poirrié de Indo-Europeanen zich in meerder heid definitief loyaal verklaarden met het Nederlandse gezag. Het "natuur lijk verbond" tussen dit gezag en de Indo-Europese groep had echter een fundamenteel ongelijkwaardig karak ter. Door de eerste voornamelijk aan gegaan om redenen van politieke op portuniteit, droeg deze verbintenis voor de Indo-Europese groep een wel haast existentieel karakter, omdat het de enige waarborg vormde tot be houd van haar - vergeleken met de Indonesische bevolking - bevoorrech te positie. 'Met dat gezag staan of vallen wij", zo vatte de populaire bondsvoorzitter van het IEV De Hoog in 1929 deze positie kernachtig samen. In 1919, om precies te zijn 13 juli 1919, werd de verwachting van de Indische regering werkelijkheid. Op die datum werd in de stadsschouwburg te Wel tevreden, waar zich ongeveer zes honderd mensen hadden verzameld, het "Indo-Europeesch Verbond" op gericht. Het stelde zich ten doel de morele, sociale, intellectuele en eco nomische ontwikkeling van de Indo- Europeanen te bevorderen. Bovendien verklaarde het in de statuten nadruk kelijk stelling te zullen nemen tegen iedere aktie die het Nederlands gezag ondermijnde. De aanleiding tot de oprichting van het IEV vormde een krante-artikel in het Nieuws van den Dag voor Neder- lands-lndië van 17 juni 1919. Aange spoord door zijn chef, de roemruchte Indische journalist Wijbrandts, hield redacteur Van Loon daarin een plei dooi voor de oprichting van een "eco- nomisch-krachtigen bond voor Indo's". Deze diende er volgens Van Loon vooral te komen om een vuist te kun nen maken tegen de toenmalige re- geringspolitiek, die - aldus Van Loon - leidde tot het "geleidelijk remplaceren van Hiergeborenen door Inlanders". De ethische politiek was in het geding. De oproep was niet aan dovemans oren gericht. Twaalf dagen daarna kwam een tiental personen in verga dering bijeen om een voorlopig hoofd comité in het leven te roepen en een ontwerp van de statuten van de op te richten bond te concipiëren. Met uit zondering van de journalist Zaalberg, waren alle aanwezigen ambtenaar in het middenkader. Belangrijk strijd punt bij het opstellen van de statuten was het lidmaatschap. Men was het er over eens dat "inlan ders" geen lid van de bond konden worden, maar over de eventuele toe lating van "volbloed-Nederlanders" bestond meningsverschil. Een grote meerderheid gaf er de voorkeur aan de totoks uit te sluiten van het lid maatschap; zij konden desgewenst donateur worden. De overredings kracht van Zaalberg gaf tenslotte de doorslag. Hij was als enige van mening dat de steun van de totoks onmisbaar was en dat zij derhalve als leden van de bond geaccepteerd dienden te worden. Ook tijdens de oprichtingsvergadering kwam dit meningsverschil naar voren. Een delegatie uit Buitenzorg stelde voor de totoks buiten de bond te laten, maar voorzitter Zaalberg wuif de deze suggestie weg met de woor den "Bedenk goed dat gij geen hulp kunt ontberen in zaken welke gij zelf niet goed verstaat". Daarop ontstak de delegatieleider Doeve in woede en repliceerde verontwaardigd dat hij "geen kampong-Indo, maar een zeer ontwikkelde Indo" was. Het voorstel van de Buitenzorgse delegatie werd vervolgens in stemming gebracht en door twee derde van de stemgerech tigden verworpen, waarop een gedeel te van de aanwezigen de vergadering kwaad verliet. In de statuten van het IEV - datzelfde jaar nog goedgekeurd door de In dische regering - was het begrip In do-Europeaan uiteindelijk zeer ruim gedefinieerd: alle in Nederlands-lndië gevestigde personen van "Europee- schen of gemengd Europeeschen bloede" en hun afstammelingen, waarbij voor eerstgenoemden de ge boorte in Nederlands-lndië bepalend was; en verder alle in Nederlands- lndië gevestigde personen van "Euro peeschen bloede" wier kinderen daar geboren waren of die gehuwd waren met iemand die aan het eerste ge deelte van de definitie voldeed. Kort om, alle Europese "blijvers" konden lid worden van het IEV. Het IEV was opgericht uit "rechtma tige zelfverdediging", zoals het in zijn orgaan Onze Stem werd uitgedrukt. Door een raciaal groepsbewustzijn als basis van verenigingen te kiezen, gaf het aan, de gegroeide verhoudingen in de koloniale samenleving als uit gangspunt te nemen, waarbij het het verschil tussen Indo-Europeanen en Indonesiërs wilde handhaven en dat tussen Indo-Europeanen en Europese toplaag wilde wegnemen. Het was in de eerste plaats een sociaal-econo mische belangenorganisatie, maar het zou niet schromen zich op politiek terrein te begeven. Het was daarbij afhankelijk van het Nederlands gezag, wat het bij voorbaat tot een zekere politieke machteloosheid veroordeel de. Het initiatief tot oprichting lag duidelijk in handen van goed opge leide en tamelijk welgestelde Indo- Europese ambtenaren. Deze eigen schappen, die bij de oprichting van het IEV in het oog springen, zullen ook het IEV in latere jaren kenmerken. Zij zouden ervoor zorgen dat het IEV uit groeide tot de grootste Europese par tij in de Volksraad - maar tevens la gen daarin de wezenlijke zwakheden van het IEV besloten. In het tweede artikel zullen zij aan een nadere be studering onderworpen worden en met elkaar in verband worden gebracht. (wordt vervolgd) B.R.V. (OF NIROM) LIED Goedemorgen, het is tijd om de dagtaak te beginnen, Nu geen zorgen voor de tijd, zie het daglicht stroomt naar binnen Wij beginnen zonder gezeur, blij van zinnen en goed van humeur Goede morgen, het is tijd om de dagtaak te beginnen. Ja, het is een feit, ik ben altijd blij als de dag begint te gloren. Ik begin de dag altijd met een lach, want ik voel me als herboren En ik zeg tot mezelf: toe nu oude chagrijn, zing jij nu eerst eens je ochtendrefrein Goedemorgen, het is tijd om de dagtaak te beginnen I Eerlijk gezegd, ik dacht, de woorden van dat Nirom (BRV) lied die weet toch niemand meer? Blijkt alweer dat ik onze Moesson-lezers onderschat want op haar vraag kreeg mevr. Sipma liefst 3 reacties. Gezamelijk kwam bovenstaande tekst eruit. Bedankt lieve dames, weer een stukje inge voegd in het mozaiek van onze In dische herinnering. - L.D. REÜNIE EX-KRIJGSGEVANGENEN KOLENMIJNEN Op 1 maart 1986 vindt in de "Prinsen hof" aan de Zuiderkade te Emmeloord een reünie plaats van ex-krijgsgevan genen, die in de kolenmijnen in de buurt van Nagasaki hebben gewerkt. Het samenzijn- vangt aan om 10.00 uur en eindigt om 17.00 uur. In samenwerking met het Museum voor het Onderwijs Den Haag is een expositie samengesteld van foto's, tekeningen en mijnwerkersmaterialen waarmee is gewerkt, die tijdens de reünie is te bezichtigen. Voor aanmelding en verdere inlichtin gen kan men zich wenden tot: Dolf Winkler, Henr. Stevinlaan 10, 8302 AT Emmeloord, tel. 05270 - 1 64 15 (na 18.00 uur) "Waar zijn we eigenlijk mee bezig

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 8