Korte geschiedenis van het rijk Gowa En omdat alleen door de voormalige hofgroten en leden van de vorstelijke familie vastgesteld kon worden welke voorwerpen nu wel of niet van belang waren, moest uit de schatkisten een keuze dan wel inventaris gemaakt worden. In Gowa is het gebruikelijk dat de installatie van de Radja op twee ma nieren plaatsvindt en wel de Langti en Togassa. Met Langti wordt bedoeld de huldiging van de vorst te Tamalate, de plek binnen de begraafplaats van de Gowase vorsten, waar volgens over leveringen Toemanoeroeng, vorstin en grondlegger van de dynastie uit de hemel zou zijn neergedaald en waar haar paleis zou hebben gestaan. De benaming Togassa is het huldigen van de vorst voor zijn woning door zijn aanwezige onderdanen, die hun vorst dan de titel van "Sombaja" (de aan gebedene) verlenen. De nieuwe vorst werd in 1936 Karaeng Botonompo, een broer van de in 1905 afgezette vorst en van deze historische troonsbestijging werd een bijzonder kleurrijke beschrijving gegeven door de heer Oostwoud Wijdenes in het veertiendaagse tijd schrift "Tropisch Nederland". Hij ver meldt dat sommige aanwezige Neder landers de ceremonie fotografeerden en ook filmden. (Wie weet waar deze foto's en films zijn gebleven?) De auteur van boven vermeld artikel beschrijft de aankomst van de nieuwe vorst als volgt: "De Vorst naderde! D.w.z. er naderde eerst een onge regelde stoet van muzikanten, van boven bloote, wijd, witgerokte man nen, waarvan enkelen op bochtige boomtakken een fraaie kain omhoog hielden, anderen, naar het leek, speel- goedstaken, nl. sprieten van gevlochten klapperblad hanteerden, waarmee men in Goa den Duivel kan bannen, terwijl een hunner alweer zoo'n on- inpakbaren, plompen pajong torste. Maar kijk! daarachter volgde een bam boe-plateau, of balè-balè van kolossale afmetingen, wiegende op de schouders van vele kloeke mannen; midden op die bamboe-baar stond, naar mij aan vankelijk voorkwam een Carnaval achtige vergrooting van een bus-met glasja, 't was voor mijn Euro- peesche ogen een ietwat eigenaardige verrassingdaar zat de Koning van Goa in! Nu gebeurt het incident, waarop ik U reeds voorbereidde; nu werd dat bam boehek (weet U wel?) of feitelijk meer de toegangsopening erin zoo typisch tropisch. Het vlot met den vogel en de glazen bus met den vorst er in werden gedraaid om het Kroningsveld op gedragen te worden, maarhet gevaarte kon er niet binnende ingang was te nauw. Bij Allah!, hoe lang was Mangi Karaeng Botonompo nu al voor het Koningsschap bestemd geweest en (lees verder volgende pagina) Het landschap Gowa was een overblijfsel van het vroegere, machtige rijk van Makassar, dat in het begin van de 17e eeuw suprematie uitoefende over een deel van Celebes (tot de Minahassa en Boeton) en verschillende streken daarbuiten (Soembawa en het westelijke deel van Flores). Onder sultan Hasan Oedin kwam Gowa in conflict met de V.O.C. Een expeditie onder Cornelis Speelman, die een verbond had gesloten met de Sopengse prins Aroe Palaka, versloeg in 1667 het leger der Makassaren en veroverde Makassar. Het daarop gesloten Bongaaisch verdrag, dat de verhoudingen in zuid- Celebes voor de volgende eeuwen vastlegde, bepaalde dat de ver schillende staatjes in dit gebied deelgenoten zouden zijn in een bondgenootschap, waarvan de Compagnie de leiding had. Van vestiging van een geregeld Nederlands bestuur in deze streken was echter nog lang geen sprake. Gowa deed afstand van de heerschappij over Boni en andere onder worpen gebieden en stond aan de V.O.C. een deel van haar gebied af (de stad Makassar). Aroe Palaka, de bondgenoot van de Compagnie, werd vorst van Boni, dat nu de rol van belangrijkste staat in dit gebied van Makassar overnam. In de 18e eeuw raakte het rijkje Gowa hoe langer hoe meer in verval. Tijdens het bestuur van I Makalaoe Hoesain bin Idris Kraeng Lembang- parang werd de verhouding met het Ned.-Indische gouvernement zeer gespannen. Het zelfbestuur van Gowa kwam de contractuele veplich- tingen betreffende het uitleveren van plegers van misdaden op gouvernementsgebied, die naar Gowa uitweken, niet na, mengde zich voortdurend in de inwendige aangelegenheden van andere land schappen en nam brieven van bestuursambtenaren niet meer in ontvangst. Raadgevingen van de zijde van het Nederlands bestuur om de slechte economische situatie van de bevolking in het landschap Gowa te verbeteren, werden onvoldoende opgevolgd. Dit alles leidde in 1 905 tot een militair ingrijpen. Nadat de Gowarezen bij Djongaja en Pakatto waren verslagen, meldden zich de voornaamste rijksgroten waarbij de rijkssierraden werden ingeleverd. De vorst zelf vond de dood, toen hij tijdens zijn vlucht voor de soldaten van de "Kompenie" met zijn paard in een ravijn stortte. In 1911 werd het gebied van Gowa bij het direkt bestuurde gouverne- ments gebied ingelijfd. Sedertdien werd de rust niet meer verstoord en deze gunstige ontwikkeling deed de regering in 1936 besluiten, het zelfbestuur te herstellen. Mangi Karaeng Botonompo, een broer van de laatste vorst werd op 4 januari 1937 geïnstalleerd als vorst van Gowa. Hij werd in 1947 opgevolgd door zijn zoon, Mohammed Abdoel Kadir Adid. Deze vorst, die in 1 978 op 70-jarige leeftijd overleed was een van de vooraanstaande figuren in de deelstaat Oost-lndonesië. CH.M. Een historisch moment: de vorst van Gowa, Mangi Karaeng Botonompo, betuigt zijn trouw aan het Gouvernement van Ned.-lndië bij zijn troonsbestijging en het herstel van zijn dynastie, 4 januari 1937. Op de foto heft de vorst het rijkszwaard (de soedang) omhoog. (Foto: M. J. A. Oostwoud Wijdenes) 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 29