NEDERLANDS-INDIË Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog DEEL 11C - PROF. DR. L. DE JONG (SLOT) EN DE INVLOED VAN LAURENS VAN DER POST door dr. R. de Bruin Sinds midden 1944 was de regering-Van Mook gevestigd in Camp Columbia, 15 km ver van Brisbane verwijderd. Reden waarom van die tijd af de Nederlands- Indische regering in ballingschap vaak werd aangeduid als Brisbane-regering. Hier werden de nieuwe wettelijke regelingen getroffen, die in het naoorlogse Indië zouden gaan gelden. Zo werden er de Temporaire Krijgsraden ingesteld, onder meer ter berechting van oorlogsmisdadigers, en een kantoor voor displaced persons (KDP) opgericht. Bestuursschool Het regeringsbeleid moest echter ook uitgevoerd worden. Daartoe was reeds midden 1943 in Melbourne een be stuursschool gevormd, waar de studenten werden opgeleid voor bestuurstaken in heroverd Indië. Zoals gebruikelijk zou in dat Indië eerst een soort militair bestuur moeten functio neren om de resten van de bezetting te verwijderen, een soort overgang naar normaal burgerlijk bestuur. Omdat Nederland te weinig troepen had om delen van de archipel van enige om vang te heroveren, was het gevaar niet denkbeeldig, dat de Amerikaanse bevrijders er een eigen (dus Ameri kaans) militair bestuur zouden instel len. Dit gevaar werd bezworen met medewerking van generaal MacArthur, de bevelhebber van South West Pacific Area (SWPA), doordat in sep tember 1944 werd afgekondigd, dat in de heroverde gebieden van Neder- lands-lndië een bestuur zou worden gevestigd onder officieren van de Netherlands Indies Civil Administra tion, de NICA. Bij de bespreking van deze gemilitairiseerde hulporganisatie heeft dr. De Jong nagelaten te ver melden, dat daarvoor model heeft gestaan een soortgelijk Australisch stelsel, dat bij de herovering van Australisch Nieuw-Guinea in praktijk was gebracht. Amerikaanse opinie Uitvoerig gaat de auteur vervolgens in op de Amerikaanse publieke opinie over het al dan niet herstellen van het Nederlandse gezag in de archipel. De Amerikanen te velde waren echter over het algemeen zeer te spreken over de NICA, zodat anti-koloniale uitingen op het Amerikaanse continent voorlopig weinig praktische problemen opleverden. Tenslotte hebben de Ver enigde Staten zich op twee manieren van dit vraagstuk kunnen distanciëren. In de eerste plaats werd een herovering van de voornaamste delen van de archipel vermeden, doordat MacArthur opdracht kreeg vanuit Biak en de Filip pijnen zich direkt op Japan te richten. Later, toen de capitulatie van Japan onvermijdelijk was geworden en op 1 5 augustus 1945 een wapenstilstand door de Japanse keizer werd afgekon digd, werd heel de archipel onder bevel van Mountbatten geplaatst, de Britse bevelhebber van South East Asia Command, SEAC. In dit verband merk ik op, dat de term "capitulatie" voor 15 augustus 1945 niet juist is en slechts verwarring sticht. Op die datum beval Hirohito zijn strijdkrachten het vuren te staken, meer niet. Eerst op 2 september 1945 had de capitulatie plaats tijdens de bekende ondertekeningsplechtigheid op het Amerikaanse slagschip Missouri in de Baai van Tokio. Status Quo De Japanners in de door hen bezette gebieden hadden er in de periode 15 augustus tot 2 september 1945 dus de volledige bestuursbevoegdheid. Pas na 2 september werd van hen geëist de status quo te handhaven. In dit kader bezien, komt de proclamatie van Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 in een ander licht te staan. Zij handelden binnen het raam van de volledige bevoegdheid van het Japan se militair bestuur en de Japanse autoriteiten te Batavia schonden daar bij niet de status quo. Dat hierover in Japanse legerkringen enige onduide lijkheid was en men er niet openlijk meewerkte aan de totstandkoming van de Republik Indonesia is be grijpelijk. Maar dat is een ander verhaal! In dit verband moet ook opgemerkt worden, dat de veroordeling en zelfs terechtstelling van verzetsdeelnemers in door Japan bezette gebieden in de archipel geen schending van de status quo betekenden. Op de keeper be schouwd hebben de Amerikanen en hun Geallieerden er zelf aan mee gewerkt, dat deze onduidelijkheid tot 2 september heeft moeten duren. Hierdoor werd het de Japanners mogelijk gemaakt allerlei maatregelen te nemen, die voor hen de feitelijke en officiële capitulatie zo voordelig mogelijk konden doen verlopen. Rapwi Uitvoerig is dr. De Jong ingegaan op de bevrijding van de krijgsgevangenen en geïnterneerden en op de zorg die aan hen werd besteed doorde RAPWI- teams, die uit Ceylon afkomstig waren en onder Britse leiding stonden. Deze waren voornamelijk op Sumatra en Java werkzaam. In de rest van de archipel, waar Australische troepen de herbezetting uitvoerden, waren het voornamelijk NICA-detachementen die mede zorg droegen voor de kamp bewoners en de plaatselijke bevolking. Een ernstige tegenvaller bij de bevoor rading van de archipel was de staking in de Australische havens, georgani seerd door Australische, communis tisch geïnfiltreerde vakbonden. Deze stonden in nauw contact met de in Australië opgerichte vakbond van Indonesische zeelieden en met de daar opgerichte PKI onder de ex- Digoelist Soedjono. Van der Post De verhouding tussen de regering-Van Mook en het Britse opperbevel (SEAC) onder Mountbatten inzake de inzet van Nederlandse troepen bij Gealli eerde landingen op Java en de kwestie van de Indonesische Republiek (op 1 7 augustus 1945 uitgeroepen), behoeft nadere uitleg. Dr. De Jong geeft namelijk wel aan dat aan Britse zijde een radicale wijziging was opgetreden, vergeleken met de Britse uitlatingen op 15 augustus 1945, maar verzuimt te beschrijven waaraan die te wijten was. Welnu, de Britse inlichtingenofficier Laurens van der Post (Zuid-Afrikaan) was direkt na het bekend worden van de wapenstilstand op 15 augustus 1945 het interneringskamp uit gegaan. Daar had hij opgemerkt, dat de meeste gezaghebbende Nederlanders het vol ledig herstel van het Nederlandse gezag in de archipel als vanzelf sprekend beschouwden. Zij toonden geen begrip voor het Indonesisch nationalisme, dat zij - net als de regering-Van Mook - als van weinig betekenis achtten. Van der Post zelf had in de tijd dat hij in Zuid-Bantam een Australische guerillagroep leidde, ervaren hoe gebeten Indonesische ben den waren op de blanken. Door hun optreden was hij zelf genoodzaakt zijn anti-Japanse aktiviteiten op dat vlak te beëindigen. Dit grote verschil tussen de schijn, waarin de meeste Neder landers en Indo-Europeanen leefden, en de Indonesische werkelijkheid, bracht hij op een of andere wijze ter kennis van het Britse opperbevel. Zijn rapport had tot gevolg dat Mount batten zich moest beraden op zijn aanvankelijke standpunt: herstel van het Nederlandse gezag. De uitkomst daarvan was de reeds vermelde radi caal gewijzigde houding ten aanzien van de inzet van de Nederlandse troe- (lees verder pagina 13) 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 9