BENGAWAN SOLO, TOEN EN NU LEVEN VAN HET WATER bepaalde afstand van elkaar verwij derd en na een kreet van de aanvoer der, worden de werpnetten gelijktijdig uitgeworpen. Op de foto ziet men de vissers de netten gezamelijk ophalen. Zodoende wordt een maximale vis vangst gegarandeerd. Haar lengte bedraagt 540 km. de lang ste rivier van Java. Haar stroomgebied is 450 vierkante kilometer. De oor sprong ligt ten zuiden van de berg Lawoe in het noordelijk deel van de Gunung Kidul. De monding is verlegd van de Straat Madura naar het noor den in de richting van de Java Zee. De Engelse natuuronderzoeker Char les Darwin (1809 - 1882) poneerde in de vorige eeuw de evolutieleer. Men vond dat toen belachelijk en absurd. Evenwel hebben archeologen aan het einde van de vorige eeuw gezocht naar de ontbrekende schakel, de zgn. missing link. Welnu, van 1890 tot 1898 verrichte prof. Dubois van onze Oudheidkundige Dienst opgravingen te Trinil (bij Nga- wi) aan de oever van de Solo-rivier. Hij vond daar een schedel en beende ren van de homo sapiens erectus en noemde die homo sapiëns soloensis. Zo werd de Solo-rivier in de weten schappelijke wereld wel bekend De eerste stap naar de juistheid van het bestaan van de missing-link was ge zet. Een ander aspect gaf de rivier alom bekendheid, het lied Bengawan Solo. Het bijvoegelijk naamwoord is door de componist en tekstschrijver juist ge kozen: eerwaardig en gelukzalig. P. L. PENNINGNIEUWLAND Samenwerken Ongeveer vijftig roeiers en vissers met werpnetten in het bezit van twintig prauwen hebben zich verenigd om ge zamelijk de visvangst te delen. De linkergroep van 10 prauwen heeft zich dwars over de breedte van de rivier opgesteld in afwachting van de komst van de tweede groep, die zich stroomopwaarts in dezelfde linie op een afstand van meer dan 100 meter heeft geformeerd. Door heftig met de roeispanen tegen het water te slaan om de vissen voor zich uit te drijven, begeeft de formatie zich stroomafwaarts in de richting van de linkergroep. Op een van te voren Tevreden De eenzame visser in volle actie met zijn werpnet (djala), dat gedeeltelijk en bruisend in het water valt. Desge vraagd antwoordde hij tevreden te zijn met zijn bestaan, hoewel in sommige gevallen aanvullende karweitjes nood zakelijk waren. Visvangst Een fuik bestaande uit verschillende vormen van schepnetten, waarvan de uiteinden aan buigzame bamboesten gels zijn vastgehecht. De fuik wordt bediend door de visser die onder het rieten dak van de vrij hoog boven het water gebouwde bamboe-stellage plaats heeft genomen. Bodjonegoro 1935 De overvaart kostte toen één cent per persoon en één cent voor het mee te nemen reisgoed. Een idyllisch tafereeltje dat zich weerspiegelt in het water. De veerman in gebukte houding zijn bamboe-vaarboom voortduwend, de koopvrouw zittend op de rand van de prauw, berustend in haar lot en tegenover haar de koopman met zijn pikolan. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 32