Sjèm Lapie INDISCHE SPEKKOEKEN Dat was me even lachen die zaterdagmiddag voor Pinksteren in Ukkel nabij Brussel, toen wij afscheid namen van onze aldaar wonende nicht Albertine, een Indische van Belgische origine, met jarenlange Djokja, Batavia en Nieuw-Guinea ervaring. Lachen om onze bijna 70-jarige algemene "tante" Soem (van Soemiati), een klein, eenvoudig, allerhartelijkst, heel spraakzaam, maar nagenoeg onge schoold Javaans/Madoerees vrouwtje uit het Kedoeroese nabij Soerabaja, met wie we ruim een kwart eeuw geleden op hetzelfde schip naar Nederland repa trieerden, in hetzelfde contractpension werden ondergebracht en in dezelfde stad werden gehuisvest. We gingen als familie met elkaar om, ook toen haar man, Oom Gerard, door een lichte hersenbloeding speciale medische verzorging behoefde en het echtpaar verhuisde naar een verzor gingstehuis ergens op de Veluwe. Oom Gerard, ongeveer 12 jaar ouder dan tante Soem, is een gepensioneerd KNIL-militair en in tegenstelling tot zijn tjrèwète vrouw, een bescheiden rustige man, die op zijn tijd boeiend kan vertellen over zijn tempo doeloe. Sprak tante Soem aan boord voorna melijk nog Maleis met hooguit enkele Javaanse en Hollandse woordjes er doorheen, na enige jaren Nederland, spreekt zij op haar manier Nederlands met enkele Javaanse of Maleise woord jes als aanvulling. En zij wil persé NIET, dat men haar in het Maleis (In donesisch) aanspreekt. Doordat zij on geschoold is. is haar zinsbouw de Ma leise, terwijl sommige Nederlandse letters voor haar onoverkomelijke uit spraak moeilijkheden opleveren. U weet wel de v en f wordt p, de ui wordt ei, de ch en g wordt k. de u wordt oe, enz. enz. Voor ons Indischen is het taaltje redelijk goed verstaan baar. De winkeliers in het dorpje, en voordien in haar woonbuurt in Am sterdam, begrijpen tante Soem met de jaren natuurlijk heel goed en vinden haar Nederlands grappig en koddig. Ik persoonlijk luister er heel graag naar. Jeugdherinneringen komen dan voor de geest. Ik denk dan aan de vakan ties in de dertiger jaren bij mijn Ja vaanse Oma in Kalisat op de onder neming. Oma sprak net zo grappig als nu tante Soem. Enfin, die zaterdag gingen we heel vroeg naar tante Soem en Oom Ge rard om een dagje België te doen, d.w.z. Brussel of Antwerpen, dat moes ten de oudjes maar beslissen. Toen we omstreeks acht uur in de morgen van Ede wegreden, was onze eerste vraag dan ook: "En tante en oom, wordt het vandaag Brussel of Antwerpen?" Men koos voor Brussel, maar oom Gerard wou toch nog even naar de vogelmarkt. En dat beloofden we hem dan ook, doch tante Soem gaf daarop het volgende commentaar: "Papi Kérar, jij niet meer kopen pokel pan tweedeisen prank jang alleen leep drie maanen en dan doot ister niet meer ei pan mier. Koop maar hewone kenari, etennja makkelijk en koekoop". Oom Gerard verduidelijkte het ver haal en vertelde, dat hij vorig jaar een tropische zangvogel kocht, een soort tjoetjakrawa, die als hoofdvoer ge droogde mieren-eieren at. De Bel gische vogelhandelaar zei hem, dat overal in Holland dat bijzondere voer te krijgen was, maar dat bleek niet zo te zijn en na drie maanden stierf het beestje, kennelijk de hongerdood. Tweehonderd piek amblassion, zoals oom Gerard dat zei. We reden regelrecht naar Brussel, waar we omstreeks twaalf uur in de middag in de buurt van de markt de auto parkeerden. Op de markt was het bijzonder druk en ook hier hoorden we de vele Duitse toeristen. Schuife lend trokken we langs de honderden kraampjes richting vogelmarkt, waar oom Gerard na een half uurtje kijke- kijke-kijke, eindelijk een mooi fluitend sijsje zag, dat hij voor driehonderd frank, inclusief een maand voer, de zijne mocht noemen. Terwijl oom Ge rard en ik het vogeltje naar de auto brachten, stapten Mutty (mijn weder helft), tante Soem en Pim (de chauf feur) verder richting vleeswaren-afde ling. Ik ging echter alleen naar de dames, omdat oom zich te moe voelde. Hal verwege ontmoette ik tante, die mij een plastic zakje in de hand duwde en zei: "Poor jou njo, eerst Jeten dese twee rondo rojaal (gebakken tapé ke- tella pohon), laat maar sterk. Mijn tas met boltskappen beetje swaar". Als jongste van de drie mannen (ben nog net geen 65) ben ik vanzelfsprekend het pakpaard van de dag; voor twee rondo rojaal doe ik veel. En inder daad, de twee grote leren boodschap pentassen waren vol gevuld met voor namelijk babad (pens) en jonge oe- soes (darmen) beide goed schoon en gekookt. In de auto gingen al de vlees waren over in de twee meegebrachte koelboxen. Tante Soems specialiteit is soto ba- bad, babad en oesoes goreng. Daar trakteerde ze menig jarige in het ver zorgingstehuis op. Van de markt gingen we in Ukkel bij mijn nicht op visite, waar we gesmuld hebben van heerlijke boeboer ketan item met santen. Met Albertine de af spraak gemaakt, dat we de zevende juli a.s. weer zullen komen om samen de Ardennen te doen. Net toen we wilden opstappen, zei tante Soem tot Albertine: "Non, ik bestellen één sjèm lapie poor mijn tjoetjoek. Niet perkie- ten ja Non". Albertine trok tante mee en zei dat ze mee moest komen, dan kon ze zelf uitzoeken wat ze graag wilde hebben en hoefde ze niet tot 7 juli te wachten. Ze trok tante mee de kelder in, waar ze een hele uitgebreide voorraad had van zelf ingemaakte groenten en jams. Tante kon dan kiezen welke jamsoort ze bedoelde. We hoorden echter een gebrul van tante, die om haar man riep. Maar ook deze goeierd met 48 jaar huwelijkservaring wist niet wat zijn vrouwtje bedoelde met "sjèm la pie". Pas toen tante de naam "Sandra pan Leik" zei, schreeuwde Albertine: "Oh die tante toch, ze bedoelt het liedje "Jaime la vie", het winnend songfestival liedje van het Luikse meisje Sandra Kim. Oom Gerard schudde zijn grijze ka lende hersenpan en mompelde: "Na tuurlijk versta ik haar deze keer niet, want ik spreek geen Frans". Sindsdien beginnen we elk gesprek met Albertine via de telefoon met Sjèm lapie, ik hou van het leven. FRANS J. (NONO) PONDER TANTE NON's Franko thuis in speciale verpakking. Min. 500 gram f 20, Min. 750 gram f 25, stort op giro 38 92 616 Mevr. F. Y. ROBERT-FLAMAND Mozartlaan 629 5011 SP TILBURG, tel. 013-56 08 35 STICHTING HULP AAN LANDGENOTEN INDONESIË Met uw geld steunen wij duizenden landgenoten in Indonesië die het heel hard nodig hebben Stichting HALIN, Nassau Zuilensteinstraat 9, 2596 CA Den Haag. GIRO 308. Tel. 070-24 54 67 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 33