Twee Vincentius-jongens GUESTHOUSE "BELRUVYA" Eén werd vermoord, één ging met de V.U.T. Hendrik Karssen en Guus Weinhold. Twee jongens die opgroeiden in de Vincen- tius-jongenstehuizen in Batavia, waarover u in Moesson van 15 juli j.l. iets heeft kunnen lezen. Guus maakt het goed. Enkele maanden geleden heeft hij gebruik gemaakt van de VUT-regeling en elke dag vroeg opstaan hoeft hij dus niet meer. Toch doet hij dat wel, want hij heeft een werkzaam leven gehad en dan blijf je niet zomaar opeens liggen. Trouwens, hij heeft nog veel te doen, onder andere werk ter ondersteuning van het Vincentius-werk in Indonesië. Toen de oorlog dreigde, meldde Guus zich aan als vrijwilliger. Hij werd niet direkt geaccepteerd, misschien omdat hij toen nog statenloos was. Wel werd hij als burger-dienstplichtige als ordonnans ingedeeld bij de L.B.D. (Luchtbeschermings Dienst). In maart '42 'kon hij en een andere Vincentius-jongen nog koeriersdien sten verrichten: over de Poentjak naar Sindanglaja en later naar Tjitjoeroeg bij Soekaboemi. Op de fiets. Waar ze kwamen was het rustig en in bermen en sloten zagen zij veel materieel van burgers en militairen, veelal nog intact. Na de Japanse capitulatie meldde Guus zich bij Intercross-Traffic, aan het Waterlooplein in Batavia. In op dracht van het Rode Kruis moesten voedseltransporten verzorgd worden naar de interneringskampen en daarna moesten bedreigde Europese gezinnen worden geëvacueerd. Eén transport, heeft Guus teleurgesteld. Dat was eind september '45, toen hij een met tros sen bananen afgeladen vrachtwagen het Tjideng-Vrouwenkamp binnenreed. "Jasses, alweer bananen" kreeg hij van een van de dames te horen, een gezegde dat hij nooit heeft vergeten. Guus heeft gewerkt in Nieuw-Guinea, aan de Delta-werken en in de wegen bouw in Duitsland, Suriname, België, Denemarken en in de Libische woes tijn. Laatstelijk heeft hij in Rotterdam en omgeving gewerkt. Nu is hij in de V.U.T., maar zoals hij zelf zegt "nog steeds fit want ik ben en blijf een Vincentius-jongen". En dat meent hij, zijn pogingen om her en der interesse te kweken voor de Vincentius-vereni- ging, ook een stukje Indische geschie denis, getuigt daarvan. Enkele dagen voor zijn 24e verjaardag kwam Hendrik Karssen om het leven. Door 9 bajonetsteken van zijn Japanse executeurs. Bij het uitbreken van de oorlog was Hendrik ingedeeld bij de Patrouille-dienst. Hij was een van de velen die in kleine vaartuigen probeer den om Java's kust voor indringers te vrijwaren. Na de landing van de Jap wist hij tijdig uit Tjilatjap te ontkomen. Hij trok met kameraden naar Bandoeng om zich daar bij een Marine-bataljon aan te kunnen sluiten. De strijd was daar echter reeds gestreden en hij werd krijgsgevangen gemaakt. Samen met soldaat J. Mercus en kanonnier A. Hielkema ondernam hij een vlucht poging, maar die mislukte. Na mishan deling veroordeelde de Japanse krijgs raad hen ter dood: niet door de kogel maar met de bajonet. De Japanners wilden een voorbeeld stellen en daar om moesten alle krijgsgevangenen toe kijken. Toen het moment van executie op die 22e april 1942 in Bandoeng daar was, riep Hendrik Karssen "Doe Hendrik Karssen die blinddoek af". Een Japans officier trad naar voren en deed wat gevraagd werd. Toen spuwde Karssen hem in het gezicht, waarop de executie direkt plaatsvond, ledereen wendde zijn ge zicht af, maar men hoorde nog luid en duidelijk en voor de laatste keer Hen drik Karssen's stem: "Leve de Ko ningin". Kort na de oorlog werd Karssen post- huum onderscheiden met de bronzen leeuw en enkele jaren later werd een communicatievaartuig van de Marine naar hem genoemd. Dat was een zeld zaamheid want in 120 jaar was geen enkel Nederlands oorlogsvaartuig naar een schepeling genoemd. Hendrik Karssen, militie matroos, stbkn 718/D, is behalve oorlogsslachtoffer, ook oorlogsheld geworden. Zijn helden daad was het spugen in het gezicht van een Japanner en het betuigen van trouw aan de Koningin. Je zou je kunnen af vragen wat er nu echt voor heldhaftigs is verricht. Maar dat is typisch een vraag voor 40 jaar na dato. Toen, op dat momenl, vlak voor het moment van Guus Weinhold de dood, was Karssen een man, een held en wij citeren nu het Bandoengsch Dagblad "De Courant" van vrijdag 30 augustus 1946: "Hetgeen ons in zijn moedig gedrag het meeste treft, is de bijna boven- menschelijke zelfbeheersching waar mede hij de normale gevoelens van zijn natuurlijke "ik" voor zijn doods vijand wist te verbergen. Want ge kunt ervan verzekerd zijn, dat deze jongen ondanks al zijn flinkheid en tot het laatste toe volgehouden bravoure, in nerlijk zal hebben gebeefd voor het geen te gebeuren stond. Vrees is im mers een even natuurlijke aandoening als honger en dorst, liefde en haat. De vijand die hem den dood steek ging toebrengen, hoonde hij met de diepste verachting die een mensch kan uiten: door hem in het gezicht te spuwen. In dien hoon, in die uitdaging had hij de wereld overwonnen In de tropen met hun groote contrasten tussen licht en donker, zien de "be langrijken" zich in het felle licht der belangstelling geplaatst, terwijl de massa, waardoor de samenleving wordt gedragen, in de diepe duisternis der slagschaduwen verborgen blijft. Twin tig jaar had deze matroos Karssen in de schaduw geleefd, totdat hij in het uur van zijn beproeving een stap naar voren trad en in het felle zonlicht kwam te staan R.B. lalan Cempaka Putih Tengah 1/19, JAKARTA. Tel. 021 -415283. 8 2-pers. kamers, met ontbijt en kl. was. Alle kamers voorz. van AC Ligging in centrum. VW-Combi/bus voor overland tours aanw. ATTENTIE Tot nieuwe regeling genoodzaakt. EENMALIG GRATIS AFHALEN SLECHTS VAN CENGKARENG Airport mits vooraf aangekondigd. Geldt niet voor plotselinge call's vanuit Airport. Inl.: dhr. E. STEEN, Freesiastr. 60, 4904 CS Oosterhout, tel. 01620-56031 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 18