Het kind met de clownskop Naar aanleiding van DE WEG VAN DE KAT Het boek "De weg van de kat", ge schreven door Glenn Pennock is het eerste boek dat ik na 128 bladzijden terzijde heb gelegd terwijl ik het helemaal had willen lezen om er iets over te kunnen schrijven. Dat ik dat gedaan heb ligt niet aan de auteur, integendeel, want die is met een onmiskenbaar schrijftalent geboren, zij het dat hij zich af en toe nog wel eens verslikt in het te intellectueel willen maken van zinnen. "De weg van de kat" begint - ik spiek daarvoor op de achterflap - als een historische roman. Hoofdpersoon Allard trekt aan het begin van deze eeuw mee met een expeditie van het KNIL door een nog niet in kaart ge bracht onbekend gebied van Sumatra. Deze reis heeft werkelijk plaats ge vonden en bij het schrijven had de auteur de beschikking over onder meer dagboekaantekeningen. Tijdens het lezen is dat te merken ook, reden waarom je het verhaal geboeid blijft volgen. Maar dan ontvlucht Allard na een gevangenneming en komt hij terecht op een eiland, waar hij drager wordt van de heilige kris. Het boek is dan allang overgegaan in een mystieke vertelling en voor mij totaal onbegrij pelijk geworden. Had hij zich maar bij de dagboek-notities gehouden, dacht ik toen, maar anderzijds besefte ik dat Glenn Pennoch, ver gevorderd be oefenaar van pencak silat en open staand voor Oosterse mystiek, die be doeling niet had toen hij aan het boek begon. En voor wie dezelfde interes ses heeft als hij zal "De weg van de kat" ongetwijfeld een boeiend boek zijn, tot de laatste bladzijde toe. R.B. "De weg van de kat" door Glenn Pennock, uitg. In de Knipscheer. 259 blz. Prijs f 29,50, porto f 4.50. "NASI MET SOESA" Jitske Mulder, een Hollandse die met een overgave en finesse de onvervalste Indonesische keuken heeft geprobeerd te ontraadselen en daarin wonderwel geslaagd is. Geen concessies, geen onlogische fantasieën, maar een degelijke registratie van haar onder zoek naar het oorspronkelijke recept. De Sumatraanse recepten intrigeren mij het meest, want op rendang, blado en pangèk na ken ik geen andere. Daar geeft dit boekje een goede aanvulling op. Wat aller bewondering verdient is de wijze waarop de schrijfster de recepten toelicht met uitgebreide informaties. Harryet Marsman en Lin Scholte deden het met hun recepten boeken ook. Gezellige praat over de Indische keuken, maar ook het huis, gewoonten, gebruiken. Mooie foto's, prima boekje. Alleen hoorde erte staan "soesah" met een h. Prijs f 14,90, porto f 2,30. L.D. "KLEINE GERECHTEN UIT DE INDISCHE KEUKEN" Dit aanbevelenswaardige boekje is al een poosje uit en ik vraag excuus dat ik het al niet eerder in onze rubriek "gelezen" heb besproken. Ciska Cress, Indisch meisje, heeft het idee gereali seerd waar ik al jaren mee rondgelopen heb: het maken van een "koekjesboek". Het zijn niet alleen koekjes waarvan ze de recepten geeft, maar ook alle hartige hapjes zoals loempia's, pasteitjes, rotti basso, shiu may, diverse soorten frika delletjes. Werkelijk een scala van lekkernijen die bij de Indische gezellig heid horen. Als aanvulling een paar pagina's koude dranken. Allemaal ons wel bekend, toch handig dat eindelijk eens alles bij elkaar staat. Complimenten voor Ciska Prijs f 14,90, porto f 2,30. PAS VERSCHENEN: door Paula Gomes Prijs f 23,50, porto f 2,50. Een novelle die treft door de eenvoudige direktheid van taal, die het verhaal van het meisje en haar clownskop in het Japanse kamp en daarna des te indrin gender maakt. innmimumuiiniiiiiilliniummumimiinii I oen ik het omslag en de inhoud van Moesson nr. 15 van 1 5 maart '87 zag en las dacht ik: "Wat komt dit alles mij bekend voor? Zou ik ook op de foto's voorkomen of zijn het foto's van be kenden die ik ooit eerder bekeken heb? Maar neen, ik zag slechts onbekende personen, ik kan deze foto's nooit eerdergezien hebben maartochze komen mij zo bekend voorOok de omschreven belevenissen uit de be zettingstijd zouden mijn getuigenissen kunnen zijn, de breinaalden, de ge breide broekjes, de luifelhoeden a la Scarlet O'Hara, de klompschoenen, dit alles heb ik ook meegemaakt. Het komt me voor dat wij Indischen, van Sabang tot Merauke, het zelfde hebben gedaan, meegemaakt, ervaren. Ook al woonden we mijlen van elkaar af toch hebben wij een gemeenschap pelijk verleden. Dat merk je elke keer weer als je ergens Indische mensen ontmoet en met hen aan de praat komt, het is dan een gezamenlijk kennen en herken nen en als je lang genoeg daarop door gaat dan ontdek je vaak nog familie banden of wederzijdse kennissen. Ja, die verhalen uit de bezettingstijd, al die talenten die wij toen niet onder de korenmaat hebben gestoken, maar gebruikt. Wat waren wij druk bezig de Japanners en Indonesiërs te bewijzen dat wij ons niet zo maar lieten kisten. Dat wij ondanks alle verboden (geen baan, geen school en nog andere tekorten) ons toch wisten te hand haven, ons boven water wisten te houden. Geen baan, de Indischen werden immers massaal ontslagen. Geen school, zelfs thuis lessen krijgen was strafbaar. Je zou zo denken al die jeugd, die opgroeiende jongens en meisjes zonder een strenge vaders- hand (papa zat immers achter de kawat) met zoveel vrije tijd. Werkloos heid en zelfs geen leerplicht, wat voor excessen zouden daaruit voortkomen. Als je naar de tegenwoordige tijd kijkt, gevechten bij sportwedstrijden, van dalisme waarbij niets gespaard blijft, dat komt volgens de publieke opini of volgens de media, vanwege de heer sende werkloosheid. Toen heerste er voor ons ook werk loosheid maar geen haar op ons hoofd dacht er aan om ons zo te gedragen. Komt dat misschien door de angst voor de straffen van de Jappen of door onze aangeboren innerlijke beschaving, of misschien door allebei, of mis schien wel omdat wij het te druk hadden om te overleven, om het einde van de oorlog mee te maken? Maar ik denk dat het toch vooral komt door het ons van kleinsaf ingeprente verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens. Te zorgen dat anderen door jouw daden geen leed of verdriet krijgen, vooral je moeder niet en die zou er toch het meest onder lijden. Daarom vooral gedroegen wij ons zoals wij ons toen gedragen hebben, geen grote heldendaden misschien waarvoor je nü een ridderorde zou krijgen, maar door elkaar het leven dragelijk te maken en plezierig on danks alle moeilijkheden. Dit kwam mij zo in gedachten naar aanleiding van Moesson nr. 15. M. KORSTE 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 15