DJATI PITTEN (VIII)
Belijdenis
door mevrouw F. Beudeker-Gerrits
De Directrice stond erop, dat de oudere meisjes op Catechismus gingen. Ik was
één van de zes leerlingen. Eén keer per week moesten we naar catechisatie. De
Bijbellessen waren niet zo eenvoudig, al die Bijbelse namen onthouden viel niet
mee. De boeken van het Oude Testament: Genesis, Exodus, Leviticus enz. En met
wie was Jacob getrouwd? O ja, met Lea, maar ook met Rachel. We overhoorden
elkaar. In de grote zaal zaten we onze lessen te leren. De Directrice kwam wei
eens kijken en vroeg belangstellend hoe het ging. De eerste 8 boeken uit het
Oude Testament kende ik op mijn duimpje, dan kreeg je de volgende 7, daar had
ik moeite mee. Dan Jesaja, Jeremia enz. kende ik wel vlot.
Moes lachte zo'n beetje toen ze ons
aanhoorde, maar ze was er van ver
zekerd, dat we er zouden komen. In
tussen maakte mijn moeder de witte
jurk, die ik op de belijdenis op 26 maart
zou dragen. Ééntje van zijde pique,
met lange mouwen en een hoog boord
je. Mijn moeder is nooit op kniples ge
weest toch wist ze aan de hand van
raderpatroontjes, die ik voor haar
moest overtrekken leuke jurken voor
mij en haarzelf te maken. De jurk was
haast klaar op de zoom na, die ze ge
lijk moest knippen.
Toen ik met het week-end naar haar
toe mocht gaan, moest ik de jurk aan
doen en liet ze me op een tafeltje staan,
zodoende kon ze de rok gelijk knip
pen.
In de Grote Oude Kerk vond de aan
neming plaats. De Kerk was tot de
laatste plaats bezet. Natuurlijk kwamen
enkele Djatizusjes mee, om ons gees
telijke steun te geven. Het was net of
je voor een examen stond. Ik werd er
zenuwachtig van om zoveel mensen
om me heen te hebben. Na de 3 Be
lijdenisvragen beantwoord te hebben,
was ik iets rustiger, de spanning was
geweken. Foto's werden gemaakt, die
na 46 jaar dat ik dit schrijf, even mooi
zijn gebleven.
Kerstfeest
Moes Backer liet het Kerstfeest niet
ongemerkt voorbij gaan. Een grote
Kerstboom liet ze midden in de grote
recreatiezaal zetten. De groteren moch
ten helpen om de zilveren slingers, de
Kerstballen en het mooie engelenhaar
aan de boom te hangen. Moes zou
voor een ieder een cadeautje hebben,
dat had ze ons verzekerd.
Toen de 1e Kerstnacht aanbrak ston
den we om de Kerstboom geschaard
en Juffrouw de Jongh zat reeds aan de
piano, klaar om ons te begeleiden bij
het zingen. Moes Backer gaf te ken
nen welke liederen we moesten zingen.
En zo zongen we: 'De herdertjes lagen
bij nachteen natuurlijk ook "Stil
le Nacht, Heilige Nacht." Na het zin
gen kwam er een pauze, we kregen
wat versnaperingen en drinken. De
cadeautjes werden uitgedeeld. De ou
dere meisjes, waaronder ikzelf kregen
een foto-album met enkele foto's van
onze pitjes. Leuke foto's, die na jaren
nog in m'n album staan en me weer
doen denken aan die mooie tijd. haast
zorgeloos. Moes Backer zorgde voor
ons, zij regelde alles voor ons. Ook
een foto van Moes Backer zelf met
haar twee assistenten. In de plaats van
juffrouw de Jongh was een andere ge
komen: juffrouw Horrace. Gezellig za
ten ze geschaard aan de ronde tafel,
die Ali, onze djongos, zo zorgvuldig
had gedekt (zie Moesson 1 mei '85).
Ali stond in zijn wit gesteven pak ook
op de foto. Nog een foto, waarop onze
Directrice stond. Ze schepte erwten
soep uit een grote pan en de pitjes
konden in kleine witte kommen hun
aandeel halen.
De foto's, die ik liefheb en me aan die
tijd doen denken zijn in mijn hersens
gegrift. We kregen er ook een vers
of lied bij, dat Moes zelf had gemaakt.
Het bestond uit 3 coupletten.
Zo klonk het:
"ONS DJATI-HUIS
Nooit zullen wij U vegeten
O, huis van onze jeugd
Waar wij ons leven sleten
In kinderlijke vreugd
Het huis waarin wij speelden
\Naar klonk een gulle lach
Waar wij ons nooit verveelden
Bij d'arbeid dag aan dag.
Ons huis gestut door liefde
God's liefde hield er wacht
En wat ons deerde' of griefde
Steeds werd ons troost gebracht.
De ene hielp de ander
Er heerst een goede geest
Eéndrachtig met elkander
Zijn wij altijd geweest.
Nooit zullen w'U vergeten
O, heerlijk Djatihuis
Zelfs als wij zijn gezeten
Straks in ons eigen huis
Wij zullen van U spreken
Tot man en kind'ren saam
Nooit zal dat beeld verbleken
Hoog houden wij Uw naam.
Ja, Moes Backer heeft het toen reeds
geweten: "Nooit zullen wij U vergeten,
o, heerlijk Djati Huis".
(slot volgt)
Moes Backer bij het uitdelen van de erwtensoep.
13