Indisch in de toekomst Vakantie in Bandung? TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. We denken en praten er allemaal wel eens over: hoe zal Indisch Nederland er over 10 jaar uitzien? Bij deze vraag kunnen we moeilijk kijken, de schouders ophalen, urenlang van gedachten wisselen, moedeloos worden of juist heel energiek. Praten over de toekomst leidt dikwijls tot het maken van plannen en pogingen om die plannen te verwezenlijken. Van het welslagen hangt het dan af, of er dan ook werkelijk iets verandert. Veranderen moet, denkt men tenminste, wanneer gepraat wordt over de toekomst. Verandering betekent beweging en beweging betekent vooruitgang. Wanneer straks zou blijken dat er geen vooruitgang is geboekt, dan zal geconcludeerd worden dat er geen toekomst is geweest en dat alles bij het oude is gebleven of erger nog, dat veel verloren is gegaan. (Vervolg: "Op zoek naar Tjitrap") van het landhuis met het donkere hoogopgaande beschermende dak gedragen door witte kolommen langs rondgaande open galerijen. "Dat huis heeft hier gestaan". Hij wijst naar het met huisjes en fabriekjes gevulde terrein achter hem. "Daar was de oprijlaan", zegt hij, wijzend naar de poot van de driesprong, "die liep naar achter door in_de richting van de kali". Eindelijk zal ik Tjitrap dan toch zien, denk ik. "Vanuit het groote terras met zijn steenen balustrade, in de verte in wazig verschiet, de Megamen- dung, de berg der nevelen", schrijft Van de Wall. "Tjitrap is er niet meer", hoor ik opeens mijn vriend Aji Damais weer zeggen. Als we lopen, de Hansip voorop, af dalend naar de rivier, zoek ik koorts achtig om mij heen kijkend naar stuk ken die ik wil herkennen.Ik zie een bus terminal, een papierfabriek, kleine bedrijfsgebouwen. Ik wil het niet ge loven. "Dit is een oude fundering, daar is nu de erfafscheiding van de papier fabriek op gezet, en dat is een oude put", zegt mijn begeleider. Beneden aan de rivier gekomen wordt tussen de alang-alang steen zichtbaar. "De ruime ouderwetsche badkamer be vindt zich niet ver van het huis, dicht bij de rivier", zegt Van de Wall. Een kolom staat nog overeind. Mijn onge loof slaat over in verbijstering. Ik draai mij om naar de rivier. Nu het landhuis er niet meer staat, zoek ik in het uitzicht Tjitrap terug, kijkend als in een spiegel. Ik kijk met dezelfde blik van Didit Pleyte toen hij mij aankeek in zijn huis in de kampong. En terwijl mijn ogen als van Tjitrap, in de verte de bergen raken, herinner ik mij het begin van een gedicht van Resink. 4) "Mijn geest is als een heel oud Indisch huis, Aan alle kanten naar de verten open...." Tjitrap was er nog. Dichterbij dan ik had vermoed. 1Dr. V. I. van de Wall, "Indische land huizen en hun geschiedenis". 2) Hansip: lid van de burgerwacht. 3) Satpam: lid van de bewakingsdienst. 4) G. J. Resink, "Het bezeten huis" Maar wat is "vooruitgang" wanneer we het hebben over Indisch Neder land? Vele bloeiende organisaties? Eén groot en krachtig Indisch ver bond? Het verkregen hebben van alle mogelijke erkenningen en uitkeringen? Honderden Indische schrijvers en noem maar op? Misschien. Misschien is dat het inderdaad en moeten er in die richting plannen worden gemaakt en initiatieven ont plooid. Echter, voordat we daaraan beginnen, is het wellicht goed even naar het heden èn verleden te kijken om te zien èn te begrijpen welke pogingen er op allerlei gebied al ooit zijn ondernomen en om te zien waarin dat alles heeft geresulteerd. Wanneer we met dat omzien klaar zijn, dan zal - denk ik - de conclusie moeten zijn dat bereikt is geworden wat naar ver mogen mogelijk was. En meer dan dat: bereikt is geworden waar behoefte aan was. Ga maar na: er is een Indisch tijdschrift dat elke twee weken in de bus valt, erzijn regelmatig dansavonden waarop men zich amuse ren kan, er bestaan talloze reünies waarop men bekenden kan ontmoe ten, er zijn verenigingen en stich tingen waar men zich bij kan aan sluiten, toko's en restaurants zijn er te over en belangenorganisaties doen hun werk. Naast de grote instituten bestaat er een I.W.I. dat tot een vol waardig Indisch documentatiecentrum uit wil groeien en er is een Indische uitgeverij. Ons alleen maar hiertoe beperkend, kunnen en mogen wij niet zeggen dat er niets is, integendeel. Wat er de afgelopen jaren is opgebouwd, is het gezicht van Indisch Nederland. Na tuurlijk, alles kan altijd anders en meer, maar zeg dan ook wat en hoe en geef aan hoe jezelf kunt bijdragen. Grootse plannen maken is makkelijk. Indrukwekkende theorieën ontwikke len kost een avond en een borrel. Zeggen hoe het allemaal moet, vereist alleen arrogantie. Maar zelf daad werkelijk en reëel meedenken en meewerken aan de toekomst van Indisch Nederland is heel wat moei lijker, zeker wanneer we beseffen dat met het steeds dichterbij komende heengaan van de eerste generatie de direkte banden met Indië worden ver broken! De banden die de 2e en 3e generatie met ons land van herkomst zullen binden lopen ook dan via onze ouders en straks via de herinnering aan onze ouders. In die herinnering is ook opgesloten datgene wat zij hier in Nederland hebben voortgebracht: een tijdschrift, uitgeverij, verenigingen, reünies enz. Om dat alles alleen maar te behouden zal onze eerste taak zijn, onze opdracht voor de toekomst. En we zullen ons verdere leven nodig hebben om alleen dat doel te kunnen bereiken. Bijvoorbeeld: Moesson heeft een x- aantal abonnees. Daarvan zal een be paald gedeelte wegvallen door over lijden en verloop. Om dat weggevallen gedeelte te vervangen door nieuwe (jongere) abonnees om het abonnee aantal op peil te houden, is niet zomaar iets, maar dat vereist hard werken. Maar het resultaat zal zijn dat Moes son blijft bestaan en dat is vooruitgang want er zijn nieuwe lezers gekomen. Dat zelfde principe geldt ook voor al het andere en wanneer wij dan over 10 jaar kunnen zeggen dat Indisch Neder land een tijdschrift heeft, een uitgeve rij, verenigingen, stichtingen en reünies dan mogen we onze handen al heel dicht knijpen, want dan is er al heel wat behouden. En waarom zou "be houden" geen taak voor de toekomst mogen zijn? Misschien kunnen we dan ook gaan spreken van bepaalde tradi ties, iets eigens dat is bewaard en dat is gelouterd door de tijd. RALPH BOEKHOLT Wij bieden U een gezellige etage voor 4 personen aan, bestaande uit: 2 tweepersoons slaapkamers, 1 zit/eetkamer, WC/badkamer. Transport op verzoek beschikbaar. Gelegen aan de rand van de stad Bandung richting Lembang. Prijs f 60,— per kamer per nacht, inclusief ontbijt en was. Voor verdere informaties/reser veringen: Mevr. SUZAN-SAROYO, Jalan Kartika lll/72g, (tel. 022 - 84700) BAN DUNG/INDONESIË K.P.A.D. Geger kalong 385 Beeklaan 2562 AZ DEN HAAG Telex: 34193 tunas nl. Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen sen gesneden Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta Kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 15