OVER STRAATNAMEN EN NOG MEER Naar aanleiding van het stukje van de heer S. P. Maas te Vlaardingen over Indische straatnamen in Moesson van 1 september 1 986 was ik verrast dat hij begon met Pakuningratan te Jogjakarta! De sultan van Jogja had tijdens of na het tussenbestuur van onze koloniën en onder de Engelse gouverneur Raffles (1 810-1813?) de z.g. Witte Paal (in de volksmond Paal Putih) laten bouwen om te dienen als richtpunt dat gezien vanuit de moskee in het kratoncomplex wees naar Mekka, de bedevaartplaats van alle moslims. Bij het bidden moest men in die richting knielend het hoofd ter aarde buigen. Paal Putih staat op het kruispunt van twee hoofdwegen, nl. zuidwaarts Tugu, Malioboro Kraton, noordwaarts Djetis die doodloopt, oostwaarts Gondolaju, Ambarakmo richting Kla- ten en Soerakarta, westwaarts Tugu Kalon richting suikeronderneming Demakidjo en aan de grens van de stad ombuigend de Magelangse weg noord waarts langs de bekende suiker fabrieken Tjebongan en Medari rich ting Magelang. Gelegen in de noor delijke buitenwijk is Pakanungratan de meer dan 300 m lange straat die de Magelangse weg verbindt met Djetis. Hoe komt men aan die naam? Wel, gesplitst, paku ratan wil zegen spijker op straat! Absurd! De Indonesische naamsuitgang "rat" betekent vast, stevig. De eerste Javaanse vorst van het Rijk Mataram heette Amangkurat I (d.w.z. het land stevig in mijn schoot!) Het woord Paku wordt dikwijls ge bruikt in overdrachtelijke zin voor de naam van een vorst of een hoogwaar digheidsbekleder (b.v. een regent) Paku Buwono de naam van de Susu- hunan van Solo! De straat Pakuning ratan is derhalve genoemd naar een in het verleden daar geresideerd heb bende regent Pakudiningrat! Mijn vader Eugenius Oscar Penning- nieuwland werd op 4 juli 1919 gepen sioneerd als adj. secretaris van de Gewestelijke Raad van Besoeki te Bondowoso, waar ik geboren werd in 1909. Hij wenste zijn laatste levens jaren door te brengen in Jogja, de sultansstad met meer studiemogelijk heden voor zijn twee jongste zonen; bovendien waren de heer Jonquière resident en de heer Putman Cramer ass.-resident, daar voor hem goede bekenden. Wij verhuisden dus na een korte tussenstop in Modjokerto naar de sultansstad waar wij het eerste jaar woonden in Pakuningratan. Ik en mijn broer Emile werden geplaatst in de vijfde klasse van de 1 e school A met verplicht Frans. Onze onderwijzeres was mevr. Tuyl Schuitemaker, een dame met kwaliteiten van de bovenste plank. De school stond in de hoofd- straatTugu, het gebouw was een groot Indisch woonhuis gelegen tussen de autohandel Verwey en Lugard (jaren later de welbekende toko "Oen" met zijn roti Sobèk!) en het ANIEM- gebouw. Nog geen jaar later werd de school verplaatst naar het nieuwe gebouw in de z.g. Nieuwe Wijk, toen tertijd een deftige buurt. In het oude gebouw werd kort daarna de bijzon dere Neutrale Lagere School geves tigd. Wij werden toen als leerlingen in de 7e klasse van deze inrichting in geschreven. Het hoofd was de heer Hagers. Hij begon de lessen met de kreet "Gymnastiek Staan!", stampte daarbij hevig met zijn gymstok en rikketikkend werd het eerst looppas op de plaats, daarna armbewegingen voorwaarts, zijwaarts, achter- en op waarts gevolgd door enige rug- en kniebuigingen. Het duurde ongeveer vijf minuten, voldoende om de spieren los te krijgen. Hij huldigde blijkbaar het motto, een gezonde geest in een gezond lichaam. Voorts was er elke dag een bijzondere vertoning. De koets van de sultan van Jogja getrokken door 4 paarden met de koetsier en palfrenier hoog op de bok in Javaanse livrei stopte voor de trap pen van de school. De palfrenier haast te zich het portier te openen en de jeugdige kroonprins met de school- naam Henkie Dorodjatoen stapte uit, samen met Piet Degens, de zoon van de directeur van de Alg. Middelbare School, V.H.O. afd. B., de heer Dr. Ir. P. N. Degens. De jonge kroonprins, die toen in de 4e klasse zat is sedert 1 939 na het overlijden van zijn vader in allerijl uit Leiden vertrokken om de troon te bestijgen als Hamengku Buwono XII (of XIII?). Een andere mede leerling was Charles Douw v.d. Krap! Hij ontsnapte als Lt. ter Zee op specta culaire wijze uit een Duits concentratie kamp voor geallieerde officieren. Na dit verhaaltje over mijn lagere schoolopleiding weer terug naar Pa kuningratan uit de jaren 1919 en 1920. Aan de noordzijde beginnende bij de Magelangseweg woonden de familie Soentken met grote dochters, de familie Ten Cate en hun zoon Frudo, Hinsbeek van de topografische dienst, de Duitse wed. Kluge met kostgangers en een zoon Willy, mevr. Samson met een kostganger Max Welborn, leerling van de pas opge richte A.M.S., de hr. Brandt, de familie de Liser de Morsain en wat verderop nog voor mij toen onbekenden. Aan de zuidzijde van de familie Manneveld (Algemeen Ontvanger of wel A.O.) met o.a. twee zonen, Karei en Eddy, beiden leerlingen van de P.J.S., de familie van Ameijde van Duyn, de familie van Loo, de hr. Briët (verkocht wijn!), de familie Wirth, Hunt, e.a. Een grappig voorval dat geregeld in de middaguren op straat te zien was, was de in "badjoe tjina" geklede jongeman Van der Ley. Hij liep strak voor zich uit kijkend, beide armen gebogen heftig voor- en achterwaarts bewegend, met toch een ietwat waggelende gang. We verklaarden hem halfgek op zijn Ja vaans met het woord "brambreng"! Maar een tiental jaren later begrepen we het. Hij wandelde toen snel of snelwandelde hij? (lees verder volgende pagina) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimMiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiii OUD, MOE LANG NOG T Van wie we deze foto hebben gekregen weet ik niet meer. Op de achterkant een aanduiding dat het een huis is in Kota Gede (Yogya). Toen het huis gebouwd werd schreef men nog Djogja. Misschien heet de straat nu ook al anders, zo ziet u maar; namen veranderen, straten vergaan, maar oude huizen blijven altijd bestaan. Nou ja, altijdDie eerste étage, één flinke huisfuif en iedereen zit parterre. Maar een romantisch, zalig huis blijf ik het vinden. Tjobak je vindt zoiets hier tegen een redelijke prijs, plus huursubsidie IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIIIItlllllMIIM"lllll"ltlllll""l"ll"""""ll"""l"ll"ll"l""ll"""ll"ll"l""""""lll""""ll""""ll mini 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 18