O
GUESTHOUSE
"A.S.A. - HAWAII"
Daar lag Soengei Loear.
Geschokt hoorde Aardeman deze ver
halen aan. Meer mensen kwamen aan
lopen, bemodderd en met gescheurde
kleren. Zij kwamen inderdaad uit
Soengei Loear, dat nu door de polop-
pors gedeeltelijk werd afgebrand. Een
oude tani vertelde hortend en stotend
dat alle mensen in Soengei Loear die
toenadering hadden getoond of vrien
delijk waren omgegaan met de blan
da's het slachtoffer waren geworden
van de wraakzucht van de extremis
ten. Die hadden zich enige kilometers
verder in de moerassen schuilgehou
den en hun kans schoon gezien om
hun wraakactie te volvoeren. Er waren
vrij veel slachtoffers gevallen onder
de Chinezen en Klingaiezen. Ja zelfs
enige Maleiers en het kamponghoofd
waren wreed vermoord.
Dat betekende oorlog I Dit was bloe
dige ernst. Nu kon men wel vanuit
Batavia van achter een gezapig en
veilig bureau allerlei verboden uit
vaardigen en suggereren de republi
keinen niet te prikkelen of te provo
ceren, maar als men met moord en
doodslag werd geconfronteerd, gaan
de gedachten wel eens een andere
kant op I Aardeman voelde zijn bloed
koken Rustige burgers ombrengen I
Hij onderwierp de vluchtelingen aan
een uitvoerig verhoor: willekeur en
wraak, geweid en onrecht hadden het
hele leven ontwricht.
Aardeman en Strijd hielden krijgsraad
in de rooksalon en spraken af, dat
kapt. Strijd de volgende ochtend vroeg
vóór zonsopgang naar het plaatsje
Soengei Loear zou opstomen om te
onderzoeken wat daar allemaal ge
beurd was. Maar het zou niet gemak
kelijk zijn met de vrij grote Enggano
in het duister door allerlei moerassen
en kreken het doel te bereiken.
"Resident", sprak Strijd, ik stel voor
met mijn mannen in mijn kleine mo
torboot vooruit te gaan. Ik kan om
5 uur vertrekken en zal eerder ter
plekke zijn dan uw Enggano I
"Dat lijkt mij uitstekend", gaf Aarde
man met een knik zijn toestemming.
Even later nam de Kapitein afscheid
en liep met verende passen de loop
plank af het duister in. Aardeman, die
hem met een bezorgd hart nakeek,
moest de feiten onder ogen zien. Hij
was hier gekomen om het gezag met
de steun van de militaire macht te
vestigen. Zou hij daarin slagen? Het
was langzamerhand bedtijd geworden.
De muskieten werden nu een plaag
op de rivier en het werd tijd de hutten
op te zoeken.
Hij werd al vroeg wakker. De geluiden
van de ochtend drongen tot hem door.
Opstaan! Een bad en ontbijt. De ge
zagvoerder deelde hem mede, dat
Kapt. Strijd al ruim een half uur ge
leden met een man of 25 was ver
trokken. Zodra het goed licht werd,
lichtte ook de Enggano het anker en
voer de rivier af en langs vele kreken
en bochten ging het naar Soengei
Loear. Het werd al aardig warm: het
16
p/a S. ANDERSON
R.R. 2, Box 2300, Pahoa, Hi. 96778
USA, tel. (808) 965-7619
Vier 2 pers. kmrs.; afhalen airp. op
afspr. Tours kunnen ter plaatse wor
den georganiseerd.
was een vochtige onaangename hitte,
die in de mangrovebossen heerste.
Toen zij na een uur het dorp nader
den, zagen zij geweldige rookkolom
men opstijgen. Hoge vlammen lekten
boven de bossages uit. De militairen
hielden er behoorlijk huis. Aardeman
bij de reling zag dit alles met een
zwaar hart aan.
Om de bocht lag het dorp, of liever
wat ervan over was, want overal wa
ren brandhaarden te zien en vooral
te ruiken. De Enggano meerde af aan
een primitieve vlonder. Er liepen mili
tairen langs het zandige pad, dat naar
de kampong voerde.
"Wat gebeurt hier?" riep Aardeman
met een stentorstem tegen de militai
ren aan de wal. Een korporaal draai
de zich om. Het was een jongeman
met brandende ogen van woede on
der een bamboehoed.
"Resident", tikte hij aan zijn hoed. "U
moet eens zien wat hier gebeurd is I"
Zijn stem sloeg over van verontwaar
diging. En hij vervolgde: "Hoeveel
huizen van goedwillenden ze hebben
afgebrand; hoeveel lijken zij hebben
achtergelaten van vrouwen, kinderen,
Chinezen en Maleiers I" De emotie
werd hem te machtig. Hij snufte en
veegde zijn neus af en sprak: "Hoe
veel doden liggen hier met afgehakte
koppen; ook vrouwen en kinderen, al
lemaal vermoord door die stink pe-
loppors I Ze zijn weer in de moeras
sen verdwenen. Alleen hun eigen hui
zen en die van hun vriendjes hebben
ze ongemoeid gelaten, de boeven En
die huizen is de kapitein op het ogen
blik ook aan het afbranden I"
Aardeman stapte aan de wal en vroeg
de korporaal: "Waar is de kapitein?"
"Die is ginds bezig met de troep,
Resident", antwoordde hij. En zich tot
zijn makker richtend: "vooruit, we
gaan nu naar de moskee en liep
weg. De schrik sloeg Aardeman om
het hart.
"Hé", riep hij de verdwijnende soldaat
achterna: "Hé, roep de kapitein zo
snel mogelijk hier. Denk erom, je voert
geen oorlog tegen een moskee, tegen
een godsdienst. Laat die moskee met
rust I Begrepen I"
De soldaat keek hem niet begrijpend
aan, maar "bevel is bevel" dacht hij
zeker en tikte aan zijn groene bam
boehoed en draaide zich om. De kor
poraal, enigszins bedremmeld, zei: "Ik
zal de boodschap doorgeven, zodra ik
de kapitein zie", en wendde zich af.
Hier stond Aardeman machteloos. Be
velen kon hij niet, maar hij had na
tuurlijk het recht de militairen te ad
viseren. Kapt. Strijd was hier de mili
taire commandant en die oefende het
hoogste gezag uit, omdat voor deze
streek de staat van beleg was afge
kondigd. Het burgerlijk bestuur had
alleen een adviserende stem.
Gelukkig zag Aardeman even later
Kapt. Strijd in de verte en liep hem
tegemoet. Daar zag hij dat er door de
peloppors op afschuwelijke manier
was huisgehouden. Niet alleen zag hij
verspreid enige lijken liggen, hij rook
ze bovendien. Enkele Chinezen lagen
afgeslacht voor zijn voeten. Dat waren
geen Riouwers. Alle vreemdelingen en
Maleiers die niet hadden kunnen weg
vluchten, waren door de extremisten
domweg omgebracht. De Chinezen
waren altijd gehaat geweest omdat zij
verre superieur waren en overal een
slaatje uit wisten te slaan. Zij over
heersten met hun handelsgeest en
riepen jaloezie en nijd op door hun
scherpe verstand. Er waren ook een
paar Klingaiezen koud gemaakt, zag
hij in de gauwigheid. Dat waren ook
prima handelslui en vooral uitzuigers.
Verder liep hij, stapte over een lijk
heen, dat dwars over de zandige weg
lag. Daar zag hij de kapitein.
"Resident", werd hij met een saluut
begroet. "Een rotzootje hier. Ik heb
overal benzine over de huizen van de
peloppors laten gieten en alles in
brand laten steken."
Aardeman gaf Strijd nu dringend in
overweging van de moskee af te blij
ven. "Kapitein", zei hij, "één ding: laat
de moskee met rust. Dat is een plaats
waar de godsdienst beleden wordt,
die moet U in tact laten."
Daar was kapt. Strijd het dadelijk
mee eens en hij gaf met luide stem
instructies aan zijn sergeant. Alles
knetterde en smeulde rondom. Stank
van verbrand hout, huisraad, rubber
en lijken vulde de lucht, die zinderde
boven de lekkende vlammen. Kapt.
Strijd liep met Aardeman naar de
moskee en gaf de mannen, die daar
op het punt stonden zich aan de mos
kee te vergrijpen, bevel door te lopen.
Vlakbij knapte knallend een stuk bam
boe. De zwarte rook van verbrande
rubber maakte kronkelende wolken
en iets verderop stortte een huis in
elkaar.
In zijn hart was Aardeman het ermee
eens, dat hier militaire noodzaak be
stond drastisch in te grijpen. Velen
van de goedgezinden waren door de
extremisten vermoord, de rest was
gevlucht. Van deze kampong uit werd
Tambilahan telkens onder vuur geno
men en van daaruit werden op Tambi
lahan op onregelmatige tijden uitvallen
gedaan.
(wordt vervolgd)