Kake Moyangku oftewel mijn voorouders
In 1968 geboren en opgegroeid in Amsterdam uit ouders, die beiden zijn geboren
en getogen in het oude Indië, raakte ik medio 1979 onder de indruk van de stam
boomnavorser of met een duur woord Genealoog. Natuurlijk weten mijn ouders
(gelukkig nog) wel wie hun ouders en grootouders waren, maar dan houdt alles
op.
Maar in het najaar van 1979 kwam een
voor ons wildvreemde (blonde) dame
van 53 jaar op bezoek en stelde zich
voor als Francine Emmy van Swieten,
echtgenote van Andrew Witte uit Am
sterdam, doch sedert 1964 naar Aus
tralië geëmigreerd. Na de kennisma
king bleek al gauw, dat die dame een
volle nicht was van mijn vader, Frans
John Ponder.
Haar moeder heette Bertha Louise Ni-
colaas Ponder en was een oudere zus
ter van mijn grootvader Victor Johan
nes Nicolaas Ponder. Tante Dee zoals
zij wordt genoemd, en mijn vader zijn
kleinkinderen van Wilhelmus Lamber-
tus Nicolaas Ponder, geb. 5 febr. 1871
en overl. op 4 april 1932 te Banjoe-
wangi.
Tante Dee kwam met nog veel meer
familie-gegevens van de vorige eeuw.
Zij is een verwoed genealoge en niet
alleen de familie van haar eigen ou
ders, maar ook die van haar schoon
ouders interesseert haar. Zij, die sinds
haar geboorte een Van Swieten is, haar
vader was Gerardus Leendert van
Swieten, weet meer van de familie
Nicolaas Ponder Ponder dan menig
een, die met die achternaam is ge
boren. Aan de hand van de akten van
de Burgerlijke Stand in de vorige eeuw,
kon worden vastgesteld, dat de oor
spronkelijke volledige achternaam is
geregistreerd als Nicolaas Ponder. De
door menig familielid geopperde ver
onderstelling, dat Nicolaas een voor
naam zou zijn, kan daardoor terzijde
worden geschoven, want ook de vrou
wen droegen die naam, terwijl Nico
laas toch typisch een jongens voor
naam is. Ook van hen, die later, om
welke reden dan ook, hun achternaam
hebben verkort tot Ponder.
Conclusie:
De Nicolaas Ponders en Ponders zijn
familie van elkaar. Mijn vader heet
volgens zijn geboorte-acte (kennelijk
door een misverstand van de Javaanse
schrijver van de Burg. Stand in Pa's
geboortedorp Ambarawa) gewoon Pon
der, maar Pa wist van zijn 13e jaar al,
dat hij net als zijn vader en diens voor
vaderen, in feite Nicolaas Ponder moet
heten. Pa heeft de boel "gemakshalve"
maar zo gelaten, maar heeft wel vanaf
zijn zonen, de vaste voornaam Nico
laas ingevoerd, terwijl de meisjes als
vaste voornaam Nicoline dragen. Mijn
twee oudere en gehuwde broers heb
ben deze "naamgeving" bij hun kin
deren voortgezet. En dat zal ik later
ook doen.
Met de door Tante Dee verstrekte
familiegegevens, probeert mijn tot 1980
op genealogisch gebied totaal onver-
32
schillige vader, een stamboom van de
Nicolaas Ponders/Ponders samen te
stellen, maar stuit op voor hem on
overkomelijke hindernissen om uit te
vinden wie hoort bij wie
Oproep:
Welke Nicolaas Ponder Ponder van
Oost- of West-Java, Riouw of elders
onder de Moesson-lezers kan en wil
mijn auditief en visueel gehandicapte
Pa met onze stamboom helpen? Vaders
adres is Stenghof 146 - 1034 NS Am
sterdam. Bijvoorbaat dank.
Wij allen - zo heeft men mij verteld -
zijn toch nazaten van voorouders, die
hetzelfde "beroep" uitoefenden als
Piet Hein, de veroveraar van de Zilve
ren Vloot en Henry Morgan, die later
in de (engelse) adelstand is verheven.
Pa zou ook heel graag willen weten
uit welk deel van Europa de voorou
ders van zijn vader kwamen.
De voorouders van Ma, Mathilde van
Kempen, kwamen naar alle waarschijn
lijkheid uit Brabant (De Kempen?). Bij
deze familienaam kwam Pa niet ver
der dan de in 1848 (waar?) geboren
Francois van Kempen, die gehuwd was
met Louise Henriëtte Asmus.
Bij voorbaat dank voor uw medewer
king.
Bij de familie van de moeder van
vader, Amalia Frieda Martha Portier,
komt Pa niet verder dan Johan Bernard
Portier, omstreeks 1850 in Semarang
geboren. Bij de familie van zijn schoon
moeder, Eduarda van Soest, komt Pa
wel achter de geboorteplaatsen in Ne
derland, namelijk Johannes Lourentius
van Soest, geb. 1850 te Alkmaar en
die was gehuwd met Louise Frederika
Bolle, eveneens in 1850 geboren en
wel waar ik 118 jaar later ter wereld
kwam, Amsterdam.
Ziedaar in vogelvlucht mijn voorouders
uit Europa. Door gebrek aan gegevens
over mijn kakè-moyang van Indonesië
(of ander Aziatisch land?), kan slechts
vermeld worden, dat mijn overgroot
moeder van vaderskant, een Javaans/
Madoerese vrouw was, die Darwati
heette, omstreeks 1870 nabij Kalisat
(Oost-Java) was geboren en vóór de
Pacific oorlog in Banjoewangi over
leed.
De families, die in de vorige eeuw en
in deze eeuw t/m 1925 aan de Nicolaas
Ponders Ponders zijn geparenteerd
zijn: Damp (1870), Bruins (1843), d'Ar-
noud van Boeckholtz (1883), Rantin
(1871), Tonsuta (1843), Braun (1867),
Snarff (1865), Kolijn Lefeu (1852),
Meyer (1856), Paul, Van Swieten, Be-
rendhuysen, Portier, Sleebos, Michel
en zeker nog vele anderen.
Hoewel onze achternaam in de loop
der jaren van een vijf-lettergrepige
reeds is verkort tot een tweeletter
grepige, zijn er nog altijd (voorname
lijk Indische) vrienden van Pa, die hem
aanroepen met Pon. En volgens Pa,
riepen zijn Javaanse mede-studenten
het indertijd, naar javaans gebruik, bij
de laatste lettergreep, dus Nder.
Wie weet, misschien ga ik die achter
naam in de toekomst weer wijzigen/
verlengen in bijvoorbeeld: Ponder de
Moqume Nord, maar voor het zover
is, blijf ik,
EDWARD NIC. PONDER
WONDERLIJK
In de zomer van 1977 tekende onze
zoon, Bart, wonend en werkend in Am
sterdam, in bij een Amsterdams reis
bureau voor een sportieve reis per
busje, trekkend door Marokko. Tot het
kleine gezelschap, meest jongelui, be
hoorde één ouder echtpaar uit Castri-
cum. Aan het einde van de reis, zeiden
zij tot onze Bart: "Kom je ons de
foto's als ze klaar zijn, laten zien in
Castricum, Bart?"
Zo gebeurde en Bart ontmoette er zijn
Astrid, één van de twee dochters van
het echtpaar. Zij zijn alweer zes jaar
getrouwd I
Maar wat was nu zo bijzonder aan
deze ontmoeting?
Het echtpaar E., Astrids ouders en
schoonouders dus van onze zoon, ble
ken vele punten van overeenkomst met
ons, Barts ouders, te hebben. Zij wa
ren evenals wij in Rotterdam getrouwd,
beide mannen waren geboren en ge
togen in Rotterdam.
De beide moeders hadden hun wieg
in Indië staan, Soerabaja mevrouw E.
in 1930 en ik Mr. Cornelis in 1923.
Beide echtparen kregen 2 kinderen
met 14 maanden verschil.
Maar toen Bart door Astrid aan haar
grootouders van moeders zijde werd
voorgesteld, bleek oma - na het U
allen bekende "kemana, kesana en wat
was je grootvader dan in Indië, Bart
en hoe heette hij?" als jonge vrouw
ook op het eiland Ceram gewoond te
hebben. Daar had ze in het plaatsje
Piroe in de jaren 1924-1928 mijn ouders
(mijn vader was in die jaren kapitein
van het KNIL) en hun toen drie jonge
kinderen, waaronder ik, Barts moeder,
ontmoet.
Hoe wonderlijk kan het leven lopen,
hoe klein is onze wereld dan als daar
ver weg, op één van die duizenden
eilanden in de gordel van smaragd,
mensen elkaar ontmoeten in de jaren
twintig, nooit meer iets van elkaar
horen of zien en de kleinkinderen slui
ten in 1978 door een toevallige ont
moeting, een huwelijksverbond.
A. DE LEEUW-VAN ARKEL