Eindstrijd en ondergang van Het corp, blnnenlands
de Indische bestuursdienst bestuur op java 1945-1950
PAS VERSCHENEN:
door Dr. G. C. Zijlmans Prijs f 45,porto f 6,50
Een uitgebreide verhandeling over de moeizame wederopbouw en her
stel van bestuur, de wetenswaardigheden in de roerige jaren 1945-1950
en de uiteindelijke opheffing van het corps Binnenlands Bestuur na de
souvereiniteitsoverdracht, waarin bovendien een overzicht is te vinden
van de ontwikkeling van het B B. tussen 1900-1940.
Voorzien van statistieken en illustraties, vormt dit werk een waardevolle
documentatie over de laatste fase van de geschiedenis van het amb
tenarencorps, dat zo lang de ruggegraat vormde van het bestuur over
Ned.-lndië en dat zich in de naoorlogse jaren bij zijn taakvervulling in
geheel andere omstandigheden geplaatst zag.
militairen onder een luitenant, die in
filtraties van de overwal gewapender
hand moest voorkomen. Ook op Tan-
djoeng Batoe, een plaats nog dichter
bij Sumatra, lag een detachement mi
litairen onder bevel van de kapitein,
Dacosta.
Er werd koortsachtig gewerkt. Daar
zijn vrouw in elk geval voorlopig niet
kon overkomen, had Aardeman assis
tentie nodig om het huishouden te be
stieren. Hij had geluk I In Singapore
zat zijn getrouwde neef. Man en vrouw
wachtten op een sein van hun maat
schappij om naar hun eigen koffieland
op Java te vertrekken. Maar het duur
de twee jaar voor dit gebeurde en
Aardeman verzekerde zich van hun
hulp.
Neef Kuneman kon gedemobiliseerd
worden en werd aangesteld tot Hoofd
van de distributie. Zijn vrouw kon zich
naast de zorg voor haar twee dochter
tjes nuttig maken met het voeren van
de huishouding van het Residentshuis
met zijn vele gasten, een taak die zij
voorbeeldig vervulde. Maar er was
meer nodig. Bedienden
De grote Residentswoning was ge
legen aan de baai en omgeven door
een grote tuin. Het huis (25 x 25) telde
6 kamers en had aan elke kant een
groot paviljoen. In één ervan zou hij
zijn kantoor vestigen. De plafonds
waren zo'n 5 meter hoog en de ramen
zouden gordijnen van 4 meter lengte
eisen Het was goed onderhouden
door de Japanse generaal, die daar
had gezeteld. Toen Aardeman de im
mense, circa 25 meter brede voorga
lerij betrad tijdens een kort bezoek
aan Tg. Pinang, werd hij opgeschrikt
door een vrouw, die zich voor zijn
voeten wierp. Het was een kokki die
- zoals alle andere bedienden en in
heemse ambtenaren - noodgedwongen
de Jap hadden moeten dienen. Hij werd
zich op dat moment acuut bewust van
zijn positie als Resident: een man met
macht. Zo voelde hij het toch niet, al
hoewel hij een ogenblik onbewegelijk
neerkeek op de ter aarde liggende
figuur - duidelijk zag hij het patroon
van de sarong en het verwassen baad
je van de vrouw.
Hij wenkte zijn secretaris met het ver
zoek de vrouw weg te leiden. Prettig,
dat hij nu een secretaris, de heer
Schrieder, naast zich had Voortaan
zou hij altijd langs zijn mooie eilanden
reizen in gezelschap van enige amb
tenaren en politie of militairen. Toch
zou hij eenzaam zijn zonder vrouw,
die ziek lag en dit alles niet mee kon
maken.
Er vond voor hem nog iets bijzonders
plaats: Een cortége kwam de trappen
van de voorgalerij opgelopen, be
staande uit een dame in zijde gekleed,
begeleid door een djongos, die in de
tuin devoot een pajong boven haar
grijze hoofd hield, terwijl achter hem
de baboe een grote tas droeg. De
dame bewaaierde zich, boog voor hem
en gedroeg zich alsof Aardeman het
hoofd der Artapoepoes was. Zo voelde
hij zich ook een momentZij was de
eigenaresse van de enige electrici-
teits- en tevens ijsfabriek, die het ei
land rijk was, een zekere mevrouw de
weduwe Younge-Florijn.
Allercharmanst bood zij de gezags
drager alle diensten aan tot zelf een
ijskast toe en een grote klok, die hij
toch nodig had? Aardeman weigerde
vriendelijk maar beslist. Hij keek langs
haar heen naar de blauw glinsterende
baai en voorvoelde dat hij nog aan
veel van dit soort vriendelijkheden het
hoofd zou moeten bieden I Maar na
veel pourparlers werd de klok toch in
het Residentskantoor geplaatstDaar
had het instrument veel nut voor de
aldaar werkende ambtenaren.
Dit waren incidenten die snel werden
vergeten. Er was werk aan de winkel.
Hij had typistes nodig voor het kan
toor, onderwijzers voor de school
Justitie, politie. In elk geval had hij een
vrouw, zijn nicht, die de honneurs kon
waarnemen in het Residentiehuis.
Eindelijk was het dan zover Op 1 juni
1946 vertrok de Resident Aardeman
met het gros van de ambtenaren naar
Tandjung Pinang. Hij had beslist dat
de commissaris van Politie, Van der
Poel, en de controleur Veling in Sin
gapore zouden blijven als trait d'union
tussen het Engelse- en Nederlandse
Bestuur. Van Singapore ontving Riouw
rations (voedselpakketten) en daar
voor was er regelmatig contact nodig
met de Koninklijke Paketvaart Mij, ge
vestigd aan de Finlaysen Green, en
met de Consul Generaal Vigeveno, die
in Singapore met zijn uitgebreide staf
resideerde.
Regelmatig losten de schepen rijst,
blikjes vlees, soep en diverse andere
levensmiddelen, waaraan grote be
hoefte bestond in het uitgehongerde
Riouw. Overigens moet geconstateerd
worden, dat de Chinese handelaren
en de Chinese bevolking, één derde
van het inwonersbestand) er als de
pinken bij waren hun handel en wan
del weer op de oude voet voort te
zetten. De distributie ging hoofdzake
lijk om die eilanden, waar geen rijst
werd verbouwd, en waar dit hoofd
middel van bestaan al vanouds werd
ingevoerd.
In Tandjoeng Pinang aangekomen,
werd Aardeman door een comité van
ontvangst verwelkomd, terwijl op de
achtergrond enkele politieagenten vlij
tig op trompetten een wijsje ten beste
gaven. Eindelijk was hij dan in het hart
van zijn ressort aangekomen. Hij be
groette de tweede Commissaris van
Politie, drukte de hand van de Gewes
telijke Militaire Commandant, maakte
een praatje met het Hoofd van Justi
tie en andere hoofden van takken van
dienst, maar inwendig popelde hij even
alleen te zijn. Hij besefte, lopend on
der de al blikkerende zon, dat hij zijn
ambtsgewaad nooit helemaal zou kun
nen afleggen. Deze mensen waren zijn
medewerkers. Hierop zou hij vertrou
wen, drijven, steunen
Toen eindelijk het onvangst comité
was verdwenen en de trompetters hun
getetter hadden gestaakt, had hij tijd
voor zichzelf en om zijn huis te bezien.
Op de reede lagen Chinese tongkangs
ten anker, wiegend in de warmte, hun
rompen weerkaatsten fel het grelle
zonlicht op het water met telkens an
dere golfpatronen. Zo oogverblindend
de zee was, zo groen en rustgevend
was het eiland Penjengat aan de over
kant, begroeid met palmen langs het
strand, dat felwit de blauwe zee af-
bieste. Hij stond daar op het betegelde
balkon met uitzicht op zee en zon en
zon-bestoven eiland in de verte en
voelde, dat hij iets bereikt had. Nu
was hij Resident van Riouw met de
duizend eilanden, door een machtige
Hand achteloos als bloemboeketten
rondgestrooid in de Zuid-Chinese Zee.
Hoe zei Confucius dat ook maar weer?
Regeren is als het braden van een
heel klein visje en zorgen dat het heel
blijft I Hij werd in zijn gepeins gestoord
door zijn nicht, die meldde, dat men
aan tafel kon gaan. Aardeman besefte
opnieuw, dat hij nooit meer helemaal
alleen zou zijn.
Neen, toen Aardeman zijn ambtswo
ning betrok, was hij niet alleen. Door
het grote gebrek aan woningen waren
ook enkele ambtenaren ingekwartierd
in het grote huis, waaronder een in-
(lees verder pagina 19)
7