Straatnamen van Semarang toen vroeger Twee stadsgezichten van Semarang, links Bodjong, rechts Kalisari. Semarang was, wat haar straatnamen betrof, uniek, reken maar! Ik herinner me straatnamen als: Pieter Seythof- laan en HoogenraadslaanDeftig toch? Maar ook: Wotgandoel, echt waar! Ik weet niet waarvan die naam is afgeleid of wat die naam betekent, en dit geldt dus voor alle straatnamen. Ik vind het interessant om enkele te noemen. Pékodjan bijvoorbeeld en dan De Klentèngü De Chinese tempel, het middelpijnt van Chinees eetgenot. Elke Semaranger zal met "gemengde gevoelens" aan de Klentèng terug denken. Maar er is meer, nog een straat waar eetplezierte vinden was: nl. Djaggalan, en bij de bioscoop verkocht men Tahoe Pong. Straatnamen die met "Karang" be gonnen: o.a. Karangtoeri, Karangsari, Karangtémpél, Karangasan, enz. enz. De weg naar het slachthuis heette: Kablooh. (Probeer dit 'ns uit te spreken?) Maar de weg naar Tjandi (Semarang bovenstad) heette: De Sirandaweg. Twee straten, die ook naar het hoger gelegen stadsdeel leidden waren: Tanah Poetih (spreekt voorzichzelf) en de Gonbél. (een vliegende hagedis heette Tjèlérét Gonbél!) Laat me tenslotte de Karreweg noe men. Aan deze weg stond de Tech nische School. Over die school iets grappigs. De docent was ten einde raad: scheikunde was klasse 4A niet bij te brengen. Plotseling liep hij snel naar het bord en schreef: L> T3. Wie weet wat dit symbool betekent" bulderde hij. Doodse stilte; eindelijk hield iedereen zijn grote mond. Triomfantelijk stapte de docent tussen de rijen banken. Hij keek de jongens één voor één aan, hij genoot zichtbaar, hij had voor een kort moment hun aandacht. "Let op, vergeet dit nooit!" Langzaam liep hij naar het bord en schreef er onder: Lontong doea, Tahoe tigaü JESSE HORNUNG (Vervolg: "Met 2 puntjes op de Dus moesten we zoeken naar een huismiddeltje, zoals het sap van ge raspte koenir. Op een dag kregen we bezoek van 2 Indonesiërs. Deze zochten een vrouw van een militair. "Dat ben ik" zei ik. Ze vroegen of ik nog militaire kleding had maar die had ik bij het begin van de oorlog al aan de Australiërs gegeven. Ze groetten beleefd en gingen weg. Dit bezoek was waarschijnlijk uit wraak van m'n buur uit het vorige huis. Naderhand werd ze dan ook uit het huis gezet. Het zat ons weer mee toen ik van een mevrouw naaiwerk kreeg. Wel was dit indirekt voor de Jap. We moesten jute verwerken voor de ramoesias. Per blok jute kregen we Rp. 100,—. Met nog 2 andere dames namen we per dag 3 blokken aan, dus Rp. 300,— per dag voor 5 volwassenen en 1 1 kinderen. Toen de tijd van de pelopors aanbrak werd het voor ons moeilijk om nog aan voedsel te komen. De vrouw die elke dag bij ons kwam, mocht ons niets meer verkopen. Toch lukte het ons dit te laten doorgaan. Voor Rp. 100,— per dag kwam ze toch nog ons eten bren gen. Dit moest wel stiekem gebeuren en spraken we af onder een brug bij ons huis. Voor de kinderen was het elke dag verplicht verstoppertje spelen onder de brug. Er brak een angstige tijd aan. In die dagen zagen we ook de opslagplaat sen in Lembang in vlammen opgaan. Voor de kinderen een mooi gezicht, voor ons een teken. Ik kon gelukkig doorgaan met het aangenomen naai werk. Regelmatig stopte ik om alle kinderen bij elkaar te roepen. Dit deed ik d.m.v. een fluittoon "verzamelen". Dat wisten ze al goed. Zo kon ik ze dus goed in de gaten houden. Op 25 augustus gingen mijn pleegzus Em, m'n vriendin Noor en ik om 's morgens 5uurnaarhet gesticht aan de Grote Postweg om de militairen te zien. Er gingen geruchten dat onze mannen weer terug zouden komen. Ja hoor, daar kwamen ze. Onze echt genoten waren er niet bij. Wel een kennis van ons. Deze vertelde dat m'n man in Singapore zat. Van Em op Borneo en van Noor op Sumatra, van de fam. de Korte op Celebes. Zo gingen we met vreugde uit elkaar. Mevr. H. E. v. LONKHUYZEN-KNOTE Ons reserve fonds voor moeilijke dagen Moesson wil geen subsidie. Het wil voort bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de ver antwoording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over februari 1987. E. C. v. Ahee 25,—; D. v. Bosstraten f 8,60; W. Boverhof f 25,--; A. Burg f 10,—; G. H. Christan f 18,—; A. M. H. de la Croix f 10,—; D. v. Engelenburg f 100,—; L. A. Gabriëlse f 11,50; L. C. F. de Graaft f 25,—; L. X. de Graaf f 25,—; T. Heyman f 10,—; Hr. Huitink f5,—: J- C. L. Jansz MO,--J. Lentze f 1 7,50; R. Mariouw f 40,—; E. W. Musper f 20,—; N.N. f 60,-; M. Portier f 1 5,—; H. de Quant f 10,—; A. v.d. Star-Valberg f 1 0,-; W. Stout f 25,--; C. Valenbreder f 102,50; B. Vermeulen f 10,—; G. Vroomen f 3,--; A. M. H. Wichers-Bleckmann f 10,~; J. Willemsen- Sterckx f 10,—; Mw. v. Witsenburg f 10,--. Totaal ontvangen in februari 1987 voor Poekoel Teroes Pot f 626,10 KNIL FEBRUARI 1987 J. Jacobse f 15,-- A. v.d. Star-Valberg f 20,— Totaal ontvangen 1 35,-- 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 19