poirrié
VISSEN OP ZEE
KIMM Indische spekkoek
11
TJILIWOENGSTRAAT 30, SOERABAJA 1941
Zo weggezakt als ik ben in een diepe stoel
zo is mijn "weten" weggezonken.
't Lome oog volgt, en moet volgen
Kleine, blote voeten, fladderen blij zo blij
van taak tot taak; reppend reddert zij
zo licht, zo teer en toch zo vast.
vol gratie, koelte; de lange witte handen
inéén gedrukt soms als een heel jong kind
en murmelend onbestemde wijsjes
die ik half hoor.
Zo reppend, reddert door het huis
omhelst mij soms.
Ik sluit het weg, diep in mij
en leef los van deze aarde.
BERS BERS
grote puinhoop omgetoverd, er ston
den nog enkele tientallen mensen
langs de weg en op de Pasar, druk te
converseren en te discussiëren. Me
rendeels waren het mensen uit Pan-
dansari of de nabije kampongs. Wij
ondervonden gelukkig geen moeilijk
heden op een enkel scheldwoord na.
De vier Chinese toko's waren leeg
geplunderd en eveneens met de grond
gelijk gemaakt. Later vernamen wij
dat de Chinezen vermoord waren.
Maar, te Waroengasem aangekomen
- een omweg per dokar was niet
mogelijk - stonden wij wel doodsang
sten uit. Dankzij de koelbloedigheid
en spraakkunst van onze koetsier,
kwamen wij heelhuids door Waroen
gasem. Wat die man al niet had moe
ten praten, onvoorstelbaar, anders
waren wij zeker met z'n allen naar de
eeuwige jachtvelden gestuurd. De
Chinese toko's waren eveneens ge
plunderd en in een chaotische toe
stand achtergelaten. Links en rechts
van de weg lagen lijken, in de gau
wigheid kon ik niet zien of het van
Chinezen of Indonesiërs waren.
In Pekalongan aangekomen, werden
wij door de veld-politie aangehouden,
die adviseerde ons via Bendan de
stad in te rijden, daar de Chinese-wijk,
van voor de aloon-aloon tot aan de
Lodjie-brug, zwart zag van de mensen.
Hun bedoeling was de toko's leeg te
plunderen, niet wetende dat zij op
zware tegenstand zouden stuiten. De
Chinezen verdedigden zich met hand
en tand, met als resultaat tientallen -
naar vertellen honderden - doden onder
de rampokkers. Voor de Chinees was
het destijds des te zwaarder; vrouwen
en kinderen - niet allemaal - in kam
pen te Kedoengwoeni en Wonopringgo
ondergebracht zonder noemenswaar
dige bewaking, zomaar overrompeld
en op een gruwelijke manier vermoord
en de mannen in de stad vechtend
voor hun leven. De politie had de
handen vol en de militairen hadden
zich strategisch teruggetrokken. Wij
namen onze intrek in Tien's huis en
verbleven daar enkele maanden.
(wordt vervolgd)
"Wat bedoel je met "geklets in de ruimte?"
Met vakantie thuis op Tegal. Wat een
zaligheid de zee daar en natuurlijk met
je eigen djala of werpnet er op uit om
in zee, achter de visveiling, oedang te
vangen. Geleerd van Pa Din, een vis
ser die achter de soos woonde. Twee
keer op een sembilang getrapt en dat
deed pijn, mensen. Het is een donker
grijze vis met snorharen en twee ste
kels opzij en één op z'n rug. Je voelt
de pijn omhoog trekken, je enkels,
knieholte, je lies en het duurt wel
twee dagen eer je de pijn kwijt bent.
Met die Pa Din die een majang, d.i.
een grote vissersboot of prauw, had
in de haven, ben ik vaak meegeweest,
de zee op. 's Morgens vroeg al koppie
toebroek bij hem thuis drinken en om
5 uur naar de haven om nog voor zons
opgang met landwind uit te varen.
Die landwind ontstaat doordat het
land 's nachts afkoelt en het zeewater
warmer is, terwijl 's middags een zee
wind waait als het land warmer is dan
de zee. Uit de mangrovebossen zag je
ontelbare witte zeilen komen, net vlin
ders en allemaal de zee op. Op zo'n
kilometer of zes uit de kust werd het
net van 2'/2 m breed en een diame
ter van wel 60 meter uitgezet en lang
zaam binnengehaald. De jongste zoon
van Pa Din voer met een djoekoeng,
een uitgeholde boomstam, langs de
buitenkant van het net om de vissen
te beletten over het net te springen,
met z'n roeispaan op het water klet
send. Wat er toen gevangen werd was
zo'n verscheidenheid aan vis en alles
Stort f 21,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98,
Amsterdam-Z. Tel. 020 - 62 84 61.
werd gesorteerd en in manden gedaan.
Kemboeng, banjar, lajoer, bawal en
nog veel meer soorten vis, maar ook
zeeslangen die puur giftig zijn. Het
was een tijdrovend werk en het net
werd soms maar vier of vijf keer uit
gezet. Op de tocht naar zee en ook
terug sleepte ik een lijn met een grote
haak met een kippeveer er aan, achter
de boot om tengiri te vangen, een
roofvis die wel zo wild is, dat een
karper een kleine jongen lijkt.
Zo'n majang is een houten boot van
ongeveer 2 m breed en 8 m lang, met
een groot rechthoekig zeil, mooie
sierlijke boten. De mast is kort. Tegen
een uur of één weer terug naar de
visveiling en je zag daar een verschei
denheid aan vissen, manGewone
haaien, hamerhaaien, zaagvissen, reu
ze kakaps, kakap merah, krapoes, ba-
wal, tengiri, noem maar op, van alles.
Tegen vier uur was alles weg en de
vissers gingen met hun loon naar Pa
sar Sorè om eten te kopen, maar Pa
Din zei: "Ajo njo, makan doeloe," dat
was bij hem thuis. En kwam ik dan
zelf thuis dan kreeg ik vaak te horen
van de ouwe heer: "Je komt alleen
thuis om te eten en te slapen," maar
als hij een vette tongkol zag, glim
lachte hij alleen. Na zo'n vakantie zag
je er uit, mensen - zwart- gosong
door de zon
A. DEVOS