&ranje-<3-lotel
REAL ESTATE
COSTA DEL SOL
HET ZWARTE
TOVERMIDDEL
Wie heeft er wel eens gelogeerd in dit Oranje-Hotel. Of wie
heeft er wel eens langs gelopen? Dan kunt u redactie Moes
son natuurlijk ook zeggen in welke plaats dit hotel stond,
want dat weten wij weer niet. De plaatsnaam schrijven we
dan achter op de foto en die wordt vervolgens zorgvuldig
opgeborgen in ons foto-archief in de map "Hotels". En
wanneer wij of iemand anders later nu net deze foto nodig
hebben, vissen we blij het gewenste uit de map en anders
blijft die er zitten. Jaren en jaren en jaren, misschien altijd
wel en dus zou die dan net zo goed verscheurd, weggegooid
en verbrand kunnen worden. Maar dat zal niet gebeuren,
want iedereen is dan allang vergeten dat er nog een foto vari
dit Oranje-Hotel bestaat. Een donker bestaan in een map in
een stalen ladekast is dan ook het verdere lot van deze foto,
want weggooien zullen wij hem niet, want ook deze foto is
een stukje verstild Indië waar mensen aankwamen, sliepen,
aten, lachten en weer vertrokken. Op reis of een nieuwe
standplaats tegemoet. Dat stukje bewaren wij, al is het in
een map in een la en wanneer iemand ernaar vraagt, kunnen
wij deze foto tonen, want op de achterkant staan'dan de
Waar stond dit Oranje-Hotel
gegevens die wij elkander vertellen. Zo gaat dat en het is
goed zo.
Mijn broer en ik leerden van onze
djongos vliegers maken. Van zorgvul
dig zelf gesneden bamboelatjes en Ja
pans rijstpapier; als lijm werd uitge
wreven zachtgekookte rijst gebruikt.
De vliegers waren vrij klein en werden
uiterst nauwkeurig uitgebalanceerd. Zij
mochten vooral geen staart hebben,
want zonder dat minderwaardige hulp
middel (voor slechte vliegers) moesten
zij rotsvast in de lucht kunnen hangen.
Op jouw commando moesten zij linkjs
en rechts kunnen duiken of pijlsnel
gaan klimmen. Alles met de bedoeling,
de draad van de tegenstander door te
snijden. Een kunst waarin ik, al zeg ik
het zelf buitengewoon bedreven was.
Werd een vlieger in een gevecht los
gesneden, dan schreeuwden wij niet
als Benkok (Moesson 15-11-1983) "pu-
tus of "dèl", maar "lajangan pedóóót".
En dan begon de grote jacht op die
vlieger, want wie hem ving werd de
nieuwe eigenaar.
Op een goede, nee ik moet zeggen,
kwade dag (ik moet toen 6 a 7 jaar zijn
geweest) was het weer eens zo ver.
Ik had een vlieger-gevecht gewonnen
en liet bliksemsnel de zorg voor mijn
vlieger aan mijn broer over. Als eerste
spurtte ik weg en had goede kansen,
de pedotte lajangan te vangen. Op blo
te voeten brak ik alle snelheidsrecords
en ik kwam dichter en dichter bij de
losse draad. Maar op het moment dat
ik die wilde pakken zag ik naast mij
een jongen op een fiets (de onspor-
tieveling) die hetzelfde doel had als ik.
En omdat hij meer aandacht had voor
de vlieger dan voor zijn stuur, slinger
de de fiets vreselijk. Een botsing was
onvermijdelijk en wij belandden beiden
nogal hard op de grond. Hij kwam er
af met wat builen en schrammen, voor
mij waren de gevolgen ernstiger: een
spaak van het voorwiel was dwars door
mijn rechterhiel heen gesneden.
18
De diepe wond werd in het zieken
huis en later door verschillende artsen
behandeld. Hij wilde echter maar niet
dicht groeien. Ook niet tijdens het
daarop volgende verblijf van bijna een
jaar in Nederland. Al die tijd liep ik
op een schoen en een slof en leed ik:
veel pijn.
Terug in Indië gingen wij een keer op
bezoek bij Opa Micola en Oom Oet
(beiden Micola von Fürstenrecht's,
heeft iemand van u hen gekend?). Dat
waren van die heel stoere mannen die
aan de bosrand ergens in de binnen
landen woonden en zij bezaten gewe
ren die groter waren dan zij zelf. Opa
Micola was weliswaar klein van stuk,
maar hij was beresterk. Een echte
krachtpatser die ook graag met zijn
kracht patste. Hij presteerde het, een
kroonkurk tussen duim en wijsvinger
van de rechterhand dubbel te knijpen,
een zilveren rijksdaalder door midden
te breken en een dik telefoonboek in
tweeën te scheuren, dat alles zonder
hulpmiddelen, uitsluitend met de blote
handen
Oom Oet was eveneens een stoere.
Hij wist alles van pentjak af en gaf zijn
dochters (hij had geen zoons) een be
slist mannelijke opleiding. Soms moes
ten zij hun eten, opgehangen aan een
touw in een boom, daar uit schieten.
Lukte dat niet, pech, dan geen eten I
Nu, bij dit stel moesten wij zo nodig op
bezoek. En dat heb ik geweten! Nau
welijks was het verhaal van mijn wond
verteld, of ik werd door Opa Micola in
een ijzeren houdgreep gevat, waarna
Oom Oet de wond met een in benzine
gedoopte kokosborstel tot bloedens
toe schoon boende. Ondanks de helse
pijn heb ik geen kik durven geven,
want dat had alleen maar een nog har
dere aanpak opgeleverd. Opa Micola
en Oom Oet vonden toch al dat ik door
mijn ouders te soft werd opgevoed. De
nu weer gapende wond werd door
Oom Oet vol gesmeerd met een zwar
te zalf die hij, naar hij beweerde, van
een doekoen in het bos had gekjregen
en die wonderbaarlijke geneeskracht
zou bezitten. Mij kwam het echter toen
voor alsof hij gewoon wagensmeer had
genomen en mij maar wat op de mouw
spelde.
Wat heb ik indertijd dat leuke uitje ver
vloekt en mijn hele familie er bij! Maar
al gauw had ik alle redenen om Opa
Micola en Oom Oet intens dankbaar
te zijn; wat namelijk aan zachte heel
meesters gedurende reeds anderhalf
jaar maar niet wilde lukken, kregen zij
met slechts één enkele, weliswaar ui
terst ruwe, behandeling voor elkaar:
na een week was de wond dicht en
spoedig daarna geheel genezen
Dit was het verhaal van een ware ge
beurtenis in mijn jeugd die helaas heeft
veroorzaakt dat ik nooit weer een
pedotte lajangan heb kunnen vangen.
Jammer, maar het zij zo. Ik ben nu erg
benieuwd of iemand onder u de me
dische wetenschap zou kunnen dienen
met het recept van het zwarte tover
middel. Ik denk van niet, hoewel, je
weet het nooit
PRET KAMPRET
(Fred Mariouw Smit)
Nu uw eigen
STUDIO,
APPARTEMENT,
HUIS of VILLA
aan de zonnigste zuidkust van
Spanje, met 330 dagen zon per
jaar. Nederl. begeleiding, ook
na uw aankoop, v.a. 26.000,
R. P. DE BOER, Groenoord 101,
2401 AB Alphen a/d Rijn. Tel.
01720 - 3 47 47 b.g.g. 4 36 17.