EEN BRUILOFT IN DE MOLUKKEN
Een schip van de Gouvernements Marine, voor anker liggend in de wateren tussen de Banda-eilanden, 1927
(Foto-archief mevr. C. Uylenburg-Nisset)
In het centrum van het grote gebied van het voormalige Nederlands-lndië, dat
"Molukken" heet, ligt Banda, het historisch curiosum van Indië, plaats van ver
laten paleizen (in 1929 kon men er in wonen voor 10,per maand, ook
wel voor niets) en heerlijk groene binnenhoven, plaats van diepe rust en stilte,
zonder auto's, zonder enig vervoermiddel, een dode plaats, waar de tijd, een
eeuw of langer al, de wijzers van zijn gang heeft laten vallen en in diepe droom
is gebleven, Banda de "Schone slaapster" van Indië, waar men overal vergane
glorie vindt.
Daar trof men een museum aan met
enkele antiquiteiten, die tegen enorme
prijzen te koop waren. Het was het
bezit van Baadilla, een groot man in
de Molukse schoenervaart. Met han
del drijven tot aanzien gekomen werd
hij bevorderd tot Kapitein der Arabie
ren. Naar de oude trant begon hij met
handel op de ZuidWester- en Zuid-
Ooster-eilanden en op West- en Zuid-
Nieuw-Guinea. Op Banda had de fa
milie de perken Keli en Noorwegen.
Trouw Mohammedaan, was hij eerlijk
vriend van het Nederlands-Indische
Gouvernement, dat van zijn hulpvaar
digheid meer dan eens bewijs kreeg.
In 1897 richtte hij bij de Aroe-eilanden
een eigen parelvisserij op; te Dobo
had hij een zaakgelastigde.
Baadilla verzamelde belangrijke natu-
ralia en ethnologische voorwerpen ten
gerieve van geleerden en instellingen.
Zijn parelhandel noopte hem tot het
maken van grote buitenlandse reizen.
Daarbij was voor hem een "moment
supreme" het bezoek, dat hij aan onze
vorstin mocht brengen.
In huize Baadilla hing dan ook een
levensgroot portret van H.M. de Ko
ningin. De handschoenen, die Baadilla
droeg toen hij van de vorstin een hand
kreeg, werden met de grootste zorg
bewaard. Voor de Koningin van Ne
derland had de oude Arabier een diep
ontzag. Trouwens loyaliteit, een woord
dat men tegenwoordig nauwelijks nog
hoort, vond men indertijd in meer dan
grote mate onder de Molukse volke
ren; we behoeven slechts te denken
aan de Ambonnezen.
Uiting van die loyaliteit o.m. bij de
troonsbestijging van Prinses Wilhel-
mina. Op Banda werd dat feit op
onovertroffen en grootse wijze ge
vierd door een unieke illuminatie van
de berg Gunung Api. Toeri het donker
werd en het waren juist in die dagen
donkere maanloze nachten over Ban
da, verschenen plotseling vlammen
tegen de helling van de vulkaan. Was
het een uitbarsting? Wel neen, de
vlammen schenen een onzichtbare hand
te gehoorzamen en schreven in rood
gouden gloed de naam van de Koningin
tegen het massief van de berg. Groot
en trots stond daar een koninklijke 'W'
te branden en daarboven een harer
waardige kroon. Vanuit zee, vanaf de
brug van een schip was het een feëriek
gezicht. Het was alsof letter en kroon
in de lucht zweefden en men vroeg
zich af hoe zij daar kwamen.
Het was een lumineus idee van de
heren Bruinier en Lans om over een
lengte van 110 meter letter en kroon
tegen de helling af te zetten met stok
ken, waarbij rekening werd gehouden
met de helling van de Gunung Api, op
dat de letter in een schuin vlak tegen
de vulkaan kwam te staan. Aan elke
stok - hun aantal bedroeg 372 - werd
een fles met petroleum en een grote
pit gebonden. Het is niet bekend hoe
veel blikken petroleum op een nacht
werden verbruikt. Wat een grootse hul
de, wat een uiting van loyaliteit. Hoe
e.e.a. in Europa bekend is geworden is
onbekend, maar één ding is zeker; de
ze illuminatie heeft in Engeland opzien
gebaard. Bij de viering van het huwe
lijk van de vorstin met Prins Hendrik
werd deze illuminatie andermaal ont
stoken.
Baadilla was niet alleen bekend om
zijn fabelachtige rijkdom maar zeer
zeker ook om zijn drie zigeunerachtig
uitziende, naar de laatste mode ge
klede dochters.
Op 12 januari 1929 verkeerde Banda
in opwinding. Er zou met veel statie
een huwelijk gesloten worden tussen
de "prins" uit Ceram en een Arabische
schone. Voor het met vlaggen en pa
pieren bloemen versierde huis van de
12