De Abraham Crijnssen LAATSTE LUISTER (IX) door Victoria Kaulbach en Dr. J. J. C. H. van Waardenburg De "soos" in Indië is altijd een pracht instelling geweest. Een plaats van samen komst voor jong en oud, voor ambtenaren en militairen, voor particulieren, grote heren en kleine lieden. Maar de "militaire" soos in de Riouw stelde niet veel voor. Het was meer een cantine, wel met sterke drank vergunning uiteraard I Daar kwamen alleen militairen en een enkele uitgenodigde burger hun borrel drinken. Op zeer bijzondere gelegenheden werden er ook vrouwen toegelaten. Op een warme middag - het was zaterdag, de school vrijaf, het werk voor ander halve dag neergelegd - liep het fregat H.M. Abraham Crijnssen de haven van Tandjong Pinang binnen. Conform het protocol kwam een adjudant van de Commandant bij Resident Aardeman zijn opwachting maken en het beleefdheids bezoek van de Commandant aankondigen. Een half uur later bestegen twee heren in uniform de brede trappen van het Residentiehuis. Na de kennismaking en enige beleefdheidsfrasen was dit alles voorbij en Commandant Van Strien van het fregat werd door de Overste Pesch, de Gewestelijke Militaire Commandant van Riouw, uitgenodigd voor een borrel in de militaire cantine. Natuurlijk ontving ook Resident Aardeman een uitnodiging voor deze "borrel". Een paar kogels troffen het schip, maar die hadden hun kracht verloren en richtten nauwelijks schade aan. Wij waren razend, dat kunt U begrijpen, maar er was helaas geen tijd ons te revancheren. Maar nu bestaat die mo gelijkheid de smaad, de Nederlandse Vlag toen aangedaan, uit te wissen wél. Van Strien keek verwachtingsvol op naar Aardeman, wiens gezicht even strak bleef. Toen Aardeman zweeg, vroeg Van Strien - en zijn stem verried opgewon denheid: "Hoe vindt U dit plan, Resi dent? Het is toch jammer als wij deze kans laten lopen?" Potverdrie - een ogenblik wist Aarde man niets te antwoorden. Om tijd te winnen vroeg hij: "Gebeurde dat ten Zuidwesten van Tandjoeng Batoe?" Aardeman keek Van Strien aan, die naast hem hurkte en hoopvol naar hem opkeek. Geroezemoes om hem heen. Als hoogste gezagsdrager in de resi dentie, droeg hij de verantwoording voor wat daar gebeurde. De politieke toestand in Indië was précair. Provo catie zou kunnen leiden tot geweld, en dan had je de poppen aan het dansen. Tenslotte antwoordde Aardeman: "Maar meneer Van Strien, U weet toch, dat onlangs een circulaire van de Regering is uitgegaan, ondertekend door Lt. G.G. van Mook, Vlootvoogd Pinke en de Legercommandant Spoor, waarin werd gelast alle provocaties en geweld achterwege te laten in ver- Om een uur of vijf 's middags zat het gezelschap van ongeveer twaalf man rondom de stamtafel. Daar zaten Van Strien en zijn Hoofdwerktuigkundige, de Resident, Overste Pesch, enige officieren en de militaire arts. Ook de heer Hengeveld, gezagvoerder op de Enggano en de havenmeester Frenay waren present. De zon daalde en hing als een oranje bal tussen de stammen van de palmen. Er kwam een vleugje koelte binnenwaaien. Het leek gezellig te worden, ondanks de eenvoud van de cantine. Men keek uit op zee. De heren onderhielden zich met elkaar, grappen rolden over en weer, kortom er was een prettige sfeer. Maar zoals het spreekwoord waarschuwt: "als het water glad is - hoedt u voor de kroko dillen I" Hoe kon Aardeman vermoe den, dat deze gezellige middag tot moeilijkheden aanleiding zou geven De stemming was opperbest en werd na de nodige borrels zelfs enigszins luidruchtig. Rode gezichten en schater lachen om minder oirbare moppen. Aardeman keek de kring rond en zag dat Van Strien opstond en om de tafel naar hem toe liep. Hij knielde naast zijn stoel neer en sprak op de toon van een samenzweerder: "Resident, ik heb een plan, waarvoor ik uw instemming verzoek." Aardeman keek hem van opzij aan en trok even verwonderd zijn wenkbrauwen op. De Marine ressorteerde niet onder hem, maar was wel op zijn verzoek in de Riouw aanwezig ter bestrijding van de smokkelhandel. "Zoals U weet", vervolgde Van Strien, "is de Abraham Crijnssen twee jaar geleden met spoed van Nederland naar Batavia gevaren. Toen wij ten Oosten van Sumatra voeren, werden wij vanaf de Oostkust van Sumatra zonder enige reden door rebellen uit een kampong in republikeins gebied beschoten. Wij voeren toen tussen die kampong en het eiland Boeroeng door, dat op een kilometer afstand voor die kust ligt. INDONESISCH - MALEISE VERTALINGEN S. E. Knooren-Yo. Beëd. vertaal ster verzorgt vertalingen in/uit het Indon./Maleis voor Burgerl. Stand c.q. Catatan Sipil en Po litie. Tel. 043-432173. Sauternes- laan 31-D, 6213 EP Maastricht. band met de vredesconferentie te Malino. Die circulaire is naar alle auto riteiten uitgegaan en iedereen dient daarvan op de hoogte te zijn Ik kan dus helaas niet met uw plannen in stemmen, hoe goed ik uw frustraties kan aanvoelen. Niet doen dus I" Aardeman zag de teleurstelling over Van Striens gezicht glijden; zijn twin kelende ogen verdoften toen hij op stond. Hij liep weer om de stamtafel terug naar Overste Pesch. Ook bij hem hurkte hij naast diens stoel en hield een warm betoog met veel gegesticu- leer. Zou Pesch erin trappen? Aan de overkant van de tafel gezeten, zag Aardeman dat de commandant van de Abraham Crijnssen ook daar bot ving. De Overste Pesch was zelfs veel po sitiever in zijn afwijzing, gezien het heftig neen-geschud en de veront waardigde handbeweging van de Overste tegen Van Strien, die verle gen lachend opstond en wegwandelde. Later vernam Aardeman van de Over ste dat de heer Van Strien had voor gesteld de Kapitein DaCosta tijdens deze geplande strafexpeditie aan boord te nemen. Deze was militair comman dant van Tandjoeng Batoe en had eni ge malen strubbelingen gehad met de peloppors aan de overwal. Maar Van Strien vertelde Overste Pesch niet dat hij DaCosta al voor zijn plan ge wonnen had toen hij langs Tg. Batoe voer op weg naar Tandjoeng Pinang I Overste Pesch wilde in geen enkel opzicht dat één van zijn officieren zich zou compromitteren. Ook hij als de verantwoordelijke man kon zijn goed keuring aan Van Striens opzet niet hechten. Om een uur of zes - de avond begon al te vallen en de zon zonk nu bloed rood in de spiegelgladde zee - gingen de soosgangers huiswaarts. Aardeman zag bij het weggaan, dat Van Strien een onderonsje had met Hengeveld, de gezagvoerder van de Enggano. Dit Gouvernementsvaartuig was in de eerste plaats bestemd voor de tour nees van de Resident, maar deed te vens dienst als patrouille vaartuig. Aardeman merkte dit onderonsje wel terloops op, maar zocht daar niets achter, vond het normaal, dat zeelui zich met elkaar onderhielden Op verzoek van Aardeman aan de Vlootvoogd Pinke was de Abraham Crijnssen gedurende een of twee we ken gedetacheerd in de wateren van de Riouw Archipel om daar te pa trouilleren en de smokkelhandel van Sumatra op Singapore tegen te gaan. In de wirwar van zeestraten tussen de honderden eilanden van de Riouw was het een klein kunstje smokkelwaar naar Singapore te vervoeren. Dit was niet alleen illegaal, maar het kostte het Gouvernement honderden kostbare guldens aan uitvoerrechten. Pecunia causa I dus ook daarom waakzaam heid I 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 16