De kroning van de vorst van Gowa, Mohammed Abdoel Kadir Aidid in juni 1947. De vorst draagt een grote gouden medaille, die een van zijn voorouders in 1667 van de Nederlanders had ontvangen. Hij staat voor de grijskleurige steen, waarop volgens de traditie de vorsten van Gowa worden gekroond. Het historische terrein, waar de kroning plaatsvindt, ligt naast de begraafplaats van de vorsten van Gowa. Tamalate geheten. Volgens overlevering daalde op deze heuvel de eerste vrouwelijke radja van Gowa uit de hemel neer. Hier stond ook ruim vier eeuwen geleden het eerste (verdwenen) paleis van de vorsten van Gowa. Het tegenwoordige paleis is in Soenggoeminassa, op korte afstand van Tamalate. (Foto: Koninklijk Instituut v.d. Tropen) (Vervolg: "De regalia van het rijk Gowa") de Kroning voorbereid. Hoe lang zat Zijne Majesteit nu al in die ten slotte vrij benauwde bus enwaarachtig, daar was me de ingang van het Kroningsveld te nauw! Consternatie! Geloop van politie! Geroep! Ontstelde orders en raadgevingen!Er werd een poging gewaagd om in Godsnaam den Koning dan maar scheef binnen te dragen; een kant van de draagbaar met mannenkracht omhoog te heffen en boven den heg uit; de heg was er te hoog voor, vlaggestokken stonden in den weg; de baar was te onhandelbaar, de bevoegde dragers te weinig in aantal! Het volk keek in spanning toe. Ik wil niet zoo onkiesch zijn te verklappen, dat er nu vrij algemeene vrolijkheid heerschteDe Vorst zweefde tus- schen velerlei snel overleg; de Com missie van Orde was radeloos en machteloos Dat is nu het bezwaar van kroningen, die geen precedenten hebben gehad! Een nieuwe poging om de heleboel- met-Koning-en-al maar een beetje baldadig naar binnen te werken, mis lukte. Wat nu? - Ja, wat nu? - Bijna dreigde rumoer de plechtigheid te ontwijdenEen doortastende "ge zaghebber" moet op het lumineuze idee gekomen zijn om den last te geven, het gansche draag-apparaat met vogel, bus en Vorst op den grond te zetten en Koning Mangi Mangi Karaeng Bototonompo eerbiedig doch dringend uit te nodigen uit Zijn kronings-etui te stappen en te voet den zegetocht voort te zetten. Zijne Majesteit koos eieren voor zijn geld en schreed even laterhetveld op, waar Hem de Controleur van Gowa ontving." Door mijn jarenlange studie van de geschiedenis van regalia, kroonjuwelen en kroningen weet ik, dat overal op de wereld in de loop der eeuwen troons bestijgingen niet helemaal goed ver liepen zoals verwacht werd. Zo stierf in Ethiopië een jonge keizer door het grote gewicht van zijn kroon; konigin Victoria kreeg haar kroningsring aan de verkeerde vinger dus gedurende de gehele ceremonie had zij vrij veel pijn. Andere beschrijvingen van kronen laten zien dat de kroon te groot, te klein ofte wankel is of de persoon die de vorst moet kronen veel te laat komt. Maar dergelijke gebeurtenissen spreken wel tot de verbeelding. Dus toen ik jaren geleden het verslag van de kroning van de vorst van Gowa in 1937 onder ogen kreeg, werd mijn droom geboren om naarSungguminassa te reizen om te zien wat er nog bestond van dat roemrijke vorstenhuis en vooral hoe de regalia er uit zouden zien. Aan mijn familie hoefde ik niet te vra gen waar Sunggaminahassa lag, want niemand had Indonesië of Nederlands- Indië bezocht. En zelf geboren in 1951 in Den Haag beschikte ik ook over weinig gedetailleerde informatie over een dergelijke oosterse plek. Maar ik ben er geweest en ik heb zelfs die bijzondere, heilige kroonjuwelen mo gen zien en fotograferen. Bij aankomst in Sungguminassa bracht de heer Abdullah medewerker van het archief van Fort Rotterdam in Ujung Pandang mij naar het kantoor van de plaatselijke gouverneur. Achteraf bleek de heer Abdullah alles al voor mij te hebben geregeld en na de ontmoeting met de gouverneur werd ik naar het paleis van Sultan Mohammed Abdoel Kadir Aidid ge bracht. Jammer genoeg was op 9 januari 1978 deze laatste gekroonde vorst van Gowa overleden maar mede dank zij de inlichtingen van verschei dene familieleden van de Sultan kreeg ik gedetailleerde informatie over de voorwerpen die mij getoond zouden worden. Nadat ik verscheidene ruimtes van het op palen gebouwde houten paleis had bekeken, werd ik naar een ruimte gebracht waar op tafels de kroonschat was tentoongesteld. Vrijwel alles was gemaakt van goud en het meest opmerkelijke was zonder meer de kogelronde koningskroon van 22 karaat goud. Tegenwoordig is de belangrijkste versiering van de kroon het emaille en de op de top gevatte smaragd, maar in vroeger dagen moe ten er een heleboel diamanten in hebben gezeten. De stijl van de kroon is Buddhistisch en er doen legendes de ronde dat het ooit een geschenk is geweest van een Siamese koning of Chinese keizer met welke landen de vorsten van Gowa contact hebben gehad. Het gewicht van de kroon was in 1978 vastgesteld op 1 kg. 768 gram en dit gewicht is van groot belang geweest voor het volk omdat dit in het verleden werd vast gesteld tijdens een groot feest. Een maand na de islamitische feest dag Hari Raya Puasa namelijk op de 10e Dzoelhidja worden alle voor werpen van de kroonschat onder toe zicht van 20 mannen schoongemaakt, wat ridio wordt genoemd. Vervolgens worden de voorwerpen gewogen en vooral de 80 tot 90 cm lange gouden ketting de Toemanoeroeng, die ooit "uit de hemel is neergedaald" geeft met zijn gewicht volgens onwrikbaar geloof aan dat rampspoed Gowa zal treffen als het gewicht van de ketting lichter is dan het voorafgaande jaar. Maar is het gewicht meer geworden, dan zal het voor de bewoners van Gowa een voorspoedig jaar worden. Tot op de dag van vandaag zijn de Bissoe's verantwoordelijk voor het welzijn van de regalia. Dit zijn priesters die door de bevolking worden om schreven als man noch vrouw en hun functie als bewaker van de kroon schat gaat over van vader op zoon. In de schatkamer van het paleis bran den 24 uur per dag de kandjoli kaarsen en nog steeds brengen op vastgestelde tijden zoals op de donderdagavond de penati-priesteressen offers aan de rijkssieraden zoals rijst en sirih en branden reukwaren terwijl zij traditio nele liederen zingen. Zo blijkt dat de ambtenaar van het (lees verder volgende pagina, 1e kolom) 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 30