Denk aan uw landgenoten
in Indonesië voor wie het
leven een grote zorg is.
Stichting HALIN
GIRO 308
TJOET NÜA DIN
richten, lijsten van het Rode Kruis. Op
Sabang zelf troffen Aardeman en Pie-
kaar enige jaargangen kranten aan, die
naarstig werden bestudeerd. Het wa
ren Japans-Maleise kranten die alles
vermeldden wat er tijdens die voor hen
berichtloze periode in de Japanse tijd
was voorgevallen. Wat er was gebeurd
op scholen, welke propaganda er ge
voerd was, wat er was voorgevallen
in Atjeh, wat er met de ondernemingen
in Atjeh en in het Medanse was ge
daan. Kortom een vruchtbare oogst
aan mededelingen haalden beiden uit
deze jaargangen. Zij stelden rapporten
op. Piekaar had het voornemen dit al
les te boek te stellen, wat later ook
gebeurde (zie "Atjeh en de oorlog met
Japan", door Dr. A. J. Piekaar, uitgeve
rij W. van Hoeve, 's-Gravenhage-Ban-
doeng 1949).
Ondertussen wachtte Aardeman op de
komst van zijn vrouw. Hij kreeg regel
matig berichten uit Medan en eindelijk
was het dan zover. Maar deze hereni
ging werd teleurstellend. Zij was dus
danig verzwakt, dat zij beter dadelijk
naar Nederland had kunnen vertrek
ken. Nauwelijks in Sabang aangeko
men, kreeg zij een malaria aanval.
Vanuit Sabang zond Aardeman nu ge
regeld spionnen naar de overwal. Daar
lag Atjeh in zijn volle pracht te wach
ten op de blanda's die geen voet aan
wal konden zetten. De Atjehers in Sa
bang, die familie hadden wonen in
Kota Radja, hadden met een smoes
per prauw kunnen doordringen in de
kampongs aldaar. Maar zij beweerden
dat het er voor de Nederlanders le
vensgevaarlijk was. Als vanouds
wachtte Aardeman steeds weer op de
terugkomst van zo'n informant. Zijn
bevindingen: - Als U voet aan land zet,
snijden zij uw hals af (koh takoeë
Teveel wapens, teveel haat, toean. Zij
willen merdeka
Dat magische woord - een uitvinding
van Soekarno? - was als een vonk
overgeslagen over de gehele archipel
en verwekte een roes, erger dan arak!
ledereen kon doen en laten wat hij
wilde I Merdeka I Dat de vrijheidsstrijd
al op Java woedde, was Aardeman al
eerder ter ore gekomen. De vroegere
"heiho's" die toen al collaboreerden
met de Japanners, hadden zich tot
bendes geformeerd. Rampokkende pe-
loppors, noemde Aardeman ze. Euro
peanen werden vermoord. Het binnen
land was er niet meer veilig.
Er bestond geen bestuur, noch was er
een leger dat de orde kon handhaven.
Van het gezagsvacuüm maakten vele
raddraaiers en subversieve elementen
dankbaar gebruik. Gezag is alleen
sterk in één hand en die hand ontbrak.
De mensen uit de concentratiekampen
waren te zwak om iets te doen. Neder
land lag te ver weg en niemand had
zich voorbereid op deze nieuwe strijd
- alleen de bevolking Merdeka I
De Gouverneur van Sumatra, Spits, en
de Resident ter beschikking Beek be
zochten Sabang enkele keren. Hun
laatste bezoek viel in december 1945.
Zij deelden Aardeman mee, dat verblijf
in Sabang geen zin meer had. Hij kreeg
de opdracht naar Singapore af te rei
zen. Zonder enige uitleg wat dit te
beduiden had. Toevallig vertrok enige
dagen later een KPM-schip van Sa
bang naar Singapore via Medan, waar
op hij en zijn vrouw zich inscheepten.
Dat gebeurde begin januari 1946.
In Medan stapten zij van boord. Daar
trof Aardeman zijn oudste zoon aan.
Die was uit Bandoeng gekomen, waar
hij de HBS had bezocht voor de oor
log en daar was geïnterneerd. Na de
bevrijding had hij kans gezien naar
Medan te vliegen. Conform de op
dracht vertrok Aardeman twee dagen
later naar Singapore. Zijn vrouw en
zonen zouden in Medan op scheeps
gelegenheid naar Nederland wachten.
Alhoewel Aardeman recht had op re
cuperatieverlof, bleef hij op zijn post.
Vele ambtenaren waren al met recu
peratieverlof vertrokken, maar in zijn
hart sluimerde de hoop eens resident
te worden. Als hij naar Holland zou
vertrekken, zouden anderen deze pro
motie wellicht aangeboden krijgen.
Overigens, hij zou ook wel tevreden
zijn geweest met zijn werk als assis
tent-resident. Hij was blij, dat zijn zie
ke vrouw en zijn beide zoons konden
repatriëren en veilig waren en in Hol
land weer konden opknappen.
En alweer klom hij in een vliegtuig met
bestemming Singapore. Alweer met
angst in zijn hart. Maar het kon niet
anders. Singapore wachtte achter de
kim.
(wordt vervolgd)
STICHTING
HULP
AAN
LANDGENOTEN
INDONESIË
Nassau Zuilensteinstraat 9,
2596 CA DEN HAAG
Tel. 070-24 54 67
De geschiedenis van een
Atjehse vorstin
door M. H. Székely-Lulofs
Het levensverhaal van de vrouw van
de roemruchte Atjehse verzetsheld
Tekoe Oemar, dat een goed beeld
geeft van de schilderachtige Atjehse
samenleving omstreeks de eeuwwis
seling.
Prijs 27,50, porto 4,25
BOEKHANDEL MOESSON
KANTJIL
Hij is geen poteling. Wat hij
ook aantrekt, slobberen om zijn
schouders doet het. Hij draagt
een zwaar zwart montuur en erg
ver boven een toonbank reikt hij
niet. Vroeger werd hij vaak na
geroepen en kleine kinderen
doen dat soms nog. Maar hij
loopt dan door, het hoofd op,
flinke pas en de armen wat
zwaaiend. De buurt kent hem en
wanneer hij wordt gegroet is het
antwoord een ferme hoofdknik
en een schaduw van een glim
lach. Zijn pas wordt dan nog
steviger.
Hij is geen knappe kop, maar
heeft er wel een. Wanneer ie
mand op het werk hem om hulp
vraagt, nodigt hij met een ge
baar plaats te nemen, pakt zijn
fijnschrijver en vraagt met open
bruine ogen "wat wil je weten"
en dat op zo'n toon dat alle
schroom voor de eventuele stu
piditeit van de vraag wegvalt.
Hij is dan een reus die op papier
voorrekent en uitlegt hoe hij dat
doet. Met dezelfde open ogen
kijkt hij dan of de ander het be
grepen heeft. Zonodig begint hij
rustig opnieuw. Dank voor de
uitleg ontvangt hij met een knik
en een echte glimlach.
Thuis komen doet hij altijd met
een gulle lach. De kinderen be
groeten hem met "dag Pap" en
zijn vrouw kust hem. Die was
zoveel jaar geleden zielsveel van
hem gaan houden toen hij op
een feest in een slobberend pak
gitaar speelde en een lied zong
zoals niemand ooit gezongen
had. Die avond heeft zij hèm
thuis gebracht want hij had geen
rijbewijs, heeft hij nog steeds
niet. Hij loopt altijd. Naar en van
zijn kantoor, 's avonds na het
nieuws en in het weekend gaat
hij het bos in. Boodschappen
doet hij nooit en je ziet hem ook
nooit met een hark.
Thuis zit hij, drinkt zijn koffie,
leest de krant en speelt wat gi
taar. Zijn vrouw zit dan bij hem
en praat. Zelden onderbreekt hij
haar verhaal, maar ze weet dat
hij onder het spelen luistert. Met
hooguit drie zinnen geeft hij dan
zijn commentaar. Een knipoog
bezegelt zijn laatste woord en
dan speelt hij iets speciaal voor
haar. En telkens beseft ze dan
dat het gevoel van 20 jaar ge
leden nog steeds niet helemaal
over is. RALPH
9