POIRRIE'S
PERIKELEN
26
JAVAANSE ONTMOETING
We stonden voor een Spaanse garage
te wachten totdat onze auto klaar was.
Mijn vriend, kleinzoon van een Javaan
se prinses zoals zoveel Indische jon
gens plegen te zijn, stond op het trot
toir naar het vefkeer te kijken. Stopt
een Nederlandse auto, erin een jong
gezin. Moeder Indisch meisje, vader
Hollander en twee kinderen met van
alle'bei iets. De moeder buigt zich uit
het raampje naar mijn vriend en vraagt
in rap Spaans de weg naar Bagur. Mijn
vriend, hij lijkt vanuit de verte inder
daad een beetje op een Spanjaard van
niet al te beste komaf, ineens helemaal
bingoeng, neemt zijn Polaroid lefbril
af en vervalt van schrik in zijn moers
taal, Javaans. Die jonge moeder stoot
eerst haar hoofd bijna tegen het dak
en begint dan eveneens Javaans te ra
telen. Allebei laaiend enthousiast, ble
ken allebei uit Klatèn of zo te komen.
De vader zat met net zo'n open mond
te kijken als die kleine Fransoos. Die
twee zetten toen een Javaanse boom
op van hier tot overmorgen, of die
familie nog in Bagur is terecht geko
men weet ik niet. Een uurtje later, onze
auto was klaar, liep mijn vriend voor
mij uit de garage in, af en toe maakte
hij een paar tandakbewegingen, van die
Javaanse.
BASSIST
Geloof het of niet, ik heb ook nog in
een combo gezeten, als bassist. Hij
was eigenlijk te zwaar voor mij maar
ik kon geen ander instrument bespe
len en de leader was mijn beste vriend,
dus werd het de bas. Hij gaf mij de
strikte order niet te hard te spelen, de
drummer zou mijn gemis aan gevoel
voor ritme wel verdoezelen. Bovendien
moest ik de bas iets naar me toe draai
en om mijn fantastische grepen voor
de eventuele kenners in de zaal te
verbergen. Toch was het dankbaar
werk, ik heb toen veel genoten van
het applaus dat we altijd kregen, bo
vendien mochten we regelmatig oefe
nen en dan hoefden we niet mee te
doen aan velddienst. Toen mijn vriend
werd overgeplaatst was het afgelopen,
jammer, want het was een prima band
je.
Nog niet zo gek lang geleden hadden
we hier in ons Jeugdcentrum een In
dische avond. Ik had een aChtmans
band opgetrommeld, ze kwamen uit
alle windstreken en hadden nog nooit
samen in één band gespeeld. Allemaal
Indische jongens en stuk voor stuk
geweldige solisten. In het begin wist
niemand welk liedje ze aan 't spelen
waren, halverwege de avond wel en
tegen het eind waren ze beslist uniek.
Behalve de bassist, een kleine jongen
met te korte armen voor dat apparaat.
Ik heb hem goed in de gaten gehou
den, hij stond een beetje van de zaal
afgewend een beetje aan de snaren te
plukken zonder dat je hem hoorde.
Ze hebben zich alle acht wel rond ge
geten aan de saté, nasi rames en wat
er allemaal ook was. Vraag maar aan
Lilian en Milène, die waren er toen
ook bij.
ROGGEBROOD
Op een dag, tijdens een oefening in
Duitsland, zaten mijn collega en ik
beiden op het trapje van onze eigen
bureauwagen. Onze Overste zat tegen
over ons in een aanbouwtent te pala-
veren met een heleboel hoge buiten
landse - of buitenlandse hoge officie
ren, ik weet niet meer precies. Hij was
zo'n beetje de voorzitter, geloof ik.
Mijn collega zat op zijn trapje te wor
stelen met een blikje roggebrood met
rozijnen, dat is van dat spul waarvan
je één keer een kwart blikje opeet en
dan nooit meer. Toen mijn collega zijn
kwart op had, daalde hij van zijn trapje
af en begon met de rest van het uit
het blikje gepulkte spul in de rechter
hand de gebaren te maken van een
base-ballwerper op zijn heuveltje.
Toen ik goed en wel in de gaten had
wat hij aan het doen was, was het
eigenlijk al te laat. De donkerbruine
klomp roggebrood met rozijnen kwam
met een noodgang op mij af en in een
laatste vertwijfelde reactie probeerde
ik het projectiel af te weren met mijn
laars. Het lukte, deed geen zeer maar
het van richting veranderde projectiel
vloog met onverminderde snelheid
door een van de raampjes het VIP-
ontmoetingscentrum binnen.
Even later stak onze Overste zijn nij
dige hoofd door hetzelfde raampje
naar buiten, maar toen zaten wij bei
den allang onder onze bureauwagens.
Het heeft niet veel geholpen, want
toen alle hoge Pieten weer naar hun
eigen onderdelen vertrokken waren,
kwam hij nog even bij ons langs. Viel
tegen, we wisten wel dat hij evenmin
gecharmeerd was van roggebrood met
rozijnen, maar dat hij zich zo zou op
winden over dat rakelings langs zijn
hoofd vliegende ding hadden we niet
verwacht, bovendien zat er helemaal
geen opzet bij. Voor straf één extra
nachtwacht, omdat hij vond dat wij als
beroepsonderofficier het goede voor
beeld voor de troep hadden moeten
geven. De kleine man is altijd de klos.
Ned.-lndië 1940-1946 - Japans in
termezzo 9 maart 1942-15 aug.
1945 - door Jacob Zwaan
75,porto 7,
Ned-lndië 1940-1946 - Geallieerd
intermezzo 15 aug. 1945-30 nov.
1946 - door Jacob Zwaan
55,porto 7,
Vogelvrij - het leven buiten de
kampen op Java 1942-1945
door M. Moscou-de Ruyter
26,95, porto 4,50