BALI
Xc
NIEUWS UIT INOONESIE
Laatste overlevende van de poepoetan overleden.
BAHASA INDONESIA
11
Op 84-jarige ieeftijd overieed enige maanden geieden Ida Tjokorda Ngura Gede
Pemecutan, radja van Badung. De overleden vorst, die zeer geliefd was bij de
bevoiking om zijn voorkomendheid en generositeit, was de iaatste overlevende
van de "poepoetan" (zeifoffering) een tragische gebeurtenis, die in 1906
plaatsvond, toen er een einde kwam aan de onafhankelijkheid van Baii. In de
ioop van de 1 9e eeuw had het Ned.-lnd. gouvernement verdragen gesioten met
de Baiinese vorsten waarbij dezen toezegden zich in de toekomst te onthouden
van zeeroof, het kiiprecht (plundering van op de kust van hun gebied gestrande
schepen), pandeiingschap en weduwenverbranding. De plundering van een op
de kust van het vorstendom Badung gestrand schip ieidde er toe, dat na iang
onderhandeien om tot genoegdoening te komen, de regering in 1906 besioot
een militaire expeditie te zenden.
voor beginners en gevorderden.
Methodisch verantwoorde ies-
sen door bevoegde onderwijs
krachten.
A. BLOEMHARD
tel. 070 - 23 26 90 of 68 63 28
In tegenstelling tot vorige veidtochten
stonden de Nederlandse troepen nu
niet tegenover Baiische krijgers, maar
tot hun verrassing en verbijstering
werden zij bij de poeri (vorstenverblijf)
tegemoet getreden door mannen,
vrouwen en kinderen, aiien in het wit
gekieed en siechts gewapend met
krissen en speren.
Zij hadden zich, na een ritueie reini
ging, ten dode gewijd. Liever dan zich
over te geven aan het Nederlandse
gezag verkozen de radja, zijn famiiie
en voigeiingen vrijwiiiig de dood.
Regelrecht trokken zij naar de piaats
waar de Nederlandse legermacht in
steiiing iag, en zonder acht te siaan op
herhaalde sommaties zich over te
geven, stortten zij zich in het vijande
lijke vuur, intussen de gewonden die
bij hen waren gevaiien, met krissteken
dodend. Na korte tijd waren aiien
gesneuveld, behalve de vierjarige Ida
Gede Pemecutan, die aan een been
gewond was, maar door de iichamen
van zijn ouders werd beschermd. Een
zelfde drama voitrok zich in het
nabijgelegen vorstendom Tabanan.
Na deze expeditie en die tegen
Kioengkoeng in 1908 kwam geheei
Baii onder direkt bestuur van de Ned.-
Indïsche regering. Voor de vorsten
zoon, die de poepoetan van 1906
overleefde, was echter toch nog een
roi in de historie van zijn iand wegge
legd. In 1938 besioot de regering, de
acht zeifbesturen op Baii te herstellen
en teigen van de oude vorstenge
slachten werden weer in het bezit
gesteid van de troon van hun voor
vaderen. Zo werd ook Ida Gede Pemu-
cutan radja van Badung.
Zijn crematie was de grootste iijk-
verbrandingsceremonie op Baii sedert
die van Tjokorda Gede Agung, vorst
van Ubud in 1979. De processsie, die
aan de plechtigheid voorafging.trok
eenmaai iangs het puputanpiein in
Denpasar, aangelegd op de piaats
waar zich de tragedie in 1906 had
afgespeeid. De verbrandingsceremo
nie, een belangrijke gebeurtenis in het
maatschappelijk ieven in Baii, werd
bijgewoond door tairijke famiiieieden
en vrienden van de overleden vorst, de
andere radja's van Baii en een minister
van het kabinet.
Ch.M.
Bovenstaande foto werd genomen na afloop van de beëdiging der Baiische zelfbestuurders te Besakih op 29 juni 1938. waarmee het
vorstenbestuur op Bali na een onderbreking van 30 jaar weer werd hersteld. V.l.n.r.: de Zelfbestuurders van Tabanan. Kioengkoeng.
Badoeng (die als vierjarige de poepoetan in 1906 overleefde). Bangli, de commandant van het Prajodacorps. de Zelfbestuurder van
Karangasem. Resident H. J. E. Moll, het hoofd van de Afd. Buitengewesten Mr. W. Hoven, de Zelfbestuurder van Gianjar, Ass Res. B. Cox
en de Zelfbestuurders van Djembrana en Boeleleng. (Uit: Tropisch Nederland, dec. 1938).