DE EERSTE VROUWELIJKE
DOMINEE IN INDIË
cJlngrelz^oelan
Ds. J. H. Stegeman na haar bevestiging als
predikante in 1937.
van de stichting hebben verwezenlijkt.
De Dameokring houdt bezinningsoch-
tenden, organiseert bazaars, onder
houdt contacten, regelt uitstapjes, or
ganiseert contactdagen enz.
Nog altijd voorziet de P.I.G.L. in een
behoefte, een behoefte aan saamhorig
heid. Maar de Piglianen zijn al oud en
bibit is er niet. Dat heeft verschillende
oorzaken. Eén daarvan is dat jongeren,
als ze al zouden komen, zich niet thuis
kunnen voelen in een lange smalle
zaal waar de gordijnen gesloten zijn,
een geestelijk woord wordt gebracht,
"Till we meet again" wordt gezongen
en krontjongklanken klinken. Ook haak-
en borduurwerk in een kraampje in de
gang zegt hen niets evenmin als vele
vriendelijke grijze gezichten. Een pijn
lijke constatering? Neen. De P.I.G.L. is
destijds ontstaan uit een behoefte on
der gelijk gestemden. In die behoefte
is voorzien, tot op de dag van vandaag
en het is goed zo: de P.I.G.L. is de
P.I.G.L. Wie zich daar thuis voelt is
welkom, wie niet, blijft weg. Door dat
wegblijven van jongeren zal de P.I.G.L.
geen toekomst beschoren zijn. Dit wist
ook dominee Jannie Stegeman, oud
vice-voorzitter van P.I.G.L., toen zij in
een boekje t.g.v. het 25-jarig P.I.G.L.-
bestaan onder meer schreef: "Een
grote toevloed van jongeren verwach
ten wij niet meer. Eens zal het zover
komen dat de P.I.G.L. als organisatie
zijn tijd heeft gehad. Maar is dit zo
erg? Wat er dan van dit werk over is,
zal op de een of andere wijze worden
opgevangen. En de mensen van de
P.I.G.L. verwachten, naar Zijn belofte,
een nieuwe woning in het huis des
Vaders.
Ze is nu 75 jaar, bewoont een flat in
Den Haag en heeft eindelijk de tijd
voor zichzelf en haar vrienden en vrien
dinnen. Daar geniet ze echt van en
een al te hechte betrokkenheid bij al
lerlei organisaties hoeft voor haar niet
meer. Maar dat wil ook weer niet zeg
gen dat ze haar "oude" leven verge
ten is. De P.I.G.L. bijvoorbeeld, ligt
haar nog steeds na aan het hart en af
en toe wil ze nog best het geestelijk
woord voeren.
De "repatrianten-dominee" werd ze
wel eens genoemd en "de bootpredi
kant", maar vooreerst is ze altijd ge
bleven wie ze was: dominee J. H. Ste
geman. Te Dedemsvaart is zij geboren
in 1910. In Utrecht volgde zij het gym
nasium en studeerde daarna theologie.
Voor een meisje was die studierichting
toen nogal ongewoon, maar het predi-
Ds. Stegeman, 1985.
kanten-ambt trok haar, misschien ook
omdat in de familie al verschillende
predikanten rondliepen. Toen zij in 1933
afstudeerde, vond zij werk in de stads-
zending, maar toen zij hoorde dat er
in Indië een tekort was aan predikan
ten, wist zij welke weg gegaan moest
worden. In november 1935 arriveerde
mej. J. H. Stegeman in Soerabaia als
Godsdienstonderwijzeres met bijzon
dere opdracht voor jeugdwerk in de
oosthoek.
Na anderhalf-jaar werd zij voorgedra
gen als dominee en de bevestiging in
het ambt vond plaats op 24 januari
1937 in de Bubutankerk in Soerabaia.
Semarang werd in 1939 haar nieuwe
standplaats en de oorlog bracht haar
in kamp Lampersari. Dat gebeurde
overigens op min of meer vrijwillige
basis. Toen zij nog vrij was en aan de
Japanse commandant vroeg haar ge
meenteleden in het kamp te mogen
bezoeken, antwoordde hij: "als je ze
wilt bezoeken, ga er dan zelf in."
Tafel, stoel, boeken en typemachine
mochten mee en het eigen hoekje dat
ze daarmee kon creëren, heeft ze de
rest van de oorlogsjaren behouden.
In '46 keerde ds. Stegeman terug naar
Holland maar in '47 werd zij weer ge
roepen. Zes jaar zou ze in Batavia
werken, ondermeer als secretaris van
de Synoderaad. Daarna repatrieerde
zij en toen ze nieuwe krachten had
verzameld, belastte zij zich met de
geestelijke zorg van de gerepatrieer-
den in Den Haag en omgeving. Dat
heeft geduurd van 1956 tot 1967, toen
ging zij met emiritaat, zonder overi
gens het kerkelijke werk vaarwel te
zeggen.
Velen hebben goede herinneringen
aan ds. Stegeman, maar zelf is zij over
haar Indische verleden vaag. Het is
geweest, het is mooi geweest maar
het is voorbij. Dat blijkt wanneer je
met haar praat of wanneer je "Herin
neringen" leest, haar bijdrage in het
Jubileumboek van de Protestantse Jon
geren Club, waar zij erg aktief in is
geweest. In die bijdrage blijkt dominee
te moeten steunen op andermans aan
tekeningen van vroeger om iets con
creets te kunnen vertellen over de
P.J.C.
In dit kader zijn misschien twee uit
spraken relevant, die zij tijdens ons
gesprek deed: "ik heb altijd de zake
lijke inslag gehad van mijn vader" en
"ik heb nooit naar de Indonesische
kant geneigd, dat was vreemd gebied.
Ik hoorde er niet."
Daarmee zegt zij uiteraard niets ver
keerds maar misschien typeert het wel
dominee Stegeman: geen Indische do
minee maar een dominee in Indië/ln-
donesië. En waarschijnlijk is dat alles
wat zij wilde zijn: dominee. Gezien de
goede herinneringen bij anderen is
haar dat gelukt.
RB.
de orchidee
voor Uw vensterbank.
Nu ook
VENUSSCHOENTJE
en andere soorten.
Dagelijks geopend van 10-5 uur,
ook op Zaterdag.
Orchideënkwekerij
D. J. Kloezeman
Karstraat 15, Bemmel (Betuwe)
einde A 15, driemaal rechtsaf