PANGKALPINANG Het militair elftal, kampioen van Banka-Billiton in 1947. Staande naast de keeper Poirrié en Kappers. BANKA 1947-1950 Banka het eiland van de bauxiet, met het zustereiland Billiton ten Oosten van Sumatra. Begin 1947 werd ik daar geplaatst, op het eerste gezicht was het een gezellig en vredelievend eiland. Dit is vandaag mijn conclusie nog, een eiland zo mooi, dat ik het in gedachten nooit meer heb losgelaten. De bewoners zeggen, dat je altijd weer terug zal komen. Inderdaad ben ik na de tweede politionele actie weer op het eiland teruggekomen, maar om daarna naar Nederland te ver trekken. Toen ik in 1947 werd opgenomen, door een kleine maar gezellige club Europeanen, zo heette dat toen, was het net of alles wat soesah heette aan Banka voorbij zou gaan. Ik herinner mij het grote voetbalveld voor het huis van de Resident, met aan de rechterkant de kerk en verder was het veld omgeven door huizen, die bewoond werden door militairen met hun gezinnen. Zelf was ik met een paar man gelegerd in een hoekhuis, de oude Volkscredietbank. De Banka Tin Maatschappij speelde de belang rijkste rol op dit eiland, iedereen werk te bij deze Mij. en als je wat nodig had, dan moest je altijd bij de Banka Tin Mij. zijn, van medische zorg tot de kegelbaan. Banka werd voornamelijk bevolkt door Chinezen en daarom waren de eet tentjes zeer populair bij ons. In Pang- kalpinang waren gelegerd het 7e ba taljon van het KNIL en het 16e Squa dron van de ML. De gezinnen van on ze luchtvaart collega's woonden in Soengeiliat ten noorden van P. Pinang. De ML opereerde vanuit Palembang en kwam dan op Banka wat uitrusten. Als vrijgezelle knul, was het strand een geliefkoosde plaats om je vrije uren door te brengen en anders Mang- kol een bergmeer waar wij dan met een aantal burgers en militairen heen gingen. Het is zolang geleden, maar onze voetbalwedstrijden vergeet ik nooit. Ons militair elftal was kampioen van Banka/Billiton en wanneer wij speelden, dan zag het zwart van de mensen om het veld heen, zoveel was er natuurlijk ook niet te doen, dus voet bal was voor de plaatselijke bevolking een uitje. In die tijd waren Poirrié, de neef van onze Moesson tekenaar en ik het backstel (zie foto). Wij speelden toen nog het sawah systeem, trapten tegen alles wat be woog, natuurlijk ook tegen de bal en lieten niemand door. Zo wonnen wij vele wedstrijden ook tegen elftallen van andere plaatsen en niet te ver geten de politie. Onze grootste tegen stander was een uitstekend elftal van de plaatselijke bevolking "Gaspi", joost mag weten wat dat betekende. Later toen ik weg was geweest en op Banka terug kwam na de souvereini- teits overdracht, heb ik ook als gast- speler voor Gaspi gespeeld, aangezien wij geen militair elftal meer bezaten. De mooiste wedstrijd was het Banka's bondselftal tegen UMS uit Djakarta. UMS was toen het Ajax van de Archi pel en wij verloren maar met 5-4. Ik was de enige Europeaan in het elftal en wij speelden in roodwit en daar moest ik toch aan wennen, oranje stond mij beter. Maar het feest na de wedstrijd maak te alles goed, een Chinese Kapitein wat dat ook moge wezen, voor mij waren ze allemaal tin smokkelaars, organiseerde deze wedstrijd. Ik kreeg nog 25,op de koop toe en mocht de hele avond zitten, naast Ma Kapi tein, die mij steeds toelachte met het glinsterende gebit van puur Singapore goud. Maar feesten kunnen ze en er waren allerlei gerechten, waarvan je kon genieten en aan drank kwam ook geen einde. Dit was het belangrijkste gebeuren voor het vertrek naar Hol land. Op Banka had de TNI de zaken over genomen, in die zin, dat alle militairen waren overgegaan naar de TNI, alleen Kapitein Revet, Sgt. Rosbach, Kpl. Buys en ik waren nog van het KNIL, al waren wij dan formeel overgegaan Links: In de voorgalerij bij de familie Revet. Rechts: mevrouw Revet, "the first lady van de tangsi'

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 28