Het mysterie van het spookhuis op de hoek van Reiniersz-
Boulevard en Kedong-Antjar te Soerabaja Cl)
Terug naar het grijze verleden
In het stadje 's-Gravenhage werd op 4 juni 1770 in de Kloosterkerk het huwelijk
gesloten tussen Bernardus Jacobus van Middelkoop en Anna Agatha Pontvuyst.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, waarvan de oudste Jacobus Al-
bertus heette. Over hem gaat dit verhaal. Hij zou onze stamvader worden.
Na zijn studietijd, toen hij waarschijnlijk ook de Leidse Universiteit had bezocht,
ging Jacobus Albertus van Middelkoop in dienst van de V.O.C. als Assistent
voor de Kamer Delft in 1791 met het schip "Delft" naar Indië. Een blik op zjjn
Staat van Dienst leert hoe goed het hem in de Oost verging.
SPOOKHUIS
Het spookhuis op de hoek van de
Reiniersz-Boulevard (nu jln. Dipone-
goro Raya) en Kedong-Antjar heeft
sinds mensenheugenis - en dan neem
ik mijn eigen heugenis maar - de be
langstelling van de Soerabajaan ge
had. Af en toe kwam er wat leven
in die belangstelling als er een nieuw
geheimzinnig voorval had plaatsge
vonden. Waarom, hoe en wanneer
precies werd je nooit duidelijk.
Wel duidelijk was het verval van het
spookhuis. Ik ben er in 5 jaar niet
meer langs gereden, als het er nu
nog staat is dat een wonder, want
in '81 was er praktisch geen dak
meer over. Pasar Kembang met zijn
levendigheid (tegenwoordig de stil
le "verboden" Tamarindelaan geheel
opslokkend) heeft de spoken mis
schien verjaagd. - L.D.
Vertrek naar de Oost-lndiën ais As
sistent voor de Kamer Delft met het
schip "Delft", in dienst van de Vere
nigde Oost-Indische Compagnie 1791.
Boedelmeester te Semarang 1794.
1e Klerk van Politie tevens Boekhou
der van de Weeskamer te Semarang
1796.
Opperkoopman in dienst van de Com
pagnie 1798.
Secretaris van Politie te Semarang
1806.
Resident van Pekalongan 1807.
Prefect en Landdrost van Java's Oost
hoek 1809.
Door verdiensten benoemd tot Ridder
in de Orde van de Kon. Unie 1810
Landdrost te Semarang 1811.
Secretaris van de Adviserende Raad
der Commissarissen Generaal van
Ned. Oost-lndië 1816.
Gouverneur der Molukken 1817.
Zoals U ziet, werd hij in 1810 be
noemd tot Ridder in de Orde van de
Koninklijke Unie en dat geschiedde
door Gouverneur-Generaal mr. H. W.
Daendels, die blijkbaar onder de in
druk was van de resultaten van het
werk van Jacobus A. van Middelkoop.
Om de Staatskas der Nederlanden,
die door de vele oorlogen danig ge
slonken was, wat op te vijzelen, ver
kocht de IJzeren Maarschalk Daen
dels vele uitgestrekte en minder grote
braakliggende grondgebieden te Soe-
rabaia en omliggende districten. Van
deze gelegenheid maakte ook ridder
J. A. van Middelkoop, Prefect en
Landdrost van Java's Oosthoek, gre
tig gebruik. Hij kocht een stuk grond
gebied in District Koepang, dat niet
zo ver van het grote Dorp Soerabaia
lag. En daar verrees het landgoed van
J. A. van Middelkoop, alwaar hij, naar
mijn stellige overtuiging, zijn landhuis
door de Kapitein der Genie J. B. W.
Wardenaar liet bouwen. Dit landhuis
werd later bekend als het spookhuis
op de hoek van de Reiniersz-Boule
vard en Kedong-Antjar. Oud-Soera-
baianen weten nog wel dat dit huis
rond 1930 bewoond werd door dr.
Teng Sioe Hie.
Door zijn veelvuldige afwezigheid in
verband met ambtelijke reizen, stond
het huis en landgoed er maar een-
10
door F. J. A. van Middelkoop
Jacobus Albertus van Middelkoop
zaam bij. Zijn eerste huwelijk met ene
H. Wens bracht een stamhouder voort,
die te Semarang werd geboren op 25
september 1805. Hij kreeg de naam
van Nicolaas Wilhelm.
Of hij wettig met haar gehuwd is ge
weest, vermeldt de geschiedenis niet.
De zoon werd, hoe dan ook, door hem
erkend en gewettigd. Zijn (wettige?)
vrouw werd, bij haar overlijden (wan
neer?) niet in de graftombe van J. A.
van Middelkoop bijgezet Eén van de
redenen dat het toen in het Grijze
verleden wel eens spookte in dat huis
op de hoek van de Reiniersz-Boule
vard. Maar hierover wat verder meer
inzake dit mysterie
Dank zij Luit. Gouverneur Thomas
Stanford Raffles die in 1813 een lijst
van alle te Soerabaia woonachtige
personen liet maken, kan ik vertellen
wie de beheerders waren geweest van
het landgoed en huis. Het waren de
heren B. Smith en J. C. Leclerc die
toezicht hadden op het wel en wee
van het goed, bij afwezigheid van de
gewesten Prefect en Landdrost van
Java's Oosthoek.
Tijdens het Engelse tussenbestuur valt
over J. A. van Middelkoop niets te
melden. Misschien werd hij wel huis
waarts gestuurd, omdat de Britten
hem niet nodig hadden. Het meest
voor de hand ligt echter dat hij nog
wel in dienst kon zijn en dat berich
ten over zijn daden en handelingen
naar Londen werden verstuurd. Na
het Engelse tussenbewind duikt hij
echter in Batavia weer op en daar
kreeg hij een job toebedeeld als Se
cretaris van de Advies Commissie der
Commissarissen-Generaal (1816).
Hier huwde hij voor de tweede maal
en wel met Catharina Gasparina Bey-
lon op 26-11-1816. Wat er met zijn
eerste huwelijk aan de hand was,
weet ik niet.
Om te grasduinen in verschillende
soorten archieven, almanakken of
oude couranten ben ik al te oud en
tijd te kostbaar. Dus, ...al, laat maar!
Misschien was zij (H. Wens) al over
leden of waren ze gescheiden. Mis
schien was het maar een avontuurtje
geweest, weet ik veel Polygamie is
zo oud als de wereld, wat wil je?
Reeds eerder vertelde ik, dat de Gou
verneur (zo zal ik J. A. van Middel
koop voortaan maar noemen, ik vind
het zo'n lange naam) - bij zijn eerste
huwelijk met H. Wens, een zoon van
haar kreeg, die hij Nicolaas Wilhelm
noemde. Na het overlijden van zijn
vader (de Gouverneur, dus) in 1822
moet hij circa 17 jaar oud zijn ge
weest. Zijn stiefmoeder (Catharina
Gasparina Beylon) overleed een jaar
eerder, in 1821.
Een officieel bericht, van het bestaan
en werken van Nicolaas Wilhelm van
Middelkoop, in het Rijksarchief in Den
Haag, afd. Stamboek Ambtenaren
N.O.I. luidde:
"N. W. van Middelkoop, Klerk bij de
Directie van het Marine Etablissement
te Soerabaia. Op zijn verzoek eervol
uit 's-Lands dienst ontslagen, onder
toekenning van pensioen."