LAGERE SCHOOL PASOEROEAN, 1930
I
Wie is wie en waar zijn jullie gebleven, de vroegere leerlingen uit de 6e en 7e klas (1930) van de openbare lagere
school aan de Heerenstraat in Pasuruan, vraagt inzendster van deze foto Nel Otten-Viets (zittend 7e van links naast
juf?), Chrysantenhof 65, 2651 XK Berkel en Rodenrijs, tel. 01891 -2941. Het schoolhoofd was toen de heer Van Lierop
met djas toetoep.
Kort daarop deed een nasaal recite
rend voorgedragen gezang zich horen.
Het paste wonderwel bij de tonen van
het snaarinstrument. De oude Chinese
bard kon zeker de slaap ook niet
vatten.
Misschien gekweld door onstilbaar ver
langen en heimwee zong hij zijn over
oude Chinese balladen. Jammer, dat ik
er geen syllabe van verstond, ik had
de inhoud en tekst graag willen weten.
Later hoorde ik, dat de Chinezen ter
plaatse er ook geen jota van begre
pen. Hij sprak een of andere taal en
dialect. De nachtelijke muzikant was
er maar pas, zeker een zwerver hier
aangewaaid vanuit Singapore.
Het was een wonderlijke avond, met
een sfeer vol van wijding, alles kwam
scherp omlijnd en duidelijk tot je.
De gasolinelamp bij de achterpoort
suisde en wiegde in de avondwind,
raadselachtige schaduwen produce
rend op de donkere omgeving. Het
perpetuum mobile van de golven op
het modderige strand, het klappen,
zuigen en smakken van de slikbe-
woners, De waringin bij de pier was
een bron van onrust, vol geheimzin
nige geluiden. Het ritselen van het
loof, het ploffen en tikken van de
rijpe bessen. Het wieken van de tjo-
dots, op zoek naar voedsel was dui
delijk hoorbaar. De varens en strui
ken onder aan de imposante stam
stonden als geëtst in de meest fan
tastische kleur groen op diepzwart en
esmerald.
Er zeilden wolken door de lucht in een
hemel, waar de glanzende maan ver
stoppertje speelde. De zee ver be
neden ons, was als gedreven zilver,
gebrand, geciseleerd met golvende
motieven. De nacht was vol mystiek
leven, ergens baste een hond, een
vroege haan liet zich horen. Ik zag,
nam op, genoot en droomde.
Mijn maat was in slaap gesukkeld, ik
zuchtte, stond op en schudde hem
wakker. En terwijl de dageraad zich
spoedde naar een nieuwe morgen,
daalden wij beiden, de één slaapdron
ken, de ander met een hart vol tegen
strijdigheden, het pad af naar de ba
rakken, om de verloren slaap nog wat
in te halen.
Ver, bij de einder, steeg op stralen
van purper, de nieuwe Kerstdag uit
zee op, zonnegloren van een nieuw
begin.
23