poirrié <^Bogoriana Brug over de Tjiliwoeng bij de Plantentuin in Bogor. Toen wij hier 36 jaar geleden kwamen wonen was Bogor nog een dorp. Van Djakarta komende, begon het dorp bij de brug "satu duwit" over de Tjiliwung (Kedungkalang Talang) en eindigde bij Sukosari. Met een "deleman" of becak kon je overal komen en de hele "dusun" vergde niet meer dan anderhalf uur rijden van het ene eind naar het andere. Tussen twee haakjes, de benaming "deleman" is afgeleid van de naam van de uitvinder van het het vehikel, de controleur B.B. Deleman. Het enige andere vervoermiddel (behalve de toen nog schaarse auto) was de "sado" (afgeleid van "dos a dos" wat "rug aan rug" betekent, want zo zat je er ook in). De paarden die de voortbewegende kracht leverden, waren dwergschar minkels, klein en vel over been. Nu lopen voor de delemans stevige, goed gevulde paarden. Als je van Bogor naar Djakarta of Bandung wilde, had je, tenzij je beschikte over eigen ver voer, de keuze tussen een wankele stokoude bus en de niet minder oude maar snellere trein. Beiden vergeven door zakkenrollers. Dat alles is gaan deweg veranderd (behalve de zakken rollers). Het treinverkeer is snel. De comfortabele bussen zijn nog sneller. En via de snelweg ("bypass") ben je in een 20 minuten in het hartje van Djakarta. In anderhalf uur in Bandung. De enige plaag die gebleven is, zijn de zakkenrollers. Maar hun activitei ten zijn nu praktisch beperkt tot het terminal "Pulogadung" te Djakarta. Bogor zelf is helemaal veranderd. Van een dorpje is het een "grosstadt" ge worden. Van Noord naar Zuid kost een wandeling je minstens 3 uren. Van West naar Oost niet minder. En dan moet je nog wel een getraind loper zijn. Twee jaren geleden kon ik dat nog wel. Nu helaas niet meer. De me dische zorg is enorm verbeterd. Er is behalve het "P.M.I." ziekenhuis, het splinternieuwe "Karya Bakti" zieken huis (vlak naast het "Rumal Sakit Ji- wa") gekomen. Waar je dag en nacht een arts kunt vinden. De "Purkesmas- sen" (Pusat Kesehatan Maryarakat), over de hele stad verspreid, bieden medische hulp voor een minieme ver goeding (inclusief medicijnen). Bij de centrale "Puskesmas" kun je zelfs be vallen, dus dag en nacht open en in clusief een vroedvrouw (bidan) en een arts. Praktisch over de hele stad verspreid zijn grote winkelwijken, waar je van alles krijgen kan. Van schrijfbehoeften tot luxueuze japonnen, herenkleding, meubels en kinderspeelgoed tot de modernste radio- en televisietoestellen toe. En dit werpt een grote vraag op. Een economisch raadsel. Er is reces sie over de hele wereld. Zegt men. Maar de toko's en pasars in Bogor zijn altijd vol kopers en vol goederen. Tot de duurste toe Welke econoom kan mij vertellen hoe dat mogelijk is? Er komen steeds nieuwe winkels bij en die zijn ook steeds vol van kopers (die ook werkelijk kopen!) Een ander raadsel is: het voortdurend toenemen de vervoer. De "Daihatsus" (kleine 6- persoons busjes) razen levensgevaar lijk snel hot en her door de straten. Altijd vol. Dat er niet iedere dag doden vallen, kan alleen aan de goedheid van onze Schepper worden toege schreven. Vreemd genoeg zijn de veel veiliger "bemo's" (driewielige vehikels met wat ruimte voor 6 personen en met doorgaans wat oudere en bezadigder chauffeurs) aan bepaalde trajecten gebonden. En wat helemaal te betreu ren valt, is dat het veiligste (niet het goedkoopste) vervoermiddel voor de kleine man, de becak, practisch nog alleen langs sluipwegen naar bepaalde doelen mag rijden. Dit valt werkelijk te betreuren. Want de becak (plaats voor twee personen) is beslist het veiligste vervoermiddel. Niet alleen wat betreft de geringe snelheid, maar ook de "privacy". Geen enkele straat rover ("tukang todong") is zo gek om passagiers in een becak te bedreigen. De becak-driver is er immers ook nog!? Hij vindt het niet leuk als zijn passagiers beroofd worden! Door zijn beroep is hij behoorlijk sterk. Op de televisie zag ik kort geleden, dat de becak in India en zelfs in Europa een plaatsje in het vervoers-schema heeft gekregen. Waarom wordt hij hier juist als stiefkind behandeld? En zijn de levensgevaarlijke Daihatsus favoriet? Heus, ik heb niets persoonlijks tegen die Daihatsus. Maar ik word koud van angst, als ik ze 3 tot 4 rijen dik door onze straat (waaraan 9 scholen liggen) zie vliegen. Want "zebra-paden" tellen alleen wanneer er een politie-agent bijstaat. Maar hoe het ook zij, Bogor is op weg om een hele grote en heel drukke bovendien steeds warmere grote stad te worden! Toen ik nog een kind was, logeerden mijn ouders (en ik) tijdens de vacan- ties in het toenmalige "Buitenzorg" (in het hotel waar nu het Hoofdbureau van Politie staat). Om een koele neus te halen. Voor die "koele neus" moet je nu 30 km. verder zijn. Op de Puncak AGUS DARUCH "Hoezo reclame Gewoon tatouage 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 26