Herinneringen aan mijn vader
door J. R. Mellema
Mijn vader. Remt Laurens Mellema, geboren in 1899, was de oudste zoon uit
een oud zeemansgeslacht, afkomstig uit Schiermonnikoog. Hij groeide op in
Groningen, waar hij ook het gymnasium afliep. Daarna studeerde hij in Leiden
Oosterse talen en daarnaast indologie. In 1928 werd hij als ass. controleur bij
het Binnenlands Bestuur naar Ned. Indië uitgezonden en kreeg Sidoardjo als
standplaats. Ik weet dat hij in die functie niet op zijn plaats was. Hij had niet het
juiste karakter om zich aan te passen in een ambtelijke functie. Hij had kritiek op
het beleid of het optreden van collega's en uitte die niet bepaald taktisch. Verder
was hij niet bereid zijn tijd te verspillen aan "soosaangelegenheden". Hij rookte
niet, gebruikte geen alcohol en was daardoor ook een buitenbeentje in die
toemalige samenleving.
Gelukkig kwam er een goede oplos
sing die zijn carrière ten goede kwam.
Er werd in Solo een A.M.S. opgericht
die aansluiting gaf op de MULO. Het
einddiploma werd gelijkgesteld aan
een gymnasium. Bovendien was er
een Oosterse afdeling aan verbonden.
Met Javaans en Maleis als hoofdvak
ken, naast de Westerse afdeling met
Grieks en Latijn.
Wij kwamen dus in Solo te wonen
(1 928) waar een maand later ook mijn
twee jaar jongere broer werd geboren.
Maar in 1932 werd de A.M.S. over-
In de middagschaduw genietend van degan
(jonge klapper) in de omgeving van Bantul
ten zuiden van Yogya waar in de Progo
stuwdammen werden aangelegd.
geplaatst naar Djogja en ook wij ver
huisden dus. In Solo woonden we op
Djèbrès, op Poerwosari en op Baron. In
Djogja op Pakoeningratan, de dr. Yap
Boulevard en aan de Kroonprinslaan.
Ik herinner me dat we altijd in grote,
ruime huizen woonden. Eigenlijk te
duur voor het salaris van mijn vader,
maar hij was zelf groot en had dus
ruimte nodig om zich prettig te voelen.
Mijn moeder moest maar zorgen voor
wat extra inkomsten en nam dus "kost
gangers" in huis. Dat waren altijd
leerlingen van de A.M.S. wier ouders
veraf gelegen werkten. We gingen in
die jaren ook nooit met vakantie en
mijn vader gaf geen geld uit aan de
soos!
Wel gaf hij geld uit aan zijn hobbies:
fotografie en filmen. Hij kocht ook een
auto! Maar het belangrijkste was, dat
hij een functie had waarin hij volledig
tot zijn recht kwam.
Mijn vader was docent van nature.
Soms wat te autoritair, maar met kennis
van zaken en hart voor zijn leerlingen.
Dat waren in zijn tijd toch vooral jonge
Indonesiërs, die hij later weer terug
zou zien in regeringsfuncties bij de
Republiek.
Hij was ook altijd bezig en had veel
liefhebberijen. Vooral aan de culturele
ontwikkeling van zijn leerlingen deed
hij veel. Zo produceerde en regisseer
de hij zelf elk jaar weertoneelavonden
op zijn school. Dat waren zowel Griek
se of Romeinse drama's ook stukken
uit de Javaanse geschiedenis, bijv. uit
het rijk van Mataram. Daarnaast hielp
hij mijn moeder met de redactie en
opmaak van het Maandblad van de
Djogjasche Vereniging van Huisvrou
wen.
Last but not least: zijn fotografie. Vanaf
zijn achttiende jaar was hij er al
bezeten van geweest. Hij maakte - en
Mevrouw Mellema met Jeppe (midden) en Teun (links) in Solo Met Raden Adipati Arya Sumatra Kelopaking, die eens groot-
1930. meester was van de Vrijmetselaarsorde in Indonesië.
6