P.U.M. Kennis en Ervaring voor Ontwikkelingslanden 9 Inleiding Tal van bedrijven in ontwikkelingslanden hebben te kampen met een tekort aan kennis en ervaring op het gebied van het management. In Nederland is deze kennis en ervaring daarentegen in ruime mate aanwezig. Voor een deel wordt deze kennis evenwel niet meer gebruikt. We hebben het dan over ervaren managers die gepensioneerd zijn, dan wel vervroegd uitgetreden. Tegen deze achtergrond hebben het Ministerie van Buitenlandse zaken en het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) een programma opgezet om bedrijven in ontwikkelingslanden de helpende hand te bieden. Dit gebeurde op initiatief van de Commissie Ontwikkelingslanden van NCW en VNO. Op 24 april 1 978 hechtte de toenmalige Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Drs. J. de Koning, zijn goedkeuring aan het van start gaan van het Programma Uitzending Managers naar Ontwikkelingslanden (PUM). Eind 1979 werd daadwerkelijk een begin gemaakt met de opzet en uitvoering van PUM, met een viertal uitzendingen. Uitzendingen In 1986 realiseerde PUM 87 uitzen dingen ten behoeve van bedrijven in 18 ontwikkelingslanden. De meeste uitzendingen gingen naar Afrika en Indonesië. Alhoewel bedrijven uit uit eenlopende sectoren werden geholpen, waren de sectoren chemie, pharmacie, metaalindustrie, hotel- en textiel industrie sterk vertegenwoordigd. Ge middeld duurden de missies in 1986 bijna 2,3 maanden. In totaal kwamen in 1 986 1 86 aanvragen uit 25 ontwik kelingslanden binnen. Vooral uit Afrika, en met name uit Zambia, Kenya, Malawi en Zimbabwe. De aanvragen kwamen van bedrijven uit ruim 40 verschillende bedrijfstakken, met als belangrijkste de textiel- en kleding industrie, meubel- en houtverwerkende industrie, agro- en veeteeltbedrijven, electronische, chemische en pharma- ceutische industrie en de voedings middelenindustrie. Ook het aantal in geschreven managers bij PUM steeg in 1986 met 88, tot 700 per 1 januari 1987. De ingeschrevenen zijn uit alle sectoren van het bedrijfsleven afkom stig, waarbij de sectoren machine-, metaal-, chemische- en pharmaceu- tische industrie, alsmede de electro nics en energiebedrijfstak sterk ver tegenwoordigd zijn. Werkwijze PUM PUM voorziet in de inzet van des kundigen die voor een korte periode - maximaal zes maanden - bedrijven zullen adviseren bij de oplossing van technische- en managementproble- men. De kennis en ervaring van de deskundigen worden daarbij overge dragen. PUM richt zich vooral op be drijven in de ontwikkelingslanden die normaliter niet in staat zijn adviezen tegen betaling van buitenaf in te win nen. Niet in aanmerking komen aan vragen van bedrijven die beschouwd worden als dochterondernemingen van bedrijven die hun hoofdzetel in de geïndustrialiseerde landen hebben. Het gaat erom dat de manager op treedt als adviseur en zijn kennis aan het management van het desbetref fende bedrijf overbrengt. De aanvragen van de bedrijven kunnen op alle aspec ten van bedrijsvoering betrekking hebben. Na binnenkomst van de aan vraag wordt deze aan een aantal ge schikte managers toegezonden, wor den gesprekken gevoerd en wordt uiteindelijk een manager geschikt en bereid gevonden het desbetreffende bedrijf te assisteren. Belangrijk is dat de betrokken manager die wordt uit gezonden het vermogen heeft om zich aan te passen aan de vaak moeilijke lokale omstandigheden. De voorkeur gaat daarom uit naar managers die reeds eerder in ontwikkelingslanden hebben gewerkt. De manager ontvangt geen salaris, maar een zakgeld- en een uitrustings vergoeding. Tevens wordt een ver zekering afgesloten en worden de reiskosten betaald. Bij verblijf van minimaal twee maanden kan de manager worden vergezeld door zijn echtgenote. In dat geval worden ook haar kosten vergoed. Het aanvragende bedrijf moet de lokale verblijfskosten van de manager en zijn echtgenote voor zijn rekening nemen. De uitge zonden manager wordt derhalve financieel noch rijker, noch armer van zijn missie. PUM wil niet concurrerend optreden ten opzichte van commer cieel opererende consultants. De er varing tot nu toe leert dat zich op dat punt ook geen problemen voordoen. Taakverbreding De missies die PUM-managers uitvoe ren beperken zich niet alleen tot het ter plaatse adviseren inzake de pro blemen van een bedrijf. In de meeste gevallen wordt bij de voorbereiding en ook na terugkeer belangrijk werk ge daan ten behoeve van het bedrijf. Voordat de PUM-manager wordt uit gezonden, wordt hij terdege voorge licht over de mogelijkheden die er zijn in het kader van het Industrieel Ont- wikkelings Programma (IOP) en andere programma's van het Ministerie van Buitenlanse Zaken. De PUM-manager vormt een voor het betrokken bedrijf zeer gewaardeerde en onmisbare actieve schakel. Uiter aard worden veelal ookdirekte contac ten gelegd met Nederlandse bedrijven die soms tot joint-ventures leiden. Ook met de medefinancieringsorganisaties ICCO, NOVIB en HIVOS wordt samen gewerkt. In 1985 werd de eerste training in het kader van het in 1985 gestarte PUM- trainingsprogramma gerealiseerd. PUM zal voortaan kunnen voorzien in korte trainingen van jonge managers en specialisten uit ontwikkelingslanden binnen Nederlandse bedrijven. De trainees worden voorgedragen door terugkerende uitgezonden PUM- managers, die tevens de training bij hun voormalige bedrijf regelen en de trainee begeleiden. Mede ten behoeve van het PUM-trainingsprogramma werd in 1985 door een stagiaire een inven tarisatie van stagecapaciteit bij Neder landse bedrijven opgezet. Ervaringen tot nu toe PUM is opgestart vanuit de gedachte dat er enerzijds een grote behoefte is aan goede managementondersteuning bij bedrijven in ontwikkelingslanden en dat anderzijds in ons land vele gepensioneerde managers graag bereid zijn hun kennis en kunde aan collega's in ontwikkelingslanden over te dragen. De ervaring leert dat er inderdaad een grote behoefte is aan assistentie ter verbetering van organisatie, leiding en deskundigheid van bedrijven in ont wikkelingslanden. Bevordering van ontwikkeling van normale econo mische betrekkingen en normale commerciële samenwerking tussen Nederlandse en lokale bedrijven in ontwikkelingslanden draagt hieraan op de meest natuurlijke wijze bij. PUM vervult echter ook een bescheiden maar niet onbelangrijke rol voor vele middelgrote en kleinere bedrijven in ontwikkelingslanden die zich de uit gaven voor "full-paid consultancy" nooit zouden kunnen veroorloven. De PUM-hulp vormt praktisch de enige manier om aan deskundige buiten landse managementondersteuning te komen. De bedrijven, zo blijkt uit de evaluaties van de missies, blijken de zeer persoonlijke en direkte wijze van hulp bieden bijzonder op prijs te stel len. Inschakeling van oudere mana gers heeft het voordeel dat ze in hun eigen carrière zelf een lager niveau van "sophistication" in de bedrijfsvoering hebben ervaren. De managers gaan vaak een stuk terug in de tijd die ze ook hebben meegemaakt met minder mo derne machines en werkmethoden en minder vergevorderde technologie dan wij thans gewend zijn. Dat geeft een herkenning van problemen die bij jongeren veel moeilijker verloopt. Ook hebben de managers veelal een ruime (lees verder pagina 11)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 9