Een stuk koraal in
de Pacific Oceaan
Biak 1953-1955
Ons bootje, de onvolprezen Higgins was op weg van Seroei naar Biak, ten noorden van de Geelvinkbaai. Mijn gezin be
vond zich aan boord en op de enigszins woelige zee verschenen witte schuimkopjes, die aanduidden dat er ruw weer op
komst was. Door het schommelen van het bootje zagen mijn vrouw, de kinderen en oma wat wit om de neus. Het duurde
niet lang of zij verdwenen weldra in de benedendeks kajuit. Ik stond op mijn favoriete plaatsje; vóór de boeg. Daar kon je
de dolfijnen zien, die speels voor het schip uit aan het krijgertje spelen waren. Men vertelde mij: waar dolfijnen zijn,
daar ontbreken de haaien. Daarom zijn zij de vrienden van de zeelieden.
Links: Woning van de controleur van Biak in het oude stadsgedeelte. Rechts: Verschillende uitvoeringen van quonset-woningen.
KOLONIST OP NIEUW-GUINEA (X)
Eindelijk naderden wij de haven van
Biak en wat later meerden wij aan de
kade die door de Amerikanen was aan
gelegd. De verovering van dit eiland
had heel wat mensenoffers geëist. Dui
zenden Amerikanen waren ingezet voor
de invasie op dit deel van het eiland.
Velen sneuvelden of werden gewond.
De Jappen hadden van het eiland met
zijn talloze grotten en holen een ware
fortificatie gemaakt waar zelfs zware
bombardementen en beschietingen van
het scheepsgeschut geen vat op had
den. Een geforceerde landing was nog
de enige mogelijkheid om het eiland
in handen te krijgen. En dat ging ten
koste van zeer vele jonge Amerikaan
se levens I
Bekende grotten waren: de "Japanse
grot" en de "blauwe grot". De eerste
was een grote sombere ruimte onder
een rotsformatie, compleet met gangen
en nissen. Naar men mij vertelde werd
hier het noodhospitaal ondergebracht
met daarnaast opslagplaatsen voor
munitie en ander oorlogstuig.
De "blauwe grot" was een merkwaar
dige caverne, waar in het diepste ge
deelte van de binnenruimte een grote
diepe poel lag met helder koel drink
baar water. In dit ondergrondse zwem-
basin zag je in het water een nauwe
opening in de rotswand. Men vertelde
mij dat het water in verbinding stond
met andere ondergrondse meren. Er
deed ook het verhaal de ronde dat een
Amerikaans verpleegster deze commu-
nicatie wilde onderzoeken en de nauwe
opening in de rotswand in zwom. Zij
is echter nooit meer teruggekomen I
Ik kan voor de juistheid van dit verhaal
niet instaan. De blauwe kleur van
het water was mogelijk een lichtreflec
tie; vandaar de naam. Een feit was dat
de Jappen tijdens de belegering niet
van dorst behoefden om te komen.
Maar zij kregen het wel warm toen de
Amerikanen uiteindelijk hun toevlucht
moesten nemen tot het gebruik van
vlammenwerpers en vaten met benzine
die zij in brand schoten.
Het eiland Biak had een silhouet van
een plat gedeukt hoedje. Het heuvel
land stond bekend als "tafelberg" of
"de Ridge". Het zuidelijke deel had
een brede kuststrook die naarmate je
naar het oosten of westen ging, smal
ler werd. In het westelijk gedeelte re
zen de kalkrotsen steil uit zee omhoog
met hier en daar een inham, meestal
gekoppeld aan een klein dorpje. Het
oostelijk gedeelte was minder rots-
vormig en daar lagen de dorpjes Parai,
Bosnek, Saba en andere. Overigens
was het gehele eiland overdekt met
laag struikgewas (bush-bush) en naar
het heuvelland toe rezen de woud
reuzen uit de grond. Klapperbomen en
papajaboompjes trof je alleen om en
nabij de kampongs. Op dit rotsachtig,
kalkig en zanderig eiland groeiden niet
veel vruchtbomen. De landbouwvoor
lichting o.l.v. Don van Genderen deed
haar best om daarin verbetering te
brengen.
Een politie-jeep bracht ons naar Sori-
do waar het Marine-etablissement en
de Politiekazerne gevestigd waren. Ons
huis was evenals dat van andere kader
leden een quonsthut; dit is een over
langs doormidden gesneden drum-in-
het-groot. Er waren wat gaten uitge
zaagd voor deur en ramen, die met
muskietengaas waren overtrokken. Dat
was dus ons home. De manschappen
van de Marine waren niet veel beter
ondergebracht. Allemaal restanten van
het Amerikaanse leger. Pas vele maan
den later kregen wij échte huizen nabij
Mokmer toegewezen, d.w.z. huizen op
gebouwd uit steen. Aan het vervaar
digen van de benodigde bouwstenen
waren heel wat proefnemingen vooraf
gegaan.
Men had bij gebrek aan klei-grond
moeten experimenteren met een sa
menstelling van zand, kalk(steen), ce
ment en andere grondstoffen om een
bruikbare bouwsteen te verkrijgen.
Toen men het experiment achter de
rug dacht te hebben werd aan de hui
zenbouw begonnen. Helaas had men
geen rekening gehouden met de ne
venwerking van het gebezigde mate
riaal, want na verloop van tijd begon
nen de muren hier en daar vochtige
plekken te vertonen die groen uitsloe
gen! Men kwam na onderzoek tot de
conclusie dat het zand een te hoog
zoutgehalte had. Naarstig werd toen
naar een zoutvrije zandgrond gezocht
en toen deze werd gevonden kon de
produktie van de (betere) bouwstenen
worden hervat.
6