J BORNEO: KIND VAN DE REKENING 9 een ideale plaats om door snipers on der vuur te worden genomen. De uitgevoerde verkenning in de nabije omtrek van het inlands kerkhof gaf gelukkig geen aanwijzing dat er een actie van sluipschutters te verwachten was. Op het signaal "veilig" betraden wij de begraafplaats en zochten naar een recent gedolven graf. Inderdaad zagen wij op een wat afgelegen plaats sporen van omwoelde aarde. Dat kon best het graf wezen van de ontvoerde man. Met een paar opgetrommelde gravers togen wij aan het werk en binnen niet al te lange tijd zagen wij op de bodem van het graf het lijk van een mans persoon wiens gezicht onherkenbaar was verminkt. Zijn kleding was be smeurd met bloed en modder en hij had zijn schoenen nog aan zijn voeten. Een identificatie van de persoon moest toen nog worden verricht. Ik zag dat hij een broekriem aan had met een bijzonder opvallende gesp. Ook zijn schoenen en kleding waren voorwer pen die tot identificatie zouden kunnen dienen. Deze dingen toonde ik later aan de familie van het slachtoffer, die ze onmiddellijk herkenden als het ei gendom van de vermiste persoon. Énige weken later kwam een Chinese vertegenwoordiger van het handels concern op mijn kantoor en overhan digde mij de uitgeloofde beloning. De twee informanten die 'hun bijdrage hadden geleverd tot de oplossing van het misdrijf ontbood ik op mijn bureau. Ik stelde hun een groot deel van de beloning ter hand. Aangezien ook een aantal andere rechercheurs aan het speurwerk had deelgenomen, wel iswaar zonder resultaat, was het rede lijk dat zij alzo zouden worden bedacht. In de kazerne organiseerde ik een sla- metan voor het personeel, opgeluis terd met een dansgroep of ronggéng. Er werd ook een paardendans uitge voerd de z.g. djaran kèpang waar de ruiter, dansend op een uitgesneden kartonnen paard, gras en andere din gen at. Ik dacht niet dat het een sma kelijk maal was Maar deze dans was wel erg populair onder de bevolking. In de uitoefening van de dienst was handhaving van orde en rust één van de belangrijkste taken, zo niet dè be langrijkste! De nachtelijke patrouilles in en buiten de stad waren daarom wel noodzakelijk. Madioen stond bekend als een moeilijke stad met zijn grote aanhang bij de P.K.I., een communis tische organisatie. Maar mijn colle ga's die op kleinere plaatsen of dorpen gedetacheerd waren hadden het nóg moeilijker! Zij kwamen geregeld onder vuur van nachtelijke sluipschutters. Kort na mijn aflossing en vertrek uit Madioen vernam ik dat mijn hoofdagent Poeskoke, die naar een buitenpost was gedetacheerd, door sluipschutters on der vuur was genomen tijdens een nachtelijke patrouille. Met hem sneu velden ook vier van mijn beste Indo nesische agenten. Terug op mijn standplaats in Soera- baia deed ik weer dienst op Sectie I aan de Coenboulevard. Ultimo decem ber 1948, nadat Nederland door de Veiligheidsraad tot beëindiging van de politionele actie was gedwongen en waarbij Amerika dreigde met intrek king van de Marshall-hulp werd op 31 december tot stopzetting van de actie besloten; e.e.a. onder handha ving van de status quo. Toen begon opnieuw de politieke touwtrekkerij. Van 23 augustus tot 2 november 1949 wertl er een Ronde Tafel Conferentie in Den Haag gehouden tussen de Ne derlandse Regering en vertegenwoor digers van verschillende Indonesische staten. Om kort te gaan; een souverei- niteitsoverdracht stond voor de deur. Op zekere dag kreeg ik thuis bezoek van een paar informanten die in Ma dioen onder mij hadden gediend. Zij vertelden mij hoe de toestand in Ma dioen was en wat er mogelijk stond te gebeuren na de overdracht. Zij raad den mij aan om vóór dat tijdstip 'het land te verlaten, omdat de Indone sische leger-autoriteiten van die plaats hadden besloten om alle mensen die daar bij de inlichtingen-dienst gewerkt hadden gevangen te nemen of te eli mineren. Mijn verzoek om naar Nederland te mogen worden overgebracht vóór de souvereiniteitsoverdracht op 27 de cember, werd door de poiitie-leiding afgewezen. Aangezien ik nog een maand verlof te goed had, besloot ik met mijn gezin dit verlof in Nieuw- Guinea door te brengen. Daarvoor werd wel toestemming verkregen en wij vertrokken op 27 december 1949 per m.s. Waibalong naar Manokwari. Daar aangekomen heb ik enige dagen later bij de nieuwe Indonesische Korps leiding telegrafisch mijn ontslag inge diend. Oerwoud in ondergang - culturen op drift door Jan B. Ave en Victor T. King Een uitgave van het Rijksmuseum voor Volken kunde in Lëiden, die handelt over land, volk, his torie en de recente ontwikkelingen van Borneo. Met talrijke illustraties, voorzien van een biblio grafie. 17,50 4,50 porto. BOEKHANDEL MOESSON Als het verleden ooit weer levend wordt, dan is het wel bij het opruimen van zolders. Uit dozen, koffers, zakken, kisten en kasten komen regelmatig foto's brieven, films, spullen enz. tevoorschijn, die het verleden weer helemaal zichtbaar maken. Soms stuit je ook op 'n heel ontroerende foto, zoals mw. J, G. C. Reissner-Nagel, die in een koffer van haar overleden vader, deze foto vond van dit meisje, dat een zaam en verlaten werd aangetroffen in Ambarawa na een actie van extremisten. De vader van mw. Reissner was destijds mede belast met het opsporen van slachtoffers van de bersiap. Natuurlijk vraagt zij, en wij met haar, zich af wie dit meisje was, hoe zij terecht is gekomen enz. Wie daarover infor matie kan en wil geven, kan contact opnemen met de re dactie Moesson.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 9