Denk aan uw landgenoten
in Indonesië voor wie het
leven eeri grote zorg is.
Stichting HALIN
GIRO 308
budur en de kraton van Yogya terug
gezien. In één van de huizen waar wij
hadden gewoond zetelde het hoofd
kwartier van Politie. Ik zei de com
mandant dat hij dezelfde werkkamer
had als mijn vader destijds, en hij
antwoordde: "Ik ben hier nog maar
kort; ik hoop hier met dezelfde
plichtsbetrachting te kunnen werken
die uw vader aan de dag moet hebben
gelegd."
Ik ben naar aanleiding van dit weer
zien een boek aan het schrijven, maar
daar moet U niet op wachten. U mag
het dan een ellendige tijd noemen,
maar U schreef die brief vanuit uw
wortels. Er zijn daar méér mensen die
U begrijpen dan hier. En U begrijpt het
land. Ga, mevrouw, onafhankelijk van
buiten Indonesië opgedane indruk
ken. Ga, in Ciwa's naam
ALEX C. TO BI II
PIROES
Een lezer reageerde telefonisch met
bezorgdheid op het stuk "Bij de toe-
kang batoe" in Moesson van 1 sept. jl.
Het ging hierom de piroes die ik in een
gesloten doosje heb bewaard en die
op de terugreis naar Holland gezorgd
zou hebben dat mij niets overkwam.
Een steen met dergelijke mystieke
eigenschappen dient niet afgesloten
bewaard te worden, aldus deze lezer.
Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn,
wil ik in het midden laten.
In elk geval wordt de attente lezer voor
deze kennisgeving bedankt. De steen
ligt voortaan in een open doos.
J. F. BERKHOUDT
STICHTING
HULP
AAN
LANDGENOTEN
INDONESIË
Nassau Zuilenstraat 9.
2596 CA DEN HAAG
Tel. 070 - 24 54 67
(Vervolg: "Borneo vroeger")
Een houten huis op palen met een
grote tuin er omheen; aan de voorkant
en aan een zijkant de weg en aan de
achterkant het bos, evenals aan de
andere zijkant. De scheiding tussen
bos en tuin bestond uit een pagar van
ananas en pisang. 500 meter verder
stonden ook nog drie huizen en onder
aan de heuvelrug nog een aantal
huizen. Het wemelde er van de apen,
o.a. neusapen, verder wilde varkens,
neushoornvogels, kalongs en ook een
beer, een zwarte met witte bef. Deze
beer had de gewoonte om 's nachts
alle huizen langs te gaan en dan de
vuilniston (een grote lege oliedrum)
om te gooien en leeg te halen op zoek
naar eetbare waar.
Als het volle maan was kon je het
beest 's nachts door de kieren van het
raamluik zien scharrelen, maar raam
open doen tidak brani! Overigens was
het voor ons jongens een prachtoord.
We zwierven vaak in het bos rond tot
aan de kali. Kostte mij enige malen
een dik opgezet gezicht door aan
raking met bepaalde planten. Tegen
de avond kon je dikwijls van uit de
dapoer de varkens uit het bos zien
komen om ananas of pisangs te
vreten. Overdag probeerden we wel
eens apen te vangen, niet zonder
risico (daar heb ik leren hardlopen).
Naar school op het hoofd-emplace-
ment gingen we met de bus. Het was
geen grote school, ik geloof maar drie
lokalen. Was van hout en stond ook op
palen. We hebben zelfs een keer een
schoolreisje gehad naar Tenggarong,
bezochten het paleis van de sultan van
Koetei, Stroomopwaarts de Maha-
kam-rivier. Het was wel een lange
bootreis. Ons verblijf op Sanga was vrij
kort. Niet lang na een grote oliebrand
in het tankenpark, waarbij een aantal
employees omkwamen, verhuisden
we in 1932 naarTarakan. De reis van
Samarinda naarTarakan met de K.P.M.
was prachtig. Voorbij Tg. Mangkaliat
werd de zee glashelder en kon je van
het dek af de koralen op de bodem van
de zee met prachtig geel/wit zand dui
delijk zien. Tarakan was in mijn herin
nering het meest geciviliseerde ter
rein.
Het eiland Tarakan was het eindpunt
van de K.P.M.-lijn uit Soerabaia. Je
kwam aan op Lingkas, aan een lange
houten steiger. Vandaar was het nog
een flink eind rijden met de auto naar
de plaats zelf. Wij kwamen te wonen
in een wijk -"de Ladang"- een voor
onze begrippen grote woonwijk, met
lange rechte wegen, die loodrecht op
elkaar stonden. Deze wijk was door
een lage heuvelrug gescheiden van
het centrum, waar de soos het middel
punt was. Voor de soos het voetbal
veld, achter de soos het zwembad met
daarachter het golfveld. Opzij van de
soos de tennisbanen. Verder lagen
daarbij de passanggrahan, de Toko en
de administateurswoning. Hier kreeg
ik mijn eerste fiets, een Japanse,
want we moesten naar school fietsen.
Voor ons bood Tarakan veel moge
lijkheden.
Met je vriendjes indiaantje spelen in
het lage bos op de heuvelrug, 's mid
dags omstreeks 3 uur tennissen en als
de dames en heren kwamen, weg
wezen en het zwembad in. In de
vakantie maakten we vaak dagtochten
in het bos. Schoolreisje werd gemaakt
naar een klein eilandje voor de kust
-Poeloe Menoeloeh- met een prachtig
strand en helder water. Het was on
bewoond en je liep er in ca. 10
minuten omheen. Ook Lingkas had
een soos, gelegen op een heuvel,
waardoor je een prachtig uitzicht had
over de haven. Vaak gingen we daar
tegen de avond heen om naar de
schepen op de rede te kijken.
Bovendien een heerlijke afkoeling
door de zeewind. Ook op Tarakan was
het Koninginnefeest een onvergete
lijke dag met vooral voor de jeugd
sportwedstrijden, tekenwedstrijd en
natuurlijk de pasar malam met banjak
vuurwerk. Later kreeg Tarakan nog een
vliegveld, ik meen in 1938. In 1935
gingen we met Europees Verlof en
vonden mijn ouders het noodzakelijk
om mij samen met mijn broer in
Holland achter te laten voor de studie.
Zo voer ik dus in maart 1 935 voor het
laatst per K.P.M. langs de Oostkust
van Borneo.
(wordt vervolgd)
21