Herder van een weerbarstige kudde
MGR. RONALD PHILIPPE BAR
Om 16.00 uur precies werd de volgende bezoeker aangekondigd en kwam aan
het gesprek, dat om 15.00 uur was begonnen, een einde en dat was jammer want
uitgevraagd en uitgepraat waren we nog lang niet. Eerlijk gezegd waren we ook
wel een beetje afgedwaald van het tevoren opgestelde vragenlijstje, maar dat
krijg je wanneer je praat met iemand die weet waar hij het over heeft en die niet
tot de laagstgeplaatsten (of geroepenen) behoort. En die iemand was Ronald
Philippe Bar, beter bekend als monseigneur Bar, bisschop van Rotterdam. Wij
waren reeds gezeten toen hij binnenkwam en zich verontschuldigde dat zijn boord
nog niet helemaal goed zat, maar het was dan ook erg warm die dag. De koffie
schonk hij zelf in en voor de gelegenheid staken we een sigaar op (dat deed
meneer pastoor vroeger thuis ook), zelf bleef hij zijn caballero trouw en opende
het gesprek door te zeggen dat hij Moesson leest omdat het leuk is om af en toe
iets van vroeger te herkennen.
In Menado werd hij geboren, op 29 juli
1928. Pa was inspecteur bij het onder
wijs, speciaal belast met Indonesische
talen. Ma was dochter van een pre
dikant en heette Louina Johanna Hue-
ting. Door het werk van Pa had het
gezin Bar nauw contact met de Javaan
se wereld, vooral die in en rond Ken-
dal, waar Ronald zijn jeugd heeft
doorgebracht op de gebruikelijke In
dische wijze: vrij en blij en toch ge
borgen. Tot en met de kampjaren heeft
Ronald in Indië geleefd, toen is hij
naar Nederland gegaan om te stude
ren, maar de Indische jaren zijn nog
steeds deel van zijn leven.
En toen ging het "fout" met het inter
view, want we gingen "even" over op
vraag 21, die luidde "of monseigneur
opgelucht was geweest toen de Paus
Nederland veilig had verlaten". "Ik
kan niet ontkennen dat met name de
gebeurtenissen in Utrecht mij wat zor
gen baarden, maar we moeten toch
vooral kijken naar het goede wat het
bezoek van Zijne Heiligheid voor velen
heeft betekend," was daarop het ant
woord van de bisschop, die na het
Gymnasium in Utrecht theologie stu
deerde (omda't hij aanvankelijk do
minee wilde worden), filosofie in
Rome, weer theologie in Parijs en in
1954 was ingetreden bij de Orde van
St. Benedictus in de abdij van Cheve-
togne in België, waar hij als pater-
econoom werkzaam was. Verder ver
meldt zijn staat van dienst dat hij
hoofdluchtmachtaalmoezenier is ge
weest, vicaris-generaal van het bis
dom Rotterdam en dat hij na enkele
andere ambten benoemd werd tot bis
schop van een bisdom dat niet direkt
het centrum van bloeiend katholiek
leven genoemd mag worden. En de
buurman van het bisschoppelijk "pa
leis" (dat een gewoon herenhuis is),
is het Rotterdamse hoofdkwartier van
de N.V.S.H. Een kleinigheid weliswaar,
maar het valt op als je zo aan komt
lopen en het is misschien wel symbo
lisch voor veel dingen in deze tijd, ook
wat betreft de katholieke kerk en die
kerk is het werkterrein van Ronald
Bar.
"Was er niemand die iets wilde on
dernemen tegen Popie Jopie, een pro
ces bijvoorbeeld?" "Natuurlijk waren
er veel stemmen die iets wilden doen,
maar waarom zouden we iets doen?"
"Een stuk zelfrespect tonen?"
"Weet U wat de moeilijkheid is: de
verdeeldheid onder de katholieken
zelf. Hadden we wat willen onderne
men, dan zouden velen dat onnodig
hebben gevonden."
"Maar vele anderen zouden er blij
mee geweest zijn. Wordt U nooit dood
moe van al die gelovigen?"
(Hij lacht), "Nee, moe word ik er niet
van. Sommige dingen doen me wel
pijn."
Mgr. Bar is apostel in Rotterdam,
herder van een deel van de kudde
"en kent U een kudde die niet weer
barstig is. Geen herder gaat op stap
zonder hond en zonder stok." Deze
uitrusting doet vermaningen vermoe
den en af en toe wat tikjes, maar zo
die al worden uitgedeeld door het
katholieke bevoegde gezag, een groot
deel van Neerlands katholieken schijnt
zich daar weinig of niets van aan te
trekken, waardoor een van de pijlers
van deze kerk, gehoorzaamheid, al
flink is aangetast.
"Hebt U behalve geloof in God ook
nog geloof in katholieken en in de
toekomst van de kerk?"
"Ja natuurlijk heb ik dat. Een kudde
is voortdurend in beweging, weerbars
tig soms, maar het is een kudde en
wil dat ook zijn. Mijn taak nu is het
hoeden en leiden van die kudde. Het
voortbestaan van de kerk is gelukkig
geen mensenwerk."
"Bent U ook hoeder van het katholie
ke geloof, anders gezegd, hebt U nog
tijd voor wat anders dan de grillen en
grollen van weerbarstige schapen?
"Die twee dingen moet U niet los zien.
Zonder geloof geen kudde en omge
keerd. Kijk, we leven nu, en iedere
tijd, ook deze, heeft recht op een
eigen aanpak. Zaken die vroeger nau
welijks of niet aan de orde waren,
bijvoorbeeld het ongehuwd samen
wonen, zijn thans problemen en we
zijn nog bezig te leren daarmee om
te gaan. Het goede van vroeger en
het goede van nu moeten we proberen
te zoeken èn te bewaren."
"Wat is tegenwoordig goed?"
"Dat zal moeten blijken, in ieder ge
val moet het datgene zijn, dat als goed
wordt ervaren en dat ingepast kan
Mgr. Bar tijdens het gesprek dat de redac
tie van Moesson met de bisschop mocht
hebben.
(foto: Ralph Boekholt)
worden in het geloof en in de kerk."
"Hebben de katholieke autoriteiten
binnenskamers al grenzen bepaald, zo
van dit pikken we nog wel en dat be
slist niet."
"Dat is de vraag wanneer iets nog wel
en wanneer niet meer katholiek is.
Laat ik dit zeggen: wanneer iemand
bij mij komt vraag ik of hij katholiek
is. Punt. Met een antwoord als "ik ben
kritisch katholiek" heb ik moeite want
met gedraai schep je geen duidelijk
heid."
"Wel eens heimwee naar het rijke
roomse leven van Bomans?"
"Nee, geen heimwee. Ik denk er soms
wel met dankbaarheid aan terug, maar
met terugkijken komen we niet ver
der. Neemt overigens niet weg dat ik
mij soms best afvraag wat ik moet met
al datgene van vroeger dat voor mij
van belang was en eigenlijk nog is.
Monseigneur Bar gaat binnenkort voor
het eerst terug naar zijn geboorteland.
Een stuk blijvende herkenning zij hem
van harte gegund.
Na dit min of meer informele gedeelte
van het vraaggesprek stelden wij de
bisschop nog een paar vragen, liggen
de op specifiek kerkelijk terrein. Bij
een onderhoud met een kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleder is het niet
wel mogelijk de kwestie dat de Katho
lieke kerk sedert het Tweede Vaticaan
se Concilie in een crisis verkeert, te
omzeilen. In dit verband vroegen wij
Mgr., hoe hij staat tegenover het feit
dat velen zich afvragen, of er na Va-
ticanum II zoal niet in theorie, dan toch
in feite een andere kerk is ontstaan.
Er is geen terrein van het kerkelijk
leven aan te wijzen, dat geen ingrij
pende veranderingen heeft ondergaan,
kortom de Katholieke kerk is onherken
baar geworden.
"De kefk is nog steeds dezelfde, er
is wel een andere kerkvisie gekomen.
Als men de decreten van het Eerste
4