De AP HA-af faire (I) 27 December 1949. De datum waarop de souvereiniteits-overdracht van het oude Nederlands-lndië aan de nieuwe Indonesische regering plaats vond. Batavia werd omgedoopt in Djakarta en president Soekarno deed zijn intrede in het paleis van de vroegere gouverneurs-generaal aan het oude Koningsplein. Een peloton van de toen malige eerste divisie Bijzondere Politie was belast met de beveiliging van de nieuwe president, die die morgen op het vliegveld Kemayoran was geland vanuit Yogya en met zijn gevolg naar het paleis werd gereden. Twee peletons van de Bijzondere Politie waren belast met het veilig stellen van het paleis en de direkte omgeving ervan. Geruchten deden de ronde, dat subversieve elementen deze souvereiniteits-overdracht zouden trachten te verhinderen, doch alles verliep uiteindelijk heel ordelijk. door W. Merghart Een maand ging voorbij, zonder dat de openbare rust en orde ook maar in enig opzicht verstoord werd. De verrassing kwam, toen ik eind januari 1950 om streeks vier uur in de morgen per telefoon ontboden werd bij de com missaris van politie F. Asbeek Brusse (ook wel Asbeck Brusse geheten), die toen tijdelijk waarnemend comman dant van de Bijzondere Politie in Dja karta was. Het was nog vrij donker, toen ik bij zijn huis aan het Matraman- plantsoen kwam, waar hij het hek van zijn voorerf voor mij opendeed. Terwijl wij zijn erf opliepen, deelde hij mij mede, dat hij in zijn voorgalerij enkele gasten had zitten. Inderdaad zag ik voor het huis op straat twee auto's geparkeerd staan, waarvan ik een her kende als zijnde de auto van mijn buurman, een Indonesische inspec teur van politie, die nog maar kort tevoren de dienstwoning naast de mijne had toegewezen gekregen. De chauffeur, die mij had gereden werd intussen naar het kampement terug gestuurd, daar de heer Asbeek Brusse mij zelf terug zou brengen na afloop van onze bijeenkomst. De voor galerij was niet verlicht en in het donker kon ik vijf personen onder scheiden. De heer Asbeek Brusse stelde mij aan hen voor en noemde de namen, t.w. de inspecteur van politie Frans Najoan, die bij de afdeling Politieke Inlichtingendienst op het hoofdbureau van politie in Djakarta werkzaam was. Verder de heren Bill Termeulen, Kandau, Rapar en een zekere Westerling, die door de anderen aangesproken werd met "Cap" en "Ray". Door de duisternis kon ik hun gezichten niet goed zien. De heer Asbeek Brusse deelde mij toen mede, dat enige uren tevoren de stad Ban doeng door de troepen van de APRA (Angkatan Perang Ratu Adil oftewel het Leger van de Rechtvaardige Vorst) bezet was en Djakarta zou nu vol gen. Voor dit doel waren een aantal militairen van het voormalige KNIL, afdeling Speciale Troepen (Rode en Groene baretten) vanuit hun basis nabij Bandung in twee weapon-carrier trucks naar Djakarta gereden. Het leek mij zeer onwaarschijnlijk, dat dit geringe aantal militairen iets zou kunnen uit richten tegen de totale gewapende macht in deze stad, die intussen toch wel reeds telefonisch of radiografisch gealarmeerd zou zijn en op de hoogte was gebracht van de situatie in Ban- Troepen van de A.P.R.A. in actie in Bandung, 23 januari 1950. De A.P.R.A. (Angkatan Perang Raroe Adil, het Legioen van de Rechtvaardige Vorst) was deels voortgekomen uit de door Wes terling in april 1949 in de deel staat Pasoendan opgerichte zelf- verdedigingsgroepen, die ten doel hadden de ondermijnende activiteiten van de republikeinen in deze deelstaat tegen te gaan. De Daroel Islam en de Partai Sarekat Islam Indonesia (P.S.I.I.), die in de strijd tegen de Neder landers de Republiek hadden gesteund, waren evenwel gekant tegen onderwerping van de deel staten aan de republikeinse over heersing, en hun milities gingen nu min of meer op in de A.P.R.A. Kort na de souvereiniteitsover- dracht werd met allerlei middelen een begin gemaakt met het uit schakelen van de federale struc tuur van Indonesië, in strijd met de overeenkomsten van de Ronde Tafel Conferentie. Op 12 januari 1950 liet Soekarno de ministers van Pasoedan arresteren. In de nacht van 22/23 januari daarop volgend deed Westerling met de A.P.R.A. troepen een poging in Bandung en Djakarta de macht over te nemen. Welbeschouwd is de APRA-affai- re niet meer dan een incident geweest in de geschiedenis van Indonesië. In boeken wordt de kwestie in enkele alinea's afge daan als een gevaarlijk hersen spinsel van kapt. Raymond Wes terling. Maar toch, het waren spannende dagen en voor som migen, zoals W. Merghart, "spannende" jaren. En daar zijn nog genoeg vragen: was de affaire al van te voren gedoemd een incident te worden of is die dat op het laatste moment ge maakt? Is de affaire uitgelokt en zo ja, door wie en hebben Neder landse autoriteiten een rol ge speeld? Waarom was Westerling in Djakarta toen in Bandung "zijn" coupe zich voltrok. Uit getuigenissen is al bekend dat na de actie in Bandung de veiligheid voor Europeanen daar eindelijk weer verzekerd was. Is dat het enige dat in het geheel als positief gewaardeerd kan worden. De APRA-affaire was een inci dent, maarwei een die 37 jaarna dato nog vragen oproept. Iemand die naar aanleiding van deze zaak 31/z jaar in de gevangenis belandde is W. Merghart, thans woonachtig in de Verenigde Staten. In vijf afleveringen pu bliceren wij zijn relaas. Een per soonlijke visie, dat zij benadrukt, waarvoor de heer Merghart zelf de verantwoordelijkheid wil dragen. Ook zijn verhaal zal de nodige vragen en vraagtekens oproepen en misschien dat er andere betrokkenen zijn die wil len reageren, opdat iets duidelijk wordt hoe het precies zat met dat incident. Redactie 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 22