oh Soetji", "Pengajoeh", "Dibawah
Sinar Boelan" en natuurlijk "Bengawan
Solo"
Ook herinner ik me Oud en Nieuw, die
wij, een klein groepje gestationeerd in
Tandjoeng-Moeroeng Poedak, bij invi
tatie vierden met een Ambonnees de
tachement onder Vaandrig Kiemeney
te Amoentai. Nou dan, de Sajang Ke-
né's, Rasa Sajangé's en Manisé's wa
ren niet van de lucht
Heel spoedig echter wenkte de almach
tige BPM ons weer en werden wij in
gedeeld bij de 3e Olie Compie van het
Technisch Bataljon te Balikpapan.
Balikpapan, wat een stad! Platgescho
ten en totaal verwoest door lucht
en zeebombardementen, leverden die
ruïnes en puinhopen ons als vooroor
logse BPMers, een tragische aanblik
op. Toch heerste er geen neergesla
gen atmosfeer. Integendeel. De om
geving had weinig te maken met de
algemene stemming van optimisme,
blijdschap dat de oorlog was afge
lopen, dat de zware last van vele jaren
was afgevallen en de uitbundige dank,
dat wij er levend vanaf gekomen wa
ren.
De terugkerende ex Japan krijgsge
vangenen, sommigen reeds verenigd
met families uit Java, mengden zich
met de achtergebleven Australiërs en
Amerikanen en de plaatselijke Chine
zen en Indonesiërs en iedereen was
er op uit voor een "good time". De
bilik en tin toko'tjes en restaurants
sprongen op als paddestoelen. Tenten
kampen in de heuvels en aan het
strand, oude bangsals en woningen
gerepareerd, vernielde fabrieks- en
kantoor-complexen werden opgeruimd
en opgebouwd Het was een druk le
ventje overdag. Maar 's avonds was
het plezier maken.
De talrijke kantines waren altijd druk
bezocht, tot barstens toe gevuld met
uniformen en new-look japonnen. Eén
van de populairste was de "Manilla
Club" van de Manillagangers, die ons
altijd trachtten te overtuigen hoe be
roerd zij het hadden gehad in Japan.
Alsof zij de enige waren die de Japan
se rustkuur hadden genoten.
Van Manggar, Sepingang, Klandasan
tot Seritossa en Kampong Baroe was
het altijd een druk gedoe. Jive, Jitter
bug en Boogie Woogie, maar ook
Foxtrot en Rumba en Slowwals. Don't
fence me in, Sentimental journey, One
dozen roses, In the mood with Glen
Miller enz. enz Het kon niet op.
Wat een plezier weer Amerikaanse
films te zien in de Australische open
lucht bioscoop, vaak doordrenkt door
een tropische regenbui. Wat gaf het,
dat je jeep of vrachtwagen tot de assen
in het rulle zand of de modder was
gezakt. Iemand zou je er wel uittrek
ken. Wie daarop lette was een knies
oor, en die hadden we daar niet veel.
Laat mij nu eens één van die post-war
nummers horen en ik ben gegaran
deerd terug in Balikpapan.
Zie ik nu soms een trosje van die wit-
rode bloempjes, die wij gebroken hart
jes noemden en dan zie ik in gedach
ten weer het lief gezichtje van, voor
mij, het enigste meisje uit het "Parra-
natta Compound" tentenkamp in Ba
likpapan. Maar dat is "another story"...
Nu zult u zich wel afvragen, wat heeft
dit alles te maken met de titel van dit
verhaaltje "Boengoer"?
Wel, lieve mensen, erg weinig Maar
u weet wel hoe dat zo gaat, je springt
in gedachten van tak tot tak, totdat je
zelf de draad verliest.
Soms zie je hier die sierboompjes met
prachtige bloesems, die men "Crepe-
myrtle" noemt. Vraag me niet naar de
latijnse naam, maar ik heb ze ook in
mijn tuintjes gehad. En vaak zei ik
tegen mezelf: Ik ken jou wel, maar
hoe heette je dan vroeger? Ziet u al
weer? Geheugen-nja kaja saringan.
Totdat op een goede dag Moesson's
Kerstnummer 1984 verscheen. Dank u
wel Moesson, hartelijk bedankt, na
tuurlijk zegBOENGOER
Ook de Moesson-redactie heeft soms een makkelijke dag. De heer Ph. J. van Tour uit Dordrecht zond ons foto's van de
Pasar Gambir-brand. D'Oriënt jaargang 1931 leerde ons wat er aan de hand was op die 25e augustus 1931:
"Dinsdagmiddag omstreeks kwart voor vijf zagen wij uit ons kantoor geweldige rookwolken opstijgen boven Rijswijk.
Onmiddellijk reden wij, het ergste vreezend, naar de plaats des onheils. Op het Koningsplein zagen wij een geweldige
vuurzee en het kwam ons voor, dat het gansche bamboegewrocht een prooi der vlammen moest worden. Doch onze
brandweer was paraat I Was er in den aanvang pech omdat onvoldoende druk op de waterleiding spuiten onmogelijk
maakte, kon men het grote paviljoen van Versteeg, waar de brand door kortsluiting was ontstaan, niet redden, toch
wist men te voorkomen, dat het vuur oversloeg op de andere paviljoens.
Maar eind goed, al goed. Na het doven der vlammen werd direkt met de wederopbouw begonnen en de volgende dag
al was een nieuw paviljoen Versteeg verrezen.
11