DE REGALIA VAN HET RIJK GOWA
door René Brus
In het zuidelijke deel van het eiland Sulawesi was eeuwenlang een rijk gevestigd
waarvan de macht van de vorst gebaseerd was op het in bezit hebben van heilige
voorwerpen, de Gaoekang. Het is niet verwonderlijk, dat de opstandelingen of
prinsen die rechten op de troon pretendeerden er alles voor over hadden om
deze voorwerpen in handen te krijgen. Maar ook was de invloed van de regalia zo
groot, dat alleen al het vertonen van de geëerde voorwerpen voldoende was om
een oproer te voorkomen en het verzet te breken.
Bij Koninklijk Besluit van 17 juni 1906 no. 27 werden ontelbare kostbare
voorwerpen zonder verdere vermelding van herkomst in bewaring gegeven van
het Bataviaasch Genootschap te Batavia, het Rijk Ethnografisch Museum te
Leiden en het Rijksmuseum in Amsterdam. In deze drie musea waren de
particuliere sieraden van het vorstenhuis van Gowa terechtgekomen tezamen
met de rijkssierraden nadat ze als "krijgsbuit" in de plaats Pakatto door militairen
in beslag waren genomen.
Aan het einde van de vorige eeuw was
door het Nederlandse Gouvernement
besloten een militaire strafexpeditie
naar Celebes te sturen waar het Neder
landse gezag niet stevig in het zadel
zat. Toen in het begin van deze eeuw
enige Nederlanders door Boeginezen
en Makassaren vermoord werden,
landden op 28 juli 1 905 onder leiding
van Kolonel van Loenen militaire troe
pen ten noorden van de plaats Badjoe.
Na afloop van de expeditie werden de
vorstenrijken Gowa en Boni opge
heven en werd het gebied onder direkt
bestuurvan de Ned.-Indische regering
gesteld.
De vrouw van de vorst van Gowa was
tijdens de schermutselingen met
enige dienaren en familieleden naar
Pakatto gevlucht met medeneming
van een groot deel van de kroonschat,
maar omdat de militairen ook deze
plaats naderden, vluchtte zij met de
gehele bevolking het binnenland in
met achterlating van het goudwerk en
relikwieën.
De schatten werden door de Gouver
neurvan Celebes en Onderhorigheden
per H.M. Hertog Hendrik aan de Direc
teur van het Binnenlands Bestuur
afgeleverd en uiteindelijk verdeeld
onder drie eerder vermelde musea.
Omdat tussen de officiële regalia per
soonlijke juwelen van de leden van het
Gouden armband in de vorm van de Naga,
deel uitmakend van de kroonschat van
Gowa.
(Foto: René Brus)
Gowase vorstenhuis zaten, werd jaar
na jaar aan Batavia verzocht deze
kostbaarheden terug te geven.
In een onderzoek van het Departement
van Binnenlands Bestuur werd in 1 928
hierover o.a. geschreven, dat,
"Het lijkt waarschijnlijk, dat de terug
gave dezer particuliere sieraden aan
de nabestaanden van de laatste vorst
van Gowa, tengevolge zal hebben, dat
ook uit andere delen van de Archipel
verzoeken zullen binnenkomen tot
teruggave van kostbaarheden, die
vroeger als krijgsbuit zijn aangemerkt
en dat inwilliging dier verzoeken op
grond van de ten aanzien van Gowa
genomen beslissing niet zal kunnen
worden geweigerd.
Wijl de vrees moet worden uitgespro
ken dat de teruggave der dikwijls zeer
kostbare voorwerpen aan personen,
die door de loop der gebeurtenissen
hun hoge waardigheid en hun aanzien
geheel of gedeeltelijk hebben verloren,
tengevolge zal hebben dat deze laat-
sten of hun rechtverkrijgenden geen
weerstand zullen kunnen bieden aan
de verleiding om tot verkoop der hun
teruggegeven kostbaarheden over te
gaan, is het niet uitgesloten dat deze
in den smeltkroes geraken."
Het is opmerkelijk dat hier een Neder
landse ambtenaar spreekt over het
verloren gaan van dergelijke voor
werpen als ze teruggegeven zouden
worden, want in die jaren was de
overheid zelf niet bijzonder nauwkeurig
omgesprongen met de veelal eeuwen
oude voorwerpen.
Dit feit bleek wel op zaterdag 21
november 1936 toen het schip
Melchior Treub aanmeerde in de
haven van Makassar en drie kisten
werden overhandigd aan de Gouver
neur van Celebes.
In de kisten zaten allerlei sieraden.
Volgens o.a. het bestuur van het
Koninklijke Bataviaasch Genootschap
in Batavia moesten ze bevatten sie
raden en regalia van het voormalige
Gowase vorstenhuis die uit de eerder
vermelde musea weer bijeen waren
gebracht. De rust in Zuid-Celebes was
gedurende de laatste 20 jaren terug
gekeerd en daarom besloot de Indische
Regering dat het van politiek belang
was om het vervallen koningsschap
van Gowa weer in ere te herstellen en
voor de troonsbestijging van de
nieuwe Radja moesten derhalve zijn
regalia terugkomen.
De gouden kroningskroon van Gowa. Het gouden rijkszwaard dat bezet is met diamanten.
(Foto's: René Brus)
28