Paatje Daum en Goena-Goena
ORIENT TRAVEL B.V.
Orient 1
Travel vj
door Greet Gaudreau
Bij de tweede druk van "Goena-goena" van P. A. (Paatje) Daum, vooral bekend
onder zijn schuilnaam Maurits, schreef E. du Perron een zo indringend voorwoord
dat er weinig aan toe te voegen is. Trouwens, wie kan het beter zeggen dan
Du Perron? Het staat er allemaal al: Daum's realisme dat soms verward wordt
met cynisme, zijn "helder verstand en voortreffelijk hart", zijn vertellersgave en
vloeiende stijl waarmee hij het Indische publiek van zijn tijd zo boeide. Aan die
soms versmade feuilleton-stijl, schrijft Du Perron, dankt men intussen zijn directe
en levende dialoog "die bij alle eenvoud heel wat minder onnozel is dan die van
veel zogenaamd betere literatuur."
"Goena-goena", "een van Daum's
gaafste romans", kwam uit in 1889,
bijna een eeuw geleden. De hoofdper
sonen zijn notaris Bronkhorst en zijn
vrouw Marie, kapitein Borne en zijn
vrouw, die hun buren en vrienden zijn
en mevrouw Borne's nicht Betsy den
Ekster die gedurende een logeerpartij
bij haar tante en later als huisgenote
van de Bronkhorsten een ware ver
woesting aanricht in hun huwelijk.
Indische lezers, vooral de oudere, zul
len dit boek vooral opnemen uit nos
talgie, om even in beeld, geur en klank
het oude Indië te voelen. Dat vinden
zij zeker hierin terug zoals het overal
in de Indische literatuur terug te vin
den is. Daarin is Daum niet verschil
lend van andere Indische schrijvers;
men ademt Indië op elke bladzij in.
Maar het onverwacht bijdetijdse van
dit boek merkt men niet zo gauw op,
het speelt tenslotte in de negentiende
eeuw.
Het kan niet anders dat in "Goena-
goena" met rijtuigen gereden wordt,
dat militairen met rammelende sabels
rondlopen en dames lange rokken
dragen. En nostalgische lezers her
vinden hierin het oude, vredige, wat
trage en zeker wat beperkte leven van
gewone mensen die vanzelfsprekend
hun plichten vervullen en de gewone
burgermoraal van hun tijd in acht ne
men. Zo ver verwijderd van deze op
gewonden, bandeloze tijd dat het haast
komiek aandoet.
Sommige scènes zijn ontroerend van
ouderwetse drama waarbij mannen die
hoge ruzie hebben elkaar nog steeds
met U en meneer aanspreken - en geen
enkel gemeen woord! Het hoogtepunt
van een drama, waarin de potige re
sidentsvrouw Betsy den Ekster te gra
zen neemt, wordt tussen neus en lip
pen afgehandeld: en daar werd
naar de waarheid gezegd. Goede he
mel! Zij zat erbij, krijtwitDaum
vertrouwt erop dat de lezer (en vooral
de lezeres) zich levendig genoeg kan
voorstellen wat er gezegd wordt zon
der schokkende woorden - die trou
wens in die tijd toch niet gebruikt
zouden zijn.
Midden in dit echt negentiende-eeuw-
se verhaal treft men hier en daar pas
sages aan die men niet zou verwach
ten van een Victoriaan. Daum laat
bijvoorbeeld Marie Bronkhorst zeggen,
naar aanleiding van een onverwachte
uitgave van haar vriendin: het
kost toch beider geld." Dan realiseert
haar man zich plotseling, dat is waar,
zijn inkomen is ook van haar; zij past
op het huis en de kinderen en heeft
recht op haar aandeel van het geld dat
binnenkomt. Het moderne zit erin dat
Daum zelf dat zo vanzelfsprekend
vindt, in een tijd waarin de samen
leving, ook de vrouwen, het huishoud
geld min of meer beschouwden als een
gunst van de man; hij verdiende im
mers het geld, haar werk thuis werd
niet in aanmerking genomen. Later,
tenminste in West-Europa, is dat ge
lukkig veranderd; huisvrouwen waren
zich ook zonder de hulp van Dolle
Mina's vanzelf bewust van hun waarde
en dus van hun eigenwaarde. Vréémd
dat juist dit laatste decennium, bijna
een eeuw na Daum, vrouwen aange
moedigd werden om te klagen dat ze
zich voelen als maintenées omdat ze
huishoudgeld van hun man moeten
aannemen.
Du Perron vindt Daum's mensenken
nis een beetje ondiep hoewel zij "in
haar soort compleet is." Hiermee be
doelt hij misschien dat Daum niet te
veel probeert te analyseren, dat hij
vertrouwt op zijn eigen inzicht in de
mensen die zijn beperkte wereld be
volken. Maar het is in zijn eigen soort
compleet omdat hij scherp genoeg
ziet. Maar cynisch? Een cynicus ziet
zwart waar geen zwart is, hij wantrouwt
en veroordeelt eigenlijk alles en ieder
een; een realist ziet situaties en men
sen zoals zij zijn en dat doet Paatje
Daum. Oudere Indische mensen her-
kènnen als het ware de figuren in zijn
boeken. En zijn humor, op zichzelf
gevarieerd, van mild tot venijnig, van
teder tot openlijk vrolijk, vloeit onge
dwongen door heel zijn verhaal.
Als men eenmaal Daum bekijkt vanuit
een ander oogpunt dan als de tempo
doeloe-verteller uit een samenleving
die zo verzonken is als Atlantis, dan
wordt men aldoor getroffen door zijn
scherpe waarnemingen. De menselijke
natuur schijnt nooit te veranderen,
maar de wijze waarop die natuur door
de mens zelf bestuurd en beheerst (of
niet beheerst) wordt verandert aldoor.
Voor de Nederlands-Indische gemeen
schappen van de negentiende eeuw
waar het uiterlijke en het ophouden
van "fatsoen" alles beheerste, moet
Paatje Daum's vuurwerk verblindend
zijn geweest, maar ook hoogst onder
houdend. Hij ontziet hooggeplaatsten
noch gewone burgers, mannen noch
vrouwen, blank noch bruin. De plaat
selijke dames, afgunstig op de jonge
Marie Bronkhorst met haar prachtige
inboedel en ogenschijnlijk gelukkig
huwelijk, worden pas haar bondgeno
ten wanneer Marie, tot hun voldoe
ning, getroffen wordt door schandaal;
de plaatselijke heren die verontwaar
digd doen over het gedrag van de
notaris meesmuilen onder elkaar in de
soos over "die leuke vent" "die snoe
per"; als Betsy de Boosdoenster ten
aanschouwe van de hele goegemeente
geen traan laat bij de dood van haar
man, huilt haar tante voor twee, ge-
gêneerd door "de hardnekkigheid der
weduwlijke traanklieren." Er is een
feestje en men maakt zich op om te
gaan dansen, de dames wiege
lend op haar' heupen, het hoofd ach
terover, haar waaiers bewegend, ge
reed als strijdrossen die het eerste
kanonschot hoorden vallen." Raak,
vrouwen hebben altijd veel meer van
dansen gehouden dan mannen We
staan klaar als strijdrossen (lang ver
dwenen zinnebeeld) zodra de muziek
inzet.
Voor vrouwen is alleen de figuur van
Marie Bronkhorst wat moeilijk te ne
men. Ze is een oer-degelijke, eerlijke,
maar naïeve vrouw die zo opgaat in
(ANVR)
GARANTIEFONDS
REISGELDEN
plus BANGKOK, SINGAPORE, SUMATRA, JAVA retour f 2.445,— I I I
AUSTRALIË met stop JAKARTA retour f 2.800,— I I
RETOUR BANGKOK VOOR SLECHTS
RETOUR JAKARTA
BALI
f 1.395,—
f 1.795,—
Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020-24 25 38
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 63 83 67
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM
Tel. 020-23 74 84
10