Barmhartige Samaritaan
GUEST HOUSE PGI
Ik heb al een poos niet gemijmerd, ge-"ngelamun"-d, zoals de term is in het Indonesisch. Geen tijd, te veel babies die
geholpen willen worden om in deze veranderde wereld te komen. Te veel moeders, aspirant-moeders en niet-moeders
die geregeld de wachtkamers in mijn kliniek vullen en advies vragen voor hun "ditjes en datjes". Van mijmeren is
daarom weinig of geen sprake.
Ik zit nu in Holland voor een kort bezoek. Ik zit op dit ogenblik voor het raam naar buiten te kijken, naar de Hollandse
hemel die steeds maar de eentonige egaal grijze kleur wil behouden, alsof Moeder-Natuur niet beschikt over andere
mooiere kleuren. Het eentonig beeld daarbuiten maakt me een beetje slaperig, en in deze sfeer van half-dommelen,
gaan mijn gedachten plotseling terug naar de tijd toen ik als kleine jongen op blote voeten door de straten van Batavia
rondzwierf. Naar de tijd toen ik bij SVBB in de lagere elftallen speelde. Naar de tijd bij de Soerabajase HBS gedurende
mijn jongelingsjaren. In deze drie perioden, hebben zich drie gelijke voorvallen in mijn leven afgespeeld. Voorvallen
die ik nooit zal vergeten, en die ik nu aan U wil vertellen. Hier is het eerste verhaal:
Het gebeurde als ik me niet vergis in
1925, dus ongeveer 60 jaar geleden.
Ik zie me staan tussen de menigte,
vóór de Globe-bioscoop op de hoek
tussen Pasar-Baru en Pintu-Besi. Voor
oud-Batavianen is die hoek meer be
kend als de "kouwe hoek".
Die zaterdagavond was het bijzonder
druk voor de bios. Begrijpelijk, want
niemand anders dan de zeer populaire
Douglas Fairbank Sr. speelde in de
toentertijd nog stille film "Mark of
Zorro". Voor de loketten was het een
gesikoed, geduw, getrap en vele boze
gezichten, terwijl hier en daar de pot-
verds de lucht in gingen. Want
een ieder wilde een ticket bemachti
gen. Ik voelde me eenzaam temidden
van deze drukte.
Ik wilde, o, zo graag, de held van mijn
dromen op het witte doek zien, hem
volgen in zijn atletische capriolen om
de armen en zwakken te helpen, en
de corrupteurs en slechte machtheb
bers met zijn zwaard te bestrijden.
Doch vanaf mijn plaats buiten de bios
kon ik alleen maar de reclameborden
zien, en de hoofden van de mensen
massa. Ik had geen geld, niet eens
1 rooie cent, doch wel een intens
knagend gevoel van verlangen om de
film te zien.
Op een kleine afstand van mij stond
een groep jongens van mijn leeftijd,
druk met elkaar te praten. Plotseling
maakte één van die jongens zich los
van de groep en liep naar mij toe. "Ga
jij ook kijken, Nawir?", vroeg hij met
zijn duidelijk specifiek accent van de
anak-Betawi. "Nggak ada doewit", was
mijn kort antwoord. De jongen keek
me aan. Hij was mager, had lichte ogen
en licht gekleurd haar. Ik kende hem,
want hij was één van de jongens die
in buurtwedstrijden met mij samen
speelde voor Pintu-Besi.
Plotseling zag ik hem in zijn broekzak
grijpen. Hij haalde iets er uit, en dat
"iets" duwde hij in mijn hand. Meteen
was hij weer terug naar zijn kornuiten,
die al schuivende, langzaam in de
richting van de loketten liepen. Hij gaf
me niet eens één seconde tijd om
"dank je" te zeggen. Ik keek in mijn
hand en staarde verbaasd naar de drie
zilveren dubbeltjes. Gosh, 30 hele cen
ten. Ik had toentertijd nooit zo'n be
drag ineens bezeten. De lezer kan
begrijpen hoe ik me toen voelde. Ik
kon nu mijn held zien. Ik ging echter
niet naar de loketten van de tweede
of derde klasse, doch ik ging naar de
loketten opzij van het gebouw, waar
je tickets kon kopen voor een plaats op
banken achter het doek. Zes hele cen-
een voor 1 ticket (5 ct. voor de bios
en 1 ct. voor de belasting I). Voor
Dr. Nawir en verpleegsters voor zijn kliniek.
ons "blote voeters" van toen was
zitten achter het doek geen bezwaar.
De beelden waren even duidelijk als
van voor het doek, alleen, alles was
omgekeerd. Zo bevocht Zorro zijn te
genstanders met de degen in zijn lin
kerhand even goed als met zijn rech
ter hand van voor het doek bekeken.
De opschriften waren voor de achter-
het-doek mensen ook geen bezwaar.
Sudah biasa, als je vrij geregeld alleen
maar 6 ct. kon opofferen voor een film.
Die avond betekende voor mij een
bijzondere avond. Ik had "Zorro" kun
nen zien, en daarnaast hield ik nog
24 centen over. Genoeg om een kopje
warme bandrek met 1 pisang goreng
of met 1 kuwè talam te kopen. Dit
kostte je slechts "sepintjang", de term
voor 11/2 ct. Dus had ik nog 221/2 ct
over. Genoeg om nog enkele malen
een film achter het doek te zien en
meerdere kopjes bandrek te drinken
of te genieten van een schoteltje ti-
kiem (salade, bestaande uit een meng
sel van bladeren van wilde varens,
stukjes gesneden ketimoen, rauwe
taoge, katjang goreng en erover heen
een zuur sausje gemengd met droge
fijn gestampte udang).
Gelukkig en voldaan ging ik naar huis.
Natuurlijk heb ik daarna die magere
opgeschoten jongen voor zijn weldaad
bedankt, enkele keren zelfs. U bent
nu zeker nieuwsgierig wie toch die
jongen was, die voor mij "de Barm
hartige Samaritaan" was. Wel, nie
mand anders dan Rudy Brugman ofte
wel si-"Kidju", mijn makker/medespe
ler in het Pintu-Besi-elftal, die later de
stoere langbenige links-half/links-back
van Hercules werd, en van de VBO-
Batavia.
Verder was hij ook geregeld mijn te
genstander in de roemruchtige ontmoe
tingen tussen HBS en Hercules, en in
de bondswedstrijden SVB-VBO. Rudy
en ik zijn sinds onze prille jeugd tot
zijn heengaan echte vrienden geweest.
Zonder hierover veel te zeggen of het
met veel woorden te accentueren.
Begin van het jaar van zijn dood, heb
ik de eer en het geluk gehad hem en
zijn lieve ega, Cor, bij mij in Surabaya
op de lunch te hebben. Hoe graag had
ik hem in mijn huis willen opvangen
gedurende zijn bezoek aan de Kroko
dillenstad. Jammer genoeg kon hij niet,
door omstandigheden. Hier in Amster
dam heb ik hem nog kunnen spreken
door de telefoon, toen hij druk bezig
was met het verven van zijn deuren
en ramen. Kort daarna ging hij ons
voor naar het "Onbekende Land".
DAAR zullen we samen een elftal
vormen, een soort "Pintu-Besi-elftal",
met Rudy als links-back en ik als links
half. En als in die wereld ook film
voorstellingen te zien zijn, dan gaan
Rudy en ik samen achter het doek
zitten. Ik trakteer. Oké, Ruud Tot
ziens dan
NAWIR
(voorheen Wisma DGI)
Jl. Teuku Umar 17, Jakarta, tel.
342896.
U bevindt zich in het centrum
van de stad en in een "family"
sfeer.
14