O
Indisch Familie Archief
SÜMATRA-SPOORWEG
15febr.1972l5jaari5febr.1987
INDISCH
OVERLEGORGAAN
i.o.
IIHIIIIIIIIIIIIHIlllllllllllllllllIIllllllllIII
EEN ARCHIEF IN EEN
GEWOON HUIS (SJ
Er zijn allerlei archieven,
doch archieven in een
gewoon huis, zullen er
maar weinig zijn. Dat i
zijn meestal particuliere
archieven, die betrek
king hebben op één
bepaalde familie. Toch
is het I.F.A. ook gewoon
thuis, al heeft het be
trekking op duizenden
families. Maar het blijft
een familie-archief, dus erg intiem en
persoonlijk!
Een archief lijkt iets op een kantoor en
op een bibliotheek, doch is geen van
beide. Het is een bewaarplaats voor
zeer vele gegevens, die zo precies
moeten worden opgeslagen, dat ze op
aanvraag kunnen worden getoond.
Bovendien moeten ze goed worden
beveiligd tegen verlies.
Bezoekers zijn welkom in archieven,
doch tot de bewaarplaats zelf worden
ze als regel niet toegelaten, hetgeen
logisch is. Maar het I.F.A. heeft be
sloten een uitzondering te maken,
voor één keer!
Op 1 5 februari jl. bestond het I.F.A. 1 5
jaar, maar toen was het nog hartje
winter, dus besloten we de herden
king maar te verplaatsen naar april.
Dan houdt het I.F.A. een open dag.
Dan mag iedereen, die er belang in
stelt, alle verzamelingen bekijken. Dat
is natuurlijk in de eerste plaats interes
sant voor de "Indische" families,
omdat het eigenlijk "hun" archief is.
Daarvan hebben ze tot heden alleen
gehoord. Nu kunnen ze het "tast
baar" aanschouwen. U kunt die dag
niet uitgebreid komen "werken", doch
uw eigen dossier mag u zelf wel even
lichten en bekijken. Wie echt aan de
slag wil gaan mag een andere dag
terugkomen.
Het I.F.A. bezit meer dan 11 duizend
familiedossiers, enkele zijn zeer om
vangrijk, anderen bestaan slechts uit
een paar blaadjes, daar is door de
familie nog nooit iets aan bijgedragen.
Verder is er documentatiemateriaal,
naslagwerken, portretten, enz. Heel
waarschijnlijk is er ook een familie
dossier over uw familie, of over een
Indische tak daarvan.
Dit is geen Indonesisch archief, het
handelt alleen over Europeanen in het
voormalige Nederlands Oost-lndië,
dus ook weer niet over West-lndië.
Daar zijn andere archieven voor. Het
I.F.A. is ook geen opsporingsbureau,
dat uw vroegere vriend of familielid
voor u opzoekt. Ook daar bestaan
wegen voor, het I.F.A. kan zulks niet.
Nog even dit:
Misschien bezit u thuis ook gegevens
of portretten van uw familie en wilt u
de moeite nemen die voor het archief
te kopieëren, of misschien heeft u
even de tijd om een familie-overzichtje
op te stellen. Daarmee kunt u uw
familiedossier dan mooi verrijken,
immers bij de familie zelf lopen alle
gegevens gevaar verloren te gaan.
Het I.F.A. staat open op zaterdag 11
april 1987, van 10.00 tot 15.00 uur.
Het adres is Vreelandsestraat 14, Den
Haag, gemakkelijk te bereiken via
Zuiderparklaan en Loenensestraat.
D. A. VISKER
In het Kerstnummer 1986 van Moesson
berichtten wij over de poging die
wordt ondernomen om te komen tot
de oprichting van een Indisch overleg
orgaan. Tijdens een vergadering van
31 Indische organisaties op 26
november 1986 werd duidelijk dat een
overlegorgaan moest dienen als ge
sprekspartner voor de Nederlandse
overheid èn als bundeling van krach
ten om het Indische cultuurgoed te
behouden. Leek het er tijdens die
vergadering op dat het overlegorgaan
vooral zou worden gebruikt om allerlei
zaken m.b.t. de oorlog naar voren te
brengen, tijdens de vervolgvergadering
op 18 maart jl. bleek dat een overleg
orgaan niet behoefde en behoorde te
treden op gebieden die reeds adequaat
door de bestaande organisaties worden
bestreken. Waarvoor het orgaan dan
wèl opgericht moet worden, is iets wat
de initiatiefgroep en werkgroep als
nog zullen moeten formuleren. Met
andere woorden: de doelstelling van
een Indisch overlegorgaan moet nog
worden vastgesteld. Wanneer dat in
concept is gebeurd, zullen de organi
saties wederom bij elkander komen.
Tot dan staat het initiatiefcomité open
voor allerlei suggesties en is bereid
voor het geven voor verdere informatie.
Het adres luidt:
Initiatiefgroep Indisch overlegorgaan
p/a Koninginnegracht 103
2514 AM Den Haag
Redactie
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
OF
THE END OF THE TRAIL
Op 30 mei a.s. organiseert het Comité
Sumatra Spoorweg de jaarlijkse reünie
van baangenoten, familie en vrienden.
Plaats van samenkomst is hotel
Gouden Wieken in Scheveningen (alle
verdere informatie daarover bij het
secretariaaat van het comité, Hand
molen 18, 1035 AP Amsterdam).
Bij de uitnodiging voor deze reünie
was een bijlage gevoegd, die mij enkele
minuten naar buiten deed staren. Het
was een enquête-formulier, waarop de
reünisten aan moeten geven of zij
vinden dat de reünies in de toekomst
nog gehouden moeten worden.
"Het reüniebezoek loopt achteruit. Dat
is niet verwonderlijk als wij de leeftijd
in aanmerking nemen. Dan gaat afstand
en onze actie-radius meetellen. Omdat
het reünie-bezoek achteruit loopt,
vraagt het comité zich af hoe zij in de
toekomst moet verder gaan" luidde de
toelichting op de enquêtevragen.
Dat het comité de enquête houdt, is
zonder meer een zinnige zaak, want
om iets in stand te houden wanneer de
behoefte of de middelen en mogelijk
heden zijn weggevallen, zou niets
anders zijn dan jezelf voor de gek
houden. Het is dus in theorie (en
afhankelijk van de enquêteresultaten)
mogelijk dat dit jaar voor de laatste
maal een Sumatra Spoorweg-reünie
wordt gehouden. Een laatste gezamen
lijk samenzijn en dan al. De aarde zal
verder draaien en de volgende dag zal
gewoon worden opgestaan.
Aan alles komt nu eenmaal een einde
en wat blijft zijn boeken over de
Sumatra Spoorweg. Een stuk ge
schiedenis is geschreven en afgesloten.
Het nageslacht kan er kennis van
nemen en er al dan niet iets van leren.
Wat we nu dus meemaken, als we de
tijd willen nemen om dat te zien, is dat
de mensen die er bij betrokken zijn
geweest en die het weten, op het punt
staan hun herinneringen niet meer
verder met elkander te delen en om
niet meer in een typisch Indische sfeer
bij elkaar te komen. Voor hen is het
wat dat betreft voorbij. Het is geweest.
In de lijst van Indische reünies kan een
naam worden geschrapt.
Moeten wij thans treuren? Proberen de
reünie in stand te houden? Geen van
beiden denk ik. Enerzijds omdat er in
de praktijk wel iets gevonden zal
worden dat deze mensen toch iets
hebben en anderzijds omdat de loop
der dingen toch niet is tegen te
houden. Wat we wel kunnen doen, is
getuige zijn van de klop op de deur, die
aankondigt dat herinneringen aan de
jaren in Indië binnenkort ook herinne
ring zullen zijn geworden.
R.B.
4