Poelau wèh LAATSTE LUISTER (I) Uitzicht op de schiterende baai van Sabang. door Victoria Kaulbach en Dr. J. J. C. H. van Waardenburg Brommend vloog de Catalina over de beboste bergen van Sumatra en hing als een reusachtige roofvogel in de blauwe lucht. In de smalle ruimte van de cabine zaten de passagiers opgepropt als de bekende haringen in een ton. Alleen de piloot met de tweede man naast zich kon zich iets vrijer bewegen. De laatste tuurde telkens door een verrekijker van links naar rechts. Met de mecanicien en de telegrafist vormden zij de bemanning. De mecanicien luisterde aandachtig naar het gebrom van de motor. Aardeman, één van de inzittenden, deed dit ook met angst in zijn hart, alhoewel dit alles te prefereren was boven alle verschrik kingen van de Japanse overheersing, die hij nu acher zich liet. Zijn zes mede passagiers zaten op nauwe, vastgeschroefde klapstoeltjes, die meetrilden met het vliegtuig. Bergen bagage lagen opgestapeld in het smalle pad tussen de stoelen: kisten met voedsel, een grote baal van goeniezakken die een "spare motor" bevatte en dan de schamele uitrusting van de inzittenden. Het constante vi breren en het oorverdovende motor geronk maakie het bijna onmogelijk een gesprek te voeren. Het toestel, een Catalina van de Ma rine, vloog op deze blijde dag in sep tember 1945 van Medan naar Sabang. In de enge ruimte, bekneld tussen ba gage en de wand, zat iedereen in eigen gedachten verdiept. Deze beknelling deed niets af aan de vreugde die hen vervulde, want nog geen maand ge leden waren zij bevrijd uit de Japanse concentratiekampen. Nu hadden zij hun taak weer opgenomen. Bevrijding I Aardeman soesde weg voor zover dat mogelijk was in dit in ferno van geluid en zijn verkrampte houding. Ongelooflijk dat alles voorbij was! Wat was er veel gebeurd in de maand die achter hem lag. Pas één maand geleden? Toen de bevrijding uit de Japanse kam pen in augustus 1945 dank zij de atoombommen op Hiroshima en Naga saki, eindelijk aanbrak, was het nog juist op tijd geweest voor hem. Voor vele anderen te laat. Die lagen op het kerkhofje in Bangkinang begraven. Al enige maanden tevoren begon dat eigenaardige gevoel wortel te schie- De serie artikelen "Laatste luis ter" die wij in dit nummer ope nen, is een vervolg en tevens de afsluiting van de serie "Pal men en Pasirahs", die in 13 af leveringen verscheen in de 27e en 28e jaargang van Moesson. Deze serie eindigde met de in ternering van de ass.-resident Aardeman door de Japanse over weldigers in het kamp Bangki nang op Midden-Surnatra. Na de internering werd hij opgeroepen om zijn taak als ambtenaar van het Binnenlands Bestuur op nieuw op zich te nemen. ten, dat er iets gaande was. Ondefini eerbaar en toch - als een vleugje bloe mengeur: Een afstraffing die uitbleef - ongehoord in de Japanse tijd. Het rantsoen waarin onverwachts een groot stuk vlees zat, afgeleverd door een grijnzende aannemer. Hoe kwam die man ineens zo menslievend? Extra por ties bruine bonen - welk een vrijgevig heid De Japanse commandant, altoos tuk op eerbetoon en buigritueel, die zich ineens onverschillig afwendde toen één van de uitgemergelde kamp bewoners hem eerbiedig naderde. Deze slordig geklede sergeant kwam dagen lang niet tevoorschijn en zou dronken en laveloos als een vaatdoek in het wachthuisje liggen, volgens de alwetenden, die door de reten van het houten huisje hadden gegluurd. Ook de heiho's die de wachttorens beman den, waren niet meer zo heldhaftig. De reden? Men giste I Men droomde. Men hoopte. Vliegtuiggebrom was hoorbaar geweest in de verte. Men overwoog - zou het dan toch eindelijk? Men durfde er niet verder op door te denken, alhoewel het hart versneld sloeg achter de zichtbare ribbenkas ten. Men aanvaardde de augustus- hitte, de blubberpap met gelatenheid, alsook de doden, die dagelijks in de grond werden gestopt. Meer was het niet. Echt begraven was er niet meer bij. De overgave van de Japanners over viel vriend en vijand dan ook als een taifoen I Midden in het oerwoud van Sumatra, verstoken van enig nieuws omtrent het oorlogsgebeuren behalve wat uit de binnengesmokkelde Japse kranten kon worden afgeleid, kwamen plotseling bij Bangkinang zeven para chutisten (onder wie een zekere Schot se Majoor Langley) als wapperende engelen uit de hemel vallen. Vroege kerstengelen in Khaki die de blijde boodschap kwamen brengen. Men ge loofde ogen en oren niet, toen zij, gewapend met stenguns de vrede ver kondigden. Een bizar kerstverhaal op een verkeerde tijd opgevoerd in de groene hel van een Jappenkamp in het oerwoud! En toch was het waar! Geen dwang meer, noch honger. Voedsel- droppings, die gejuich ontlokten aan de verhongerde skeletten. Een roes van vreugde in mannen- en vrouwen kamp Alhoewel beide kampen bevrijd waren, had het geruime tijd geduurd alvorens enkele vrachtauto's de geïnterneer den dwars door Sumatra naar Padang konden brengen. Het eerst waren de Britten aan de beurt voor transport, een man of 60, die op de vlucht van Singapore in 1942 in midden-Sumatra waren gestrand en geïnterneerd. Daarna kwamen de Hollanders. Zij werden met militaire bussen naar Pa dang overgebracht. En wel door de Japanners, die ineens van duivelse on derdrukkers waren omgetoverd in be schermengelen! Dwars door republi- 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 6