t^ady
HÉLÈNE WESKI
Ze heet Hélène Weski en ze is wat je noemt een lady.
Dus geen maatje, omaatje of tantetje. Kunst, cultuur, ge
schiedenis, literatuur zijn zo de onderwerpen van gesprek
wanneer je tegenover haar zit. Nu klinkt dit allemaal erg
elitair en intellectueel, maar ook hier geldt dat alles re
latief is. Er zijn nu eenmaal mensen die zich bij voorkeur
met deze onderwerpen bezighouden. En wanneer ze door
uiterlijk en uiterlijke verzorging in de massa opvallen, is
met de kwalificatie "lady" niet verkeerds gezegd, evenmin
overigens als met "omaatje" maar die hebben een heel
andere uitstraling.
Haar leeftijd ben ik niet te weten gekomen, wel dat ze
voluit Hélène Henriëtte Frédérique Sophie heet. Ze werd
in Djombang geboren, in het huis van haar grootvader die
daar arts was. Haar vader werkte op suikerfabrieken in
Oost- en Midden-Java.
Hélène Weski (foto: Johan Ghijsels)
De crisis in de suiker noodzaakte haar
snel aan het werk te gaan in plaats
van te gaan studeren. Ze had Duits
willen doen. Bij de Zusters Ursulinen
in Malang haalde ze toen in 8 maan
den de hulpakte, waarna zij 6 jaar als
onderwijzeres werkte aan de Darmo
en Simpangse Gentengschool in Soe-
rabaia. Terugkijkend op haar joncje
jaren schaamt Hélène zich eigenlijk.
"Ik had toen totaal geen benul van de
Indonesische cultuur. Uit boeken van
bijvoorbeeld Friederichy, Du Perron
en Opheffer leer je nu dat het ook
anders had gekund. Sri Widjaja, wat
wisten wij ervan? Voor een belangrijk
deel kwam dat door het onderwijs. We
werden niet cultuurbewust gemaakt.
Wel wisten wij precies Hoogezand en
Sappemeer te vinden op de kaart".
Hélène Weski gaat nog wat verder
wanneer zij zegt: "Bas Veth had in
zijn boek "Het leven in Nederlandsch-
Indië" op bepaalde punten wel gelijk".
Wanneer je dit hoort, krijg je de in
druk dat niet alleen sprake is van
schaamte, maar van een omzien naar
een leeg leven zonder ook maar één
positief aspect. Toch zegt ze ook dat
haar hart overvloeit bij het denken aan
een tropennacht, dat ze nu in extase
kan raken bij het horen van gamelan
en ook zegt ze dat de ruimheid van
geest, de bereidheid elkander te hel
pen, het royale en gastvrije bepaald
positieve elementen waren in het In
dische leven.
Hélène verklaart zichzelf wanneer ze
even later dit zegt: "Op levensbe
schouwelijk gebied en wat cultuur be
treft, ben ik in Indië weinig of niets
tegengekomen. Alleen voor een kleine
geestelijke elite was het geen leeg
leven. Wat wij, gewone mensen, de
den, was het zoeken van afleiding.
Maar rond de suikerfabrieken was er
dan ook niet veel. De mensen werk
ten er lang en hard en wanneer ze
moe thuiskwamen hadden ze geen
behoefte aan cultuur, wel aan rust.
Maar dat gemis heeft mij wel een
hongergevoel gegeven en na de oor
log heb ik die honger gestild".
Zij spreekt voor haarzelf, maar voegt
daaraan toe dat haar ouderlijk huis
waarschijnlijk model stond voor de
meeste Europese families. "Is dat in
derdaad zo?" is de vraag die door
mijn hoofd schoot. Als dat zo was,
dan hebben die anderen dus toch ge
lijk, zij die zeggen dat Europeanen
totaal immuun waren voor land en
volk en dat het leven daar slechts
een vegeteren was. "Pas als je weg
bent, weet je wat voor bijzonder land
het is", zegt Hélène even later en dat
klonk tenminste weer aanvaardbaar.
Daarmee kreeg Indië de erkenning
waar het recht op had en heeft en
het legt de oorzaak van een mogelijk
ziende blind zijn geweest bij het indi
vidu, dat niet wilde, kon of mocht zien
en zich ophield binnen Europese en
clave waar het beleven van Europese
cultuur onmogelijk was, gewoon om
dat men niet in Europa was.
Toch heeft Hélène Weski genoeg be
grepen en meegenomen van de Indo
nesische en Indische cultuur om zich
niet te hoeven schamen. Haar drie
schitterende verhalenbundels getuigen
daarvan. De boeken "Mensen en
Machten", "Niet meer dan een rat" en
"Mensen noemen het liefde" (de twee
laatste titels nog verkrijgbaar bij boek
handel Moesson) zijn niet geschreven
kunnen worden door iemand die Indië
nauwelijks of niet heeft ervaren. Mis
schien bedoelt ze meer de hogeschool
cultuur, wanneer ze spreekt over het
vroeger door haar gemiste culturele
leven. Maar ook dan rijst de vraag in
hoeverre men met terugwerkende
kracht van een gemis kan spreken.
Vroeger wist men immers niet beter.
Met de kennis van nu kun je het ver
leden wel beoordelen, maar eerlijk is
dat niet. De meeste Indische mensen
bijvoorbeeld weten nu veel meer van
en over Indië en Indonesië dan ze de
den toen ze daar woonden en werkten.
Niettemin hebben zij goede en dier
bare herinneringen aan hun leven in
dat land.
Kunst, cultuur en literatuur zijn niet
zomaar de hobbies van Hélène Weski,
het js haar leven. Ze heeft er haar
leven van gemaakt. "Ik wil iets toe
voegen aan de kwaliteit van het leven.
Het maakt je gezonder. Je moet je
hersens aktiveren en trainen", zegt ze
en dit principe vraagt om respect. Je
eigen talenten ontwikkelen en uitbui
ten en als het kan nieuwe talenten
daaraan toevoegen, in ieder geval in
teresse hebben in wat het leven te
bieden heeft, daar komt het principe
eigenlijk op neer.
Echt tevreden over de zichzelf opge
dragen taak is Hélène echter niet. "Ik
heb niet al mijn capaciteiten uitgebuit.
Schrijven, muziek, geschiedenis, to
neelspelen, gemakkelijk leren, mag ik
talenten noemen waar ik veel meer
mee had kunnen en willen doen".
Leeg en eentonig is haar leven echter
bepaald niet geweest. Jeugdjaren in
Indië, geïnterneerd geweest door de
Jap en later door Indonesiërs, ge
trouwd met de Sinoloog-Japanoloog
Leendert Kamper, die vooraanstaande
funkties in verschillende landen heeft
bekleed, schrijfster, reisleidster, enkele
jaren gestudeerd (filosofie en antieke
godsdiensten), regelmatig bezoekster
van musea en theaters in binnen- en
buitenland en wat al niet. Nu nog
geeft ze lezingen en ze schildert aqua
rellen.
Schrijven doet ze nauwelijks meer. "Ik
ben me ervan bewust dat er geen be
langstelling meer is voor de wijze
waarop ouderen schrijven. Aan de
andere kant wordt er in Nederland met
twee maten gemeten. Maarten 't Hart
bijvoorbeeld mag in zijn boeken on
beperkt terugkijken op zijn jeugd en
leven en verhalen over de Peel mogen
ook nooit eindigen. Nederlandse lite
ratuur haalt het niet bij de Angelsak
sische. Ik hou van vertellingen. Het
24