O
Autoritair en opgefokt
BOEKBESPREKING
VLOOTVOOGDEN
EN ZEESLAGEN
Je leest het in moderne Indische boeken, je hoort het tijdens Indische werk
groepen en je verneemt het op Indische praatdagen: Indische ouders zijn auto
ritair, dat wil zeggen de ouders van wat nu de tweede generatie wordt genoemd.
Ze gaven pakken slaag, commandeerden, riepen op het matje, scholden op de
Nederlanders en tegelijkertijd deden ze alles om de kinderen acceptabel te
maken voor dezelfde Nederlanders. Goed kleden, met twee woorden spreken,
meer dan je best doen, niet opdringen, beleefd zijn. Maar ook weer niet meedoen
met hen en de slechte gewoonten overnemen.
Dit alles hebben de kinderen van toen
niet in verwarring gebracht, maar als
volwassenen van nu zijn ze tot de con
clusie gekomen dat zij door hun op
voeding in ieder geval geestelijk een
wrak zouden moeten zijn maar dat het
uitsluitend aan henzelf, en een beetje
ook aan de Nederlandse omgeving, is
te danken dat zij toch min of meer
goed terecht zijn gekomen en dat zij
aan hun Indisch zijn toch een invulling
kunnen geven ondanks de wrange
smaak die nu van de Indische autori
taire opvoeding wordt geproefd.
In een poging, zo die al wordt onder
nomen, om hun ouders handelen te
verklaren, wordt geconcludeerd dat
het puur koloniale trekken zijn om de
weerlozen te pakken en de machtigen
jaloers en met verborgen haat te be
hagen. Eenmaal in Holland hebben zij
zich niet daarboven uit te weten te
worstelen en door het doorvoeren -
veelal in zwijgzaamheid over de his
torische en culturele achtergronden -
van het koloniaal geijkt opvoedings
patroon zitten de nazaten met de ge
bakken peren, ware het niet dat het
leren, leven en werken in Nederland
de kinderen in staat hebben gesteld
met dat sociaal verborgen en verkramp
te leven van de ouders alsnog af te
rekenen, zonder daarbij echter het In
donesische bloed van de eeuwenlang
onderdrukte Javaan te ontkennen want
daar zijn de jongeren trots op en je
kunt er wat mee doen. Niet verlooche
nen, zoals de ouders hebben gedaan,
en ook niet gebruiken om moderne
zeden en gewoonten te veroordelen,
maar om aan te tonen dat Indonesisch
bloed spontaan kan leiden tot serimpi-
achtige bewegingen zonder dat het
maandverband, dat in de nieuwste
boeken fris en vrolijk bovenop de prul-
Iemand ligt verborgen hoeft te worden,
want menstruatie is immers geen taboe
voor een Indisch meisje.
De jeugd heeft de toekomst, zeg dat
wel, maar de befaamde Indische jeugd
(tweede generatie) is toch ook al een
tijdje in de dertig en als zij nu nog aan
de toekomst moet beginnen, is ze wel
niet te laat, maar wel wat laat. Zorgen
daarover behoeven we ons echter niet
te maken, want iedereen is al lang en
breed gesettled. Wat nog open ligt, is
de vraag of er na de steeds dunner
wordende eerste generatie nog een
Indisch leven zal zijn. Natuurlijk komen
hier dan meteen vragen op als wat dat
Indische leven nu dan wel is, hoe zich
dat uit, of dat sowieso moet blijven
bestaan en zo ja, in welke vorm. Want
vergeet niet dat elke generatie recht
heeft op een eigen aanpak.
Is er Indisch leven zolang er Indische
mensen zijn of alleen wanneer die
Indische mensen ook Indisch leven
Met andere woorden: moet er wat
meer zijn dan donkere haren en bruine
ogen? Is na verkettering van koloniale,
autoritaire Indische ouders Indisch le
ven mogelijk of moet er uitsluitend en
alleen sprake zijn van liefde en waar
dering. Begrip dan? Begrip gekoppeld
aan een stuk veroordeling en herwaar
dering?
Blablablabla. Blabla. Bla, als een va
riatie op de blatende schapen, die zich
willoos naar de zelf opgerichte slacht
bank leiden terwijl zij menen met hun
wol het ontluisterende Indisch lichaam
opnieuw te kunnen kleden en zonder
dat zij de moeite hebben willen nemen
om naar anderen te willen luisteren.
Maar de slagers hebben werk en de
mensen vreten zich vol. Wat zij uit
braken zijn vermaalde domheid en op
gefokte problemen die niet konden
leiden tot nieuw Indisch leven en dat
ook niet waard waren.
Is er straks dan geen Indisch leven?
Zeker weten van wel, al is het alleen
omdat hoop doet leven. Maar er is
meer dan hoop. Er zijn duizenden In
dische jongeren die gewoon doen, ge
woon zijn en prijs blijven stellen op
Indische herkenningspunten en die
verwonderd afvragen waar al die heisa
vandaan komt en daarmee niets van
doen willen hebben omdat het nu een
maal vermoeiend en belachelijk is om
je met iets, dat in feite niets is, bezig
te houden.
Maar behalve gewoon doen en ge
woon zijn, is er meer nodig om straks
werkelijk te kunnen spreken van In
disch leven. Initiatieven bijvoorbeeld
en kennis en karakter om waarheid en
leugen te kunnen onderscheiden.
RALPH BOEKHOLT
20
Wij ontvingen dit bijzonder fraai uit
gevoerde boekje van de hand van Dr.
Ph. M. Bosscher op de redactie met
het verzoek van de uitgever, om deze
nieuwe uitgave met de zo duidelijke
maritieme titel in Moesson te vermel
den. Gezien de omstandigheid, dat
Nederlands-lndië zijn bestaan dankt
aan een aantal vermetele ontdekkings
reizen - met een duidelijk "va banque"
karakter - van avontuurlijke Portugese
en Nederlandse zeevaarders, doen wij
dit met graagte; tegelijkertijd zullen
wij het boekske - kort - bespreken.
Het boekje begint met een drietal
prettig geschreven heldere profiel
schetsen van vlootvoogden van we
reldformaat. Als eerste, ook in de tijd
- is daar "onze" Admiraal de Ruyter,
nog altijd de grootste vlootvoogd in de
vaderlandse geschiedenis en even
eens nog steeds - over alle boegen -
symbool en voorbeeld voor Marine en
KoopvaardijDan volgt het portret
van de grondlegger van de keizerlijke
Japanse marine, vice admiraal Heihas-
hiro Togo, die zijn levenswerk be
kroond ziet in een overwinning - onder
zijn bevel - op de Russische vloot in
de zeeslag bij Tsjoesima (2 mei 1905).
Als laatste van de drie vlagofficieren
komt de Engelse admiraal J. A. Fisher
aan bod, die rond de eeuwwisseling,
als gedreven hervormer de Royal Navy
zowel op materieels- als op perso
neelsgebied een volledige uiterlijke
en innerlijke "face-lifting" gaf. Daarna
gaat de schrijver door met een boei
ende beschrijving van een viertal zee
slagen; de slag in de Javazee als laat
steUiteraard is déze zeeslag, toen
het geallieerde eskader onder com
mando van schout bij nacht Doorman
in de Javazee ten onder ging tegen
een Japans smaldeel (vgl het geschre
ven portret van vice-adm. Togo I) voor
ons de belangrijkste. Het verlies van
deze zeeslag had immers voor Ned-
Indië uitermate verstrekkende qevol-
gen
Resumerend: Vlootvoogden en Zee
slagen is met kennis van zaken ge
schreven, Bosscher weet op pakkende
wijze zijn "onderwerp" te brengen.
Zijn stijl is open en eerlijk, zijn woord
keus verzorgd en doeltreffend. Kort
om, het boek is een marine-historicus
van niveau waardig en liefhebbers van
maritieme geschiedenis zullen het met
plezier en voldoening lezen.
AvL.
"Vlootvoogden en Zeeslagen" door
Dr. Ph. M. Bosscher, uitg. T. Wever,
Franeker, prijs f 29,50, porto 4,25.